Crossfire - 2 Begeerd door jou(120)
‘Je hebt me wel,’ protesteerde hij.
‘Niet zoals ik je nodig heb.’ Ik haalde ongemakkelijk mijn schouders op. ‘Je hebt me je lichaam gegeven en ik ben er heel gulzig op ingegaan, omdat het de enige manier is waarop je echt open tegen me bent. En nu heb ik dat niet meer, en als ik kijk wat ik nog wel heb, zijn het alleen maar beloftes. Zonder jou heb ik alleen maar een hoop dingen die je me niet wilt vertellen.’
Hij staarde recht vooruit. Van opzij zag hij er star uit. Ik trok mijn hand onder die van hem vandaan en draaide me de andere kant op, met mijn rug naar hem toe. Ik keek door het raam naar de krioelende stad.
‘Als ik jou kwijtraak, Eva,’ zei hij schor, ‘heb ik niets meer. Alles wat ik heb gedaan, heb ik gedaan om ervoor te zorgen dat ik jou niet kwijtraak.’
‘Ik heb meer nodig.’ Ik drukte mijn voorhoofd tegen het glas. ‘Als ik je niet aan de buitenkant kan hebben, moet ik je aan de binnenkant hebben, maar je hebt me nooit toegelaten.’
We reden in stilte, voortkruipend door de ochtendspits. Een dikke regendruppel sloeg tegen de voorruit, en daarna nog een.
‘Nadat mijn vader was overleden,’ zei hij zacht, ‘vond ik het erg moeilijk om met de veranderingen te leren omgaan. Ik weet nog dat mensen hem leuk vonden, het leuk vonden om bij hem te zijn. Hij maakte iedereen rijk, begrijp je? En toen plotseling draaide de wereld 180 graden om en had iedereen een hekel aan hem. Mijn moeder, die de hele tijd zo gelukkig was geweest, huilde aan één stuk door. En zij en mijn vader hadden elke dag ruzie. Dat is wat ik me nog het meest herinner: het voortdurende geschreeuw en gegil.’
Ik keek naar hem en bestudeerde zijn versteende profiel, maar ik zei niets, bang om het moment te verstoren.
‘Ze hertrouwde meteen. We verhuisden de stad uit. Ze raakte zwanger. Ik wist nooit wanneer ik weer eens iemand tegenkwam die door mijn vader was opgelicht, en ik heb het er zwaar om te verduren gehad van de andere kinderen. En van hun ouders. En van leraren. Het was groot nieuws. Zelfs vandaag de dag praten mensen nog steeds over mijn vader en over wat hij heeft gedaan. Ik was zo kwaad. Op iedereen. Ik had voortdurend driftbuien. Ik gooide dingen stuk.’
Hij stopte voor een verkeerslicht, zwaar ademend. ‘Toen Christopher kwam, werd ik nog erger, en toen hij vijf was, ging hij me nadoen. Hij kreeg een driftbui tijdens het diner en schoof zijn bord over de tafel op de grond. Mijn moeder was toen in verwachting van Ireland, en zij en Vidal besloten dat het tijd werd dat ik in therapie ging.’
De tranen rolden over mijn wangen bij het beeld dat hij van zichzelf als kind schetste, bang en gekwetst, en met het gevoel dat hij een buitenstaander was in het nieuwe leven van zijn moeder.
‘Ze kwamen naar ons huis, de psychiater en een promovendus van wie zij de supervisor was. In het begin was het nog wel goed. Ze waren allebei aardig, aantrekkelijk, geduldig. Maar al gauw besteedde de psych meer aandacht aan mijn moeder, die een moeilijke zwangerschap doormaakte in combinatie met twee jonge kinderen die ze niet in de hand had. Ik werd steeds vaker met hem alleen gelaten.’
Gideon ging naar de kant en zette de auto in zijn vrij. Zijn handen pakten het stuur zo stevig vast dat zijn knokkels wit werden. Zijn adamsappel bewoog op en neer in zijn keel. Het gestage gekletter van de regen werd zachter en we waren helemaal alleen met onze pijnlijke waarheden.
‘Je hoeft het niet verder te vertellen,’ fluisterde ik. Ik maakte mijn gordel los en stak mijn hand naar hem uit. Ik raakte zijn gezicht aan met mijn vingertoppen, die nat waren van mijn tranen.
Zijn neusgaten sperden zich open bij een scherpe inademing. ‘Hij liet me klaarkomen. Elke keer weer, godverdomme. Hij hield niet op voordat ik klaargekomen was, zodat hij kon zeggen dat ik het lekker vond.’
Ik schopte mijn schoenen uit en trok zijn handen van het stuur, zodat ik op zijn schoot kon gaan zitten en hem vast kon houden. Hij hield me ondraaglijk stevig vast, maar ik klaagde niet. We stonden in een ontzettend drukke straat, met een eindeloze stroom auto’s die voorbij denderde aan de ene kant, en een massa voetgangers aan de andere, maar het kon ons allebei niets schelen. Hij beefde heftig, alsof hij onbedaarlijk aan het huilen was, maar hij maakte geen geluid en er kwamen geen tranen.
De hemel huilde voor hem. Hard en angstaanjagend sloeg de regen tegen de grond, waar hij als stoom weer omhoogwasemde.
Ik hield zijn hoofd in mijn handen en drukte mijn natte gezicht tegen dat van hem. ‘Stil maar, liefje. Ik begrijp het. Ik weet hoe het voelt, hoe ze achteraf triomfantelijk naar je kijken. En de schaamte en de verwarring die je hebt gevoeld. Het is niet jouw schuld. Jij wilde het niet. Jij genoot er niet van.’
‘Eerst liet ik hem me nog aanraken,’ fluisterde hij. ‘Hij zei dat het mijn leeftijd was... dat het mijn hormonen waren... ik moest maar masturberen en dan zou ik rustiger worden. Niet zo boos de hele tijd. Hij raakte me aan, zei dat hij me zou voordoen hoe het moest. Dat ik het verkeerd deed...’