Biljonairs & Baby's 10(43)
‘Ik ben blij dat het zo gelopen is,’ antwoordde ze alleen. ‘Ik kan met niet voorstellen hoe moeilijk het voor je vader moet zijn geweest. En voor jou.’
Hij keek haar aan alsof hij probeerde in te schatten wat ze had gezegd, probeerde te beslissen of ze meende wat ze zei. Maar uiteindelijk aanvaardde hij haar woorden met een knikje. ‘Ik denk dat het op een bepaalde manier niet de schuld van mijn vader was. Hij ging de familiezaak in omdat zijn vader dat wilde. Mijn vader haatte zijn leven, hij wist dat hij er niet goed in was en het moet moeilijk zijn geweest om elke dag te moeten leven in de wetenschap dat je een mislukkeling bent.’
‘Ik weet hoe dat voelt.’
Hij hield zijn hoofd schuin en keek haar door samengeknepen ogen aan. ‘O ja?’
Ze glimlachte, eigenlijk genoot ze van dit moment met hem. Het praten, het delen van oud zeer en geheimen. Ze had nog nooit eerder echt met iemand over haar vader gepraat, behalve met Anna. Maar op de een of andere manier leek het goed om Simon te laten weten dat hij niet de enige was met zulke gevoelens over zijn verleden.
‘Mijn vader had ook plannen met mij,’ zei ze triest. ‘En ze hadden niets van doen met wat ik wilde.’
Hij knikte weer bedachtzaam. ‘Wat mij betreft, ik zag wat er met mijn vader gebeurde en ik leerde ervan.’
‘Wat?’ drong ze aan, haar stem zacht en laag. ‘Wat heb je ervan geleerd?’
Zijn ogen vernauwden weer toen hij naar haar keek, en Tula voelde de hitte van zijn blik tot in haar botten doordringen.
‘Ik leerde om op te letten. Om regels te maken en die te volgen. Om niemand ooit van mij te laten winnen. Er is in mijn leven geen ruimte voor chaos, Tula,’ zei hij.
Er viel niets tussen de regels door te lezen, en dat wist ze. Hij zei ronduit dat er in zijn leven geen plaats was voor háár. Natuurlijk had ze dat zelf ook al bedacht. Maar om het hem hardop te horen zeggen, zorgde ervoor dat ze vanbinnen een lege plek voelde.
‘Ik zag precies wat er gebeurt als een man zich niet meer concentreert,’ voegde hij eraan toe. ‘Mijn vader kon zijn aandacht niet houden bij het werk dat hij haatte, dus hij lette niet op. Ik let altijd op. Ik denk dat ik hetzelfde heb gedaan als jij. Ik heb mijn eigen keuzes gemaakt, ondanks de vroege training van mijn vader.’
En die keuzes zouden hen uit elkaar houden. Hij had niet duidelijker kunnen zijn. Dus waarom, vroeg ze zich af, keek hij alsof hij niets liever wilde dan haar beet te pakken en haar naar zijn bed te dragen?
Hitte straalde uit zijn ogen, zelfs terwijl de kilte zijn woorden kleurde.
De man was een wandelende tegenstelling, en Tula wenste dat ze dat niet zo verrekte aantrekkelijk zou vinden.
Ze schudde haar hoofd alsof ze die gedachte van zich af wilde schudden en vroeg: ‘Hoe zit het met je moeder? Had zij niet ook wat invloed op jou?’
‘Nee,’ zei hij kortaf. ‘Ze kwam om bij een auto-ongeluk toen ik vier was. Ik herinner me haar helemaal niet.’
‘Zeggen dat ik het erg voor je vind maakt natuurlijk geen verschil,’ vertelde ze hem, ‘Maar ik meen het wel.’
‘Dank je.’ Hij keek haar weer aan, en dit keer glom er emotie in zijn ogen. Ze wilde alleen dat ze die kon ontcijferen. Simon Bradley raakte haar op manieren die ze nooit eerder had ervaren. Zelfs de wetenschap dat er niets terecht zou komen van wat er tussen hen broeide, kon haar er niet van weerhouden te wensen dat de dingen anders waren.
Wensend dat er voor één keer in haar leven iemand was die haar zag zoals ze was en die haar wilde.
‘Vertel me eens wat meer over je vader,’ zei Simon plotseling. ‘Hoe is hij?’
‘Zoals jij,’ gooide ze eruit zonder nadenken.
‘Pardon?’
Tula vond het een beetje vreemd dat hij zo beledigd keek, terwijl hij niet eens wist wie haar vader was. ‘Wat ik bedoel, is dat hij ook een zakenman is. Hij woont zo ongeveer in zijn kantoor en ziet verder niets in zijn leven als het niet op zijn verlies- en winstrekening staat. Hij is een workaholic en zo wil hij het.’
Hij leunde achterover tegen een kussen. ‘En dat is zoals jij mij ziet?’
‘Nou, ja.’ Dankbaar dat haar familie niet meer het onderwerp van gesprek was, zei Tula: ‘Je lijkt veel op hem. Vroeg naar het werk, laat thuiskomen –’
‘Ik ben vandaag vroeg thuis. Net zoals de afgelopen dagen.’
‘Dat is waar, en ik weet niet wat ik ervan moet denken.’
‘Intrigeer ik je?’
‘Je brengt me in verwarring.’
‘Nog beter.’
‘Nee,’ zei ze, van hem wegschuivend om genoeg ruimte tussen hen in te houden. ‘Dat is het niet, Simon. Ik heb niet nog meer verwarring nodig in mijn leven, en je hebt me al vrij duidelijk gemaakt hoe je over mij denkt.’