Biljonairs & Baby's 02(17)
Toen hij zich omdraaide en Jenna door de menigte leidde, had ze durven zweren dat ze de vernietigende blikken van de vrouwen in haar rug voelde prikken.
‘Tjonge, dat was ordinair,’ mompelde ze.
‘Ordinair?’
‘De manier waarop ze bijna op je kwijlde.’
‘O.’ Nick glimlachte breed en opende zijn rechterhand, die de brunette had gedrukt en te lang had vastgehouden. Er lag een sleutelkaart van een hut in zijn hand, waarop met inkt het nummer P230 was geschreven. ‘Ik neem aan dat dit het dan nog ordinairder maakt?’
‘O, kom op, zeg,’ snauwde Jenna, die zich wilde omdraaien om de brunette die absoluut geen klasse had, vernietigend aan te kijken. ‘Ik was bij je. Voor hetzelfde geld was ik jouw vriendin geweest.’
Zijn lichtblauwe ogen twinkelden en zijn glimlach werd breder, zodat het kuiltje in zijn linkerwang dieper werd. ‘Jaloers?’
Ze probeerde haar hand uit de holte van zijn arm te trekken, maar hij hield haar stevig vast. Fronsend zei ze: ‘Nee, niet jaloers, alleen geïrriteerd.’
‘Door haar? Of door mij?’
‘Allebei een beetje.’ Ze legde haar hoofd achterover om naar hem op te kijken. ‘Waarom heb je haar die sleutel niet teruggegeven?’
Hij keek oprecht verrast over dat voorstel. ‘Waarom zou ik haar – in het bijzijn van haar vriendinnen – voor schut zetten?’
Jenna snoof. ‘Ik denk dat het bijna onmogelijk is om een dergelijke vrouw voor schut te zetten.’
‘Je stoort je hier echt aan.’
Dat was altijd het geval geweest. Toen ze bij Falcon Cruises ging werken, had ze alle verhalen gehoord. Over hoe er tijdens iedere cruise vrouwen in de rij stonden voor een plekje in Nicks bed. Hij speelde met vrouwen, dat wist ze. Maar om de een of andere reden had Jenna zich laten meevoeren door de betovering van het moment. Op de een of andere manier had ze zichzelf ervan overtuigd dat wat ze samen hadden, verschilde van wat hij bij talloze andere vrouwen vond.
Kennelijk had ze het op een paar punten bij het verkeerde eind gehad.
‘Ik heb één vraag,’ zei ze. Ze sprak zo zacht dat iemand die langs hen liep het onmogelijk zou kunnen horen.
‘Goed.’
‘Ben je van plan die sleutel te gebruiken?’
Hij keek haar een poosje aan, zuchtte toen, schoot een passerende kelner aan, gaf hem de sleutelkaart en fluisterde iets wat Jenna niet kon verstaan. Daarna draaide hij zich weer naar haar toe. ‘Beantwoordt dat je vraag?’
‘Dat hangt ervan af,’ zei ze. ‘Wat heb je tegen hem gezegd?’
‘Dat hij de sleutel aan de brunette moest teruggeven met een bedankje en een spijtbetuiging van mij.’
Jenna kreeg een warm gevoel vanbinnen. Ze wist dat het dwaas was, maar ze leek het niet te kunnen onderdrukken. ‘Dank je.’
Hij boog zijn hoofd. ‘Er is op dit moment maar één vrouw met wie ik wil praten.’
‘Nick –’
‘We zijn er,’ onderbrak hij haar, terwijl hij bleef staan bij de tafel die altijd voor hem gereserveerd was. ‘Jenna, laten we gaan eten en beginnen aan dat gesprek dat je zo graag wilde voeren.’
Jenna schoof aan tafel en keek toe, terwijl hij naast haar schoof. ‘Goed, Nick, maar laat me je eerst iets vragen.’
‘Wat dan?’
‘Al die mensen met wie je praatte, terwijl we door het restaurant liepen… alle vrouwen met wie je flirtte…’ Jenna schudde haar hoofd en keek hem aan. ‘Je bent absoluut niet veranderd, nietwaar?’
Zijn gezicht werd strak toen hij naar haar keek en in het flikkerende licht van de kaars die midden op hun tafel stond, zagen zijn ogen er een beetje gevaarlijk uit. ‘O ik ben wel iets veranderd,’ zei hij zacht en zijn stem had dezelfde uitwerking als een glas ijswater over haar rug. ‘Tegenwoordig ben ik iets voorzichtiger als het gaat om met wie ik tijd doorbreng. Ik geloof een vrouw niet meer op haar erewoord als ze me vertelt wie ze is. Tegenwoordig doe ik een onderzoek naar haar. Uiteindelijk voel ik er niets voor om weer tegen een leugenaar op te lopen.’
Jenna bloosde en was dankbaar voor de schemerige verlichting in het restaurant. Ze vouwde haar handen in haar schoot, keek naar het hagelwitte kleed en zei: ‘Goed, ik zal het nog een keer zeggen. Ik was toen beslist niet van plan tegen je te liegen, Nick.’
‘Dus het gebeurde toevallig?’
‘Ja.’ Aarzelend keek ze naar hem op.
‘Ja hoor.’ Hij knikte en grijnsde op een manier die zelfs niet in de buurt kwam van een echte glimlach. ‘Je kon geen manier bedenken om me de waarheid te vertellen, en daarom zweeg je en liet me in de waan dat je een passagier was.’
Dat had ze inderdaad gedaan. Ze had zich laten meeslepen door het maanlicht en de knapste man die ze ooit had gezien. ‘Dat heb ik nooit beweerd. Dat heb jij alleen maar aangenomen.’