Betaalde bruid
Hoofdstuk 1
‘Theo Tsardikos? Wil je dat ik hem om geld ga vragen?’ Verbijsterd staarde Dione haar vader aan. ‘Dat kan ik niet.’
Theodossus Tsardikos was een man met wie rekening gehouden moest worden. In heel Griekenland – misschien zelfs in de hele wereld – werd hij vereerd. Maar hij was de gezworen vijand van haar vader. Hij had een zeer succesvolle keten van luxehotels. Alleen rijke mensen konden zich daar een kamer permitteren.
Ooit had Yannis Keristari geprobeerd om Theo over te halen zijn restaurants vanuit diens hotels te franchisen, een voorstel dat met minachting was ontvangen. Theo had zijn afkeer van Yannis niet onder stoelen of banken gestoken. Dat kon Dione hem niet kwalijk nemen.
Moedeloos liet Yannis zich weer tegen zijn kussen zakken. ‘Dan is het afgelopen met me.’
‘Ik denk dat je vader bedoelt of je erover wilt nadenken,’ zei Phrosini met een bezorgde blik naar haar man, waarna ze haar stiefdochter smekend aankeek. ‘Laten we maar naar huis gaan. Later komen we terug om er nog eens over te praten.’
Toen ze de ziekenhuiskamer uit liepen, wierp Dione een blik achterom naar de man die haar leven heel sterk had beïnvloed. Ze kon nauwelijks geloven dat hij dit van haar verlangde. Meestal had ze gedaan wat hij wilde. Ze was de beste dochter geweest die ze in de gegeven omstandigheden kon zijn, maar bij zijn aartsvijand bedelen om geld? Een grotere belediging kon ze zich niet voorstellen.
Haar gedachten dwaalden af naar een etmaal eerder, toen Phrosini haar in paniek had gebeld om te zeggen dat Yannis ziek was en naar haar vroeg.
‘Natuurlijk kom ik. Ik neem de eerstvolgende vlucht,’ had ze gezegd. Bezorgd had ze zich omgedraaid naar haar moeder. ‘Ik moet naar huis. Pap heeft een hartaanval gehad en ligt in het ziekenhuis.’
Jeannie sloeg haar hand voor haar mond. ‘Lieve hemel! Natuurlijk moet je naar hem toe. Ik zeg het wel tegen Chris. Ik hoop dat alles in orde komt met Yannis.’
Dat was grootmoedig van haar, na de manier waarop Yannis haar had behandeld, dacht Dione. Maar zo was haar moeder nu eenmaal. Ze zei nooit een kwaad woord over andere mensen. Ze was stil en bescheiden, en eigenlijk vond Dione haar een voetveeg. Niet dat ze dat ooit tegen haar zou zeggen, want daarvoor hield ze te veel van haar.
Tot haar wanhoop was er pas de volgende dag een vlucht naar Athene beschikbaar, maar daardoor kon ze het Chris tenminste zelf vertellen.
‘Ik ga mee,’ zei hij die avond meteen. ‘Zoiets kan ik mijn verloofde niet in haar eentje laten opknappen.’
Hij zei het op zo’n trotse toon, dat Dione zich schuldig voelde. Ze had met hem naar Griekenland willen gaan om hem aan haar vader voor te stellen en zijn goedkeuring voor de bruiloft te vragen, maar niet onder deze omstandigheden.
Als haar vader erachter kwam dat ze met een Engelsman ging trouwen, zou de schok vast zijn dood betekenen. Yannis was Griek in hart en nieren, en het was zijn ideaal dat Dione met een landgenoot zou trouwen.
Zelf dacht ze daar anders over. Ze snakte ernaar om aan haar bazige vader te ontsnappen. De enige manier die ze kon bedenken, was door te trouwen en in Engeland te gaan wonen.
Tijdens een van haar regelmatige bezoeken aan Engeland had ze Christopher Donovan leren kennen. Toen hij haar een aanzoek deed, had ze er lang over nagedacht voordat ze uiteindelijk ja zei. Ze was weliswaar gek op Chris, maar van zijn gevoelens voor haar was ze niet zo zeker.
Nadat zijn vorige relatie was stukgelopen, was hij in haar armen gevlucht. Hij had haar verzekerd dat hij er allang overheen was, maar een tijd later had ze van iemand gehoord dat de vrouw nog altijd naar hem hunkerde en dat hij samen met haar was gesignaleerd. Toen ze hem aan de tand had gevoeld, had hij eerst geschrokken gereageerd en daarna had hij gezegd dat het niet waar was.
‘Ik denk dat ik beter alleen kan gaan,’ zei ze tegen hem. ‘Mijn vader is veel te ziek om kennis te maken met een vreemde.’
‘Je hebt vast gelijk,’ beaamde hij. ‘Bel je me?’
‘Natuurlijk,’ had ze geantwoord.
Kort nadat het vliegtuig in Athene was geland, beende Dione door de aankomsthal, gekleed in een beige broekpak met een chocoladekleurig topje. Ze zag er geweldig uit. Bij iedere stap op haar hoge sandalen golfde haar lange ravenzwarte haar over haar schouders.
Zich niet bewust van de bewonderende blikken van mannen liep ze naar de taxistandplaats. Daar ontdekte ze blij verrast dat haar stiefmoeder op haar stond te wachten.
‘Phrosini, wat lief van je! Daar had ik helemaal niet op gerekend.’ Ze omhelsde de vrouw hartelijk en schakelde moeiteloos over op haar tweede taal. ‘Moest je niet bij pap blijven? Hoe gaat het met hem?’
Phrosini was kort en gezet, maar beeldschoon. Het was niet moeilijk om te begrijpen waarom haar vader verliefd op haar was geworden. Ze was de tegenpool van Diones moeder. Zijn eerste huwelijk was een vergissing geweest. In het begin hadden ze waarschijnlijk van elkaar gehouden, vermoedde Dione, maar haar moeder was niet tegen hem opgewassen geweest. Phrosini, daarentegen, kon hem uitstekend de baas zonder dat ze het zelf besefte.