Reading Online Novel

Wei Zhi(10)



                ‘Maar bij mama mag ik altijd later naar bed.’

                Haar vader lacht. ‘Dan heb je daar mooi mazzel mee.’

                Mokkend wil Merel naar de tv lopen, maar haar blik valt op de huis-aan-huiskrant die naast haar vader op de salontafel ligt. Ze pakt hem op. Haar ogen schieten over de regels. Ze leest niet alles, ze leest alleen wat belangrijk is. Theater bestaat 50 jaar. Voorstellingen. Heel weekend feest. Talentenjacht voor de jeugd. Opgeven uiterlijk 8 september.

                ‘Pap! Tjarda! Er is een talentenjacht! Kijk! Ik ga meedoen! Ik heb talent, namelijk!’





Dansen of zingen of…


                Alle drie schieten ze in de lach: haar vader, Tjarda en Bram.

                ‘Jij, talent?’ roept Bram, die naar boven wilde lopen, maar stil blijft staan bij de krant. ‘Wat dan?’

                ‘Nou!’ antwoordt Merel beledigd. ‘Ik kan eenwieleren, ik kan zingen, ik kan dansen, ik heb op toneel gezeten…’

                ‘Toen was je een kleuter!’ kreunt Bram.

                ‘En ik heb op voetbal gezeten.’

                ‘Ja!’ roept Bram uit. ‘Daarmee kun je een talentenjacht winnen!’

                ‘Heb je daar allemaal op gezeten?’ vraagt Tjarda, die dat niet kan weten omdat ze nog niet zo lang in Merels leven is.

                Dus somt Merel op: ‘Ik heb op muziekles gezeten, op voetbal, op toneel, op kinderkoor, op kinderdans, pap, wat vergeet ik? O ja, de circusschool en nu doe ik de musicalklas.’

                Merels vader schudt lichtjes zijn hoofd. Hij glimlacht er wel bij als hij tegen Tjarda zegt: ‘Onze Merel is altijd aan het hobby-hoppen geweest.’

                ‘Wát doe ik?’ vraagt Merel.

                ‘Je doet van alles wat. Steeds heel kort, en dan weer het volgende.’

                ‘Ja,’ mengt Bram zich in het gesprek, ‘en daarmee kun je dus net niks.’

                Tjarda heeft naar Merels ongelukkige gezicht gekeken. ‘Nee, daarmee kun je van alles wat!’

                Merel ziet de vraagtekens in de ogen van haar vader. ‘Nou!’ zegt ze harder dan nodig. ‘Ik ga me gewoon opgeven!’

                Als ze een klein halfuurtje later in bed ligt, duikelen de plannen over elkaar heen in haar hoofd. Ze gaat eenwielfietsen, nee, dat is te gemakkelijk, dat kan iedereen, eenwielfietsen en jongleren tegelijk is een beter idee. Nee, liever iets zingen, dat is beter, of nee, toch maar dansen, dan maakt ze haar eigen choreografie. En playbacken? Dan heeft ze een heel orkest achter zich, maar kan ze niet laten zien wat ze kan. Beter zélf zingen. Of dansen én zingen tegelijk? Mwah, in je eentje een musical opvoeren… dat gaat wat lastig. En in je eentje toneelspelen wil ook niet zo erg. Behalve dan weer een grappig stukje, een beetje cabaret-iets, maar of ze dát kan…

                Ze draait en draait in haar bed, bijna duizelig wordt ze ervan. Wilde ideeën houden haar klaarwakker. Tjonge, dat valt nog niet mee, iets kiezen! Pas laat valt ze uitgeput in slaap.



                De volgende dag op school houdt het haar aldoor bezig. Eerst hebben ze kringgesprek, kort gelukkig, en Merel luistert ongeduldig naar de kinderen die vertellen. Daarna moeten ze rekenen. Merel stopt haar pen in de mond en piekert. Dansen? Zingen? Welk liedje? Geen Kinderen voor Kinderen! Een popliedje misschien? Misschien kan April haar daarbij helpen. Iets van de musicalklas?