Waarheen De Storm Ons Voert(146)
‘Je vergeet. m’lord,’ glimlachte zij. ‘Je vergeet, dat je in feite Engelser bent dan ik. Hoe heette die vriend?’
‘Beauregard… Beauregard Grant,’ antwoordde hij vlug.
Zij liet de naam over haar tong rollen en knikte dan. ‘Het is een mooie naam. Ik vind hem mooi. Beauregard Grant Birmingham… zo zal hij heten.’
Nadat hij zijn vinger uit het knuistje van zijn zoon losgemaakt had, opende Brandon de lade van het nachtkastje en haalde er een langwerpig doosje uit, dat hij haar gaf.
‘Uit dankbaarheid, madam, omdat je mij een zoon geschonken hebt.’
Hij maakte het doosje voor haar open en staarde naar de halsketting. die erin lag. Twee lange rijen grote, zeer zorgvuldig uitgekozen parels werden bijeengehouden door een grote robijn, gevat in goudfiligraan.
‘Oh, Brandon, het is fantastisch,’ hijgde zij.
Zijn blik viel op haar hals en op haar boezem en zijn stem klonk hees, toen hij zei: ‘Om de een of andere reden dacht ik dat parels de schoonheid van jouw huid beter zouden doen uitkomen dan diamanten.’
Zij kon haast voelen. hoe zijn blik haar liefkoosde. Een warm gevoel maakte zich weer van haar meester en haar hart klopte in haar keel. Dan wendde hij zijn blik af.
‘Ik ga me verkleden,’ zei hij hees en stond op van het bed. ‘Ik kan me voorstellen dat Abegail de baby zien wil.’
Hij zocht een kostuum uit en draaide zich om. Lang staarde hij haar bewonderend aan voordat hij naar de zitkamer ging om zich te verkleden.
Een poosje later kwam Abegail met Jeff om de baby te bekijken die nu naast zijn moeder in het grote bed lag te slapen. Abegail pakte haar lorgnet en bekeek de pasgeborene zorgvuldig. Dan haalde zij haar wenkbrauwen op en glimlachte tegen Brandon.
‘Wel, ik zie dat een volgende generatie meisjes door een Birmingham belaagd zal worden. Maar ik hoop dat jij in ieder geval van plan bent genoeg nazaten te krijgen om een hoop van deze luchthartige schepseltjes gelukkig te maken. En dat gebeurt niet, als hij de enige blijft.’
Jeff glimlachte even. ‘Er komen er vast een dozijn, maar ik betwijfel of de kinderen allemaal jongens zullen zijn.’
De oude vrouw keek Brandon ondeugend aan. ‘Wel, dan zou er toch nog rechtvaardigheid op de wereld zijn. Een van jullie twee, die de eer van een jong meisje zal moeten verdedigen!!’ Zij grinnikte al bij de gedachte. ‘Je zou je behoorlijk opwinden, als je een ras vrijgezel zou moeten dwingen met je dochter te trouwen, hè Brandon?’ Heather wierp een snelle blik op Brandon en het verbaasde haar toen zij voor het eerst een donkere blos op zijn wangen zag. Jeff glimlachte bij zichzelf, toen hij bemerkte dat zijn broer zich niet op zijn gemak voelde. Maar Mrs. Clark bewonderde opnieuw de baby, zodat zij niets van dit alles bemerkte. Zij had er geen idee van, hoe dicht zij bij de waarheid geweest was.’
‘Jij hebt de wereld een allerprachtigst kind geschonken, mijn beste,’ zei ze tegen Heather. ‘Jij moet wel erg trots op hem zijn, nietwaar?’
Heather glimlachte tegen de oude vrouwen wierp haar man een warme blik toe. ‘Inderdaad, Mrs. Clark, dat ben ik ook.’
Nu de geboorte van zijn zoon voorbij was, wijdde Brandon zijn tijd en energie weer aan de molen om die opnieuw in bedrijf te zetten. Heather bleef in de grote slaapkamer en had zich vast voorgenomen daar niet meer weg te gaan. Alleen met geweld zou men haar daar weg krijgen en iedere dag werd haar aanwezigheid in het vertrek merkbaarder. Eerst bemerkte Brandon haar borstel en kam op de wastafel. Vervolgens namen haar poeders en parfums er hun plaats in. Steeds meer kleren kwamen naast die van hem te hangen in de kleerkast, terwijl haar lingerie in de kast naast zijn spullen belandde. Het werd tenslotte zo, dat hij tussen haar kanten hemden en nachtjaponnen zijn kousen en dassen zoeken moest. Meer dan eens had hij een van haar minuscule zakdoekjes te pakken als hij dacht dat het er een van hem was.
Gezien haar toestand had hij zijn intrek genomen in de zitkamer. Tijdelijk, dat hoopte hij tenminste. Maar heel vaak wierp hij een verlangende blik op het grote bed, want het kleine in de zitkamer was niet gemaakt voor iemand van zijn lengte. Of hij stootte zijn hoofd of zijn voeten staken onder de dekens uit en hij vervloekte dat stomme ding vaak en hartgrondig. Maar hij kon nooit het juiste moment vinden om zijn rechten op te eisen en zijn plaats in het bed naast zijn vrouw in te nemen. Hij zag haar langzaam door het huis gaan en hij wist dat het nog even duren zou voordat hij bevrediging zou kunnen ontdekken bij haar. ofschoon hij haar herwonnen slankheid zeer opwindend en aantrekkelijk vond. Maar zij bood hem niet aan het kleine bed te verlaten. noch het grote met hem te delen. Daarom trok hij heel vaak zuchtend zijn knie?op en maakte wat ervan te maken viel in het kleine bed.