Verbroken(188)
‘Jahaa, mam.’ Sara wierp een woedende blik op het aanrecht. Hare was komen eten, maar ze vermoedde dat het overvloedige maal eigenlijk voor Will was bedoeld. Cathy vond het heerlijk om te koken voor gasten die haar kunsten wisten te waarderen, en Will was bij uitstek zo’n gast. Haar moeder had elk stuk aardewerk in huis uit de kast gehaald, de koffie was in kop-en-schotels opgediend, en Sara had het allemaal vreselijk lief gevonden, tot Cathy aankondigde dat zij de hele afwas moest doen. Hare had zitten balken als een ezel toen hij haar gezicht zag.
‘Probeer je neus eens op te trekken terwijl je naar de afwas zit te staren.’ Tessa kwam de keuken binnen. Ze droeg een opbollend geel nachthemd dat als een tent om haar buik spande.
‘Als je wilt helpen hou ik je niet tegen.’
‘Ik heb in People gelezen dat afwaswater slecht is voor de baby.’ Ze trok de koelkast open en keek naar de bergen eten. ‘Je had samen met ons naar de film moeten kijken. Die was grappig.’
Sara zakte onderuit op haar stoel. Ze was niet in de stemming voor romantische comedy’s. ‘Wie belde er daarnet?’
Tessa schoof met de tupperwarebakjes op de schappen. ‘De ex van Frank. Maxine, weet je nog?’ Sara knikte. ‘Hij wil nog steeds niet naar het ziekenhuis.’
Frank had die middag op het politiebureau een lichte hartaanval gekregen. Gelukkig zat Hare op dat moment iets verderop in het eetcafé, anders was het misschien veel erger afgelopen. Vijf jaar terug zou Sara zo snel mogelijk naar Frank toe zijn gegaan. Nu was ze in het rouwcentrum toen ze het nieuws hoorde, en het enige wat ze voelde was een zeker verdriet. ‘Wat wilde Maxine?’
‘Hetzelfde als altijd. Klagen over Frank. Wat is het toch een koppige ouwe sukkel.’ Tessa zette een bak slagroom op tafel en liep terug naar de koelkast. ‘Gaat het wel?’
‘Ik ben gewoon moe.’
‘Ik ook. Zwanger zijn is hard werken.’ Ze ging tegenover Sara zitten met in haar hand een gebakken kippenpoot die ze in de slagroom doopte.
‘Dat ga je toch niet eten, hè?’
Tessa bood Sara de poot aan.
Tegen beter weten in nam Sara een hapje van de afgrijselijke combinatie. ‘Wauw! Het smaakt zoutig en zoet tegelijk.’
‘En, weet ik wat lekker is?’ Tessa doopte de poot weer in de bak en nam een hap. Terwijl ze nadenkend kauwde, zei ze: ‘Weet je dat ik elke avond voor je bid?’
Onwillekeurig moest Sara lachen. Even snel verontschuldigde ze zich. ‘Sorry. Ik dacht alleen...’
‘Wat dacht je?’
Eigenlijk was dit een goed moment om met de waarheid voor de dag te komen. ‘Ik dacht niet dat je echt in dat alles geloofde.’
‘Ik ben zendeling, stomkop. Wat denk je dat ik de afgelopen drie jaar uitgespookt heb?’
Sara had zich mooi klem gepraat. ‘Ik dacht dat je naar Afrika wilde om kinderen te helpen.’ Ze wist niet wat ze er verder over moest zeggen. Haar zus was vroeger een echte levensgenieter geweest. Soms was het alsof Tessa voor twee van het leven genoot, ook voor Sara, die altijd met haar studie bezig was en later met haar werk. Ondertussen ging Tessa met de een na de ander uit, sliep met iedereen die ze leuk vond en schaamde zich nergens voor. ‘Je moet toegeven dat je geen typische zendeling bent.’
‘Misschien niet,’ beaamde ze. ‘Maar je moet toch ergens in geloven?’