Vanuit Het Graf(99)
'Wat?'
'We hebben het hier al vaker over gehad. Het is voorbij tussen ons. Voor altijd. Begrijp je me?'
'Nee, Caleb. Ik begrijp het niet. Je... Je meent het niet. Vorige keer kwam je ook bij me terug.'
'De vorige keer speelden er meer dingen mee.' Hij dacht aan de baby maar durfde dat niet te zeggen.
'Dat maakt niet uit. Je bent helemaal van San Francisco naar hier gekomen, alleen omdat ik je nodig had.'
'Holly, ik kwam terug om je te helpen. Uit vriendschap. Binnenkort ga ik terug naar huis.'
'Je kunt nog niet weggaan! Je hebt Susans moordenaar toch nog niet gevonden?'
'Het lijkt erop dat we daar vandaag in zullen slagen.'
Uit de plotselinge stilte aan de andere kant van de lijn maakte hij op dat het nieuws haar overviel.
'Wie is het?' vroeg ze.
'Tye Purcell.'
'Madisons broer?'
'Herinner je je hem?'
'Ik herinner me iedereen die ermee te maken had, Caleb. Ik heb je elke stap gevolgd sinds onze eerste ontmoeting. Alleen geloofde ik dat het zou zijn tot de dood ons zou scheiden.'
Toen Caleb hoorde dat haar toon omhoog ging, sneed hij haar snel af voordat haar emoties nog verder met haar op de loop gingen. 'Ik ben moe, Holly. Ik moet opleggen, ja?'
'Maar je houdt van me, Caleb. Alsjeblieft, geef het toe. Je blijft altijd van me houden.'
'Ik hou niet van je, Holly. Niet op de manier die je zou willen.'
Hij hoorde haar snikken. 'Het komt door Madison, hè? Je bent verliefd geworden op haar.'
Caleb zette haar woorden uit zijn hoofd, zette Madison uit zijn hart. 'Wat ik voor Madison voel, gaat jou niets aan, Holly.' Hij verbrak de verbinding.
Madison legde haar hand even op Johnny's arm. Hij zat naast haar in de woonkamer, op de vloer, en speelde Candyland met haar en Brianna. Echt ontspannen was hij niet. Hij bleef maar op de klok kijken en met zijn been wiebelen.
'Alles goed?' vroeg ze.
'Prima.'
Brianna slaakte een opgetogen kreet toen ze een kaart met dubbele rode vierkanten pakte. 'Ik sta voor,' zei ze tartend tegen Johnny.
Schijnbaar onbewogen haalde hij zijn schouders op. Hij was weer aan de beurt.
Madison nam aan dat ze haar broer moest bewonderen omdat hij meespeelde. Ze wist dat hij alleen maar meedeed omdat Brianna hem had gesmeekt een spelletje met haar te spelen. Madison had echter al genoeg aan haar hoofd om zich ook nog zorgen te maken over Johnny.
Sinds Caleb haar vanochtend op de hoogte had gebracht van zijn verdenkingen jegens Tye, had ze zich voortdurend lopen afvragen of haar broer die vreselijke moorden inderdaad had kunnen plegen.
Hoe vreselijk ze die mogelijkheid ook vond, haar gedachten bleven steeds naar Caleb terugkeren.
Haar moeder had haar eerder aan de telefoon gevraagd hoe het met haar afspraakje van onlangs was gelopen. 'Caleb is toch zo'n knappe man, Maddy.'
'Het was niet echt een afspraakje.'
'Heeft hij je gekust?'
'Ik belde niet vanwege Caleb. Ik belde om te zeggen dat Brianna al thuis is en dat ik daarom geen mensen in je huis kan rondleiden.'
'Dat geeft niet, liefje. Denk je dat Caleb al toe is aan een echtgenote?'
'Ma, zo kan het wel weer!'
'Maar het was zo aardig van hem dat hij het gazon heeft: gemaaid. Zulke mannen vind je niet veel meer. Je moet hem strikken nu je de kans hebt.'
'Hij gaat terug naar San Francisco.'
'Wanneer?'
'Binnenkort.' Te snel.
'Laat hem niet gaan, Maddy.'
Natuurlijk had ze haar moeder heel snel de mond kunnen snoeren door simpelweg te vertellen wie Caleb in werkelijkheid was. Maar iets - misplaatste loyaliteit, ongetwijfeld - maakte dat ze haar moeders positieve mening over hem niet wilde schaden. Ze had Annette evenmin verteld dat Johnny degene was die een bezoek aan de begraafplaats had gebracht, noch dat de politie nu Tye natrok. Wat Johnny had uitgevreten, zou zijn relatie met haar moeder niet echt verbeteren. En wat het nieuws over Tye betrof - zij wilde niet degene zijn die het haar moeder en Johnny moest vertellen.
'Waar denk je aan?' vroeg Johnny.
Ze knipperde met haar ogen en probeerde haar aandacht weer bij het spel te krijgen. 'Nergens aan. Ben ik aan de beurt?'
Hij wreef over zijn gezicht, waarbij zijn handpalm over de baardstoppels van enkele dagen oud raspte. 'Al een halve minuut,' zei hij terwijl ze een paarse kaart trok en haar plastic peperkoekpoppetje verschoof.
Tijdens een gesprek eerder die dag had ze Johnny gezegd dat ze hem zou helpen met een nieuw begin. Ze had hem beloofd dat hij na Calebs vertrek in het koetshuis mocht wonen, op voorwaarde dat hij ging afkicken en aan een reclasseringsprogramma deelnam. Hij had echter niets beloofd.
Tot Madisons teleurstelling waren de intimiteit en het wederzijds begrip van de vorige nacht verdwenen. Ze had het gevoel dat Johnny het vervelend vond dat ze hem in een moment van zwakte had meegemaakt.
'Toe, mama, jij bent weer,' zei Brianna.
'Sorry.' In het besef dat ze alweer aan de beurt was, wierp ze haar dochtertje een snel glimlachje toe waarna ze weer een kaart pakte. 'O, nee!' Om Brianna een pleziertje te doen, kreunde ze op gepaste wijze. 'Ik moet terug naar start.'