Vanuit Het Graf(17)
Dit was echter geen normale week geweest. Sinds ze die ellendige doos onder het huis van haar moeder had gevonden, voelde ze zich zo moe alsof er gewichten van vijf kilo aan haar ledematen hingen. Ze was ongeveer een halfuur geleden in bed gestapt en was binnen de kortste keren in slaap gevallen.
Het bonzen ging onverminderd door. Ze greep haar ochtendjas.
'Mama?' Brianna's verwarde stem klonk vanuit haar slaapkamer.
'Ja, lieverd?'
'Is het al tijd om op te staan?'
'Nog niet.'
'Wie is daar?'
'Ik denk onze nieuwe huurder. Hij kan misschien de afstandsbediening voor de televisie niet vinden of weet niet hoe de vaatwasser werkt.' Ze knoopte de ceintuur van haar ochtendjas vast. 'Hij heeft zeker niet gemerkt dat onze lampen uit zijn,' voegde ze er grimmig aan toe.
'We hadden hem niet bij ons moeten laten wonen,' zei Brianna alsof dit voorval bewees dat ze vanaf het begin gelijk had gehad.
Brianna klonk als een echo van haar vader. Bij tijd en wijle gedroeg ze zich ook als haar vader. Vandaag had ze de hele middag boze blikken geworpen op Mr. Trovato terwijl hij zijn bezittingen naar het huisje bracht, hetgeen niet veel bleek te zijn. 'Probeer maar weer te slapen, lieverd,' zei ze.
Bonk, bonk, bonk. Het kloppen klonk inmiddels flink ongeduldig.
Hoe moest Brianna weer in slaap vallen met zo'n herrie? 'Een ogenblikje,' riep ze getergd. Toen ze haar voeten in de vormeloze sloffen liet glijden die Danny haar een jaar geleden voor kerst had gegeven, dacht ze opeens aan de diamanten armband die hij zijn vrouw had geschonken op de dag dat ze haar zwangerschap bekendmaakte.
Madison, die zelf was gestopt met haar studie zodat Danny zijn opleiding af kon maken, had na haar zevenjarige huwelijk slechts zo'n vijfde deel van zijn totale bezittingen gekregen - en die lelijke sloffen. Leslie daarentegen mocht op het statige landgoed wonen en kwam om in de diamanten.
Madison wilde Danny niet meer hebben als hij zich niet kon houden aan zijn belofte 'in goede en in slechte tijden'. Alleen haatte ze de gedachte dat haar dochter nu de solide basis van twee ouders in huis kwijt was.
'Ik kom eraan,' zei ze bij de deur. 'Wie is daar?'
Er kwam geen antwoord, maar het bonzen werd niet minder. Het klonk zo luid dat het Madison op de zenuwen werkte.
'Wie is daar?' vroeg ze, wat strenger nu. Ze deed de buitenlamp aan zodat ze door het kijkglaasje iets kon zien.
Hij stond met zijn rug naar de deur, maar het was zeker Caleb Trovato niet. Dat was haar meteen duidelijk. Caleb Trovato was naar schatting een meter vijfennegentig lang en woog meer dan honderd kilo - allemaal spieren. Hij was zo'n man voor wie vrouwen op een afstand van twintig meter hun hoofd nog omdraaiden. Degene die nu op de stoep stond, was mager, bijna uitgeteerd zelfs. Zijn haar was bijna net zo donker als dat van Mr. Trovato, maar lang zo dik niet.
Haar bezoeker bewoog, waardoor ze een glimp van zijn gezicht kon opvangen.
O, hemel! Het was Johnny.
Ze maakte het veiligheidskettinkje los en deed de deur open voor haar halfbroer. 'Johnny! Wat kom jij hier doen?'
Hij snufte alsof hij allergisch was en schuifelde heen en weer met zijn voeten, terwijl hij haar met roodomrande ogen aankeek. Achter hem schenen de koplampen van een auto in haar gezicht, maar de motor was afgezet.
'Ik heb geld nodig,' zei hij, met de deur in huis vallend. 'Kun jij me uit de brand helpen?'
Johnny en Tye waren bij Madison en haar ouders in huis komen wonen toen Johnny vijftien was en Tye zestien. Vanaf het begin hadden ze al problemen met haar ouders, de school en zelfs met het bevoegde gezag. Met het jongere zusje van acht hadden ze weinig op. In de anderhalf jaar dat ze bij hen in huis hadden gewoond, had Madison Johnny veel aardiger gevonden dan Tye, die veel afstandelijker was. Ze had Johnny min of meer geïdealiseerd omdat hij soms iets leuks voor haar deed. Zo liet hij haar spelen met de straatkatten die hij wel eens meebracht - voordat haar moeder hem de katten terug op straat liet zetten. Hij had vaak met haar gedeeld als hij iets kreeg. Tye daarentegen had haar compleet genegeerd.
'Ben je alleen?' vroeg ze verbaasd. Voorzover ze wist, moest Johnny nog zeker drie jaar achter de tralies zitten.
'Yeah.'
'Er lijkt anders nog iemand te zijn.' Ze tuurde tegen de koplampen in en zag een vage gedaante achter het stuur zitten van wat zo te zien een oude Buick Skylark was.
'Nou, dan ben ik met een vriend. Doet dat er iets toe?'
Wat een nerveuze energie. Onrustig geschuifel. Hij zat vast weer in de problemen. Veel zou hij de afgelopen jaren wel niet veranderd zijn. 'Wanneer ben je vrij gekomen?'
Hij snoof weer. 'Een paar weken geleden, denk ik.'
Hij klonk zo hypernerveus dat Madison vermoedde dat hij de ene dag niet van de andere zou kunnen onderscheiden. Misschien was hij helemaal niet vrijgelaten maar ontsnapt, en was degene in de auto zijn medeplichtige.
Ze trok haar ceintuur steviger aan, zich afvragend wat haar nu te doen stond. Als ze Johnny geld gaf, zou hij daarvan alleen maar meer drugs kopen. Aan de andere kant moest ze hem wel helpen. Behalve Tye, was ze zijn enige familielid, zijn verslaafde moeder niet meegerekend. Bovendien had ze last van een schuldgevoel omdat zij de liefde en steun van hun vader wel had gekend en een goede moeder had, terwijl die van hen hen verwaarloosde.