Reading Online Novel

Tess Gerritsen(41)



Icarus trok als eerste op.

Precies op dat moment reed de bestelauto naar voren om de BMW de pas af te snijden. De lijfwachten stapten uit en riepen boos naar de chauffeur van de bestelauto dat hij aan de kant moest gaan, maar hij negeerde hen en droeg op zijn gemak een krat uien naar La Nonna’s keuken.

Toen pas merkten de lijfwachten dat een van de banden van hun auto was doorgesneden en ze dus gestrand waren. Een hinderlaag. Icarus zag wat er gebeurde en reageerde zoals we verwacht hadden.

Hij gaf plankgas en ging met ronkende motor op weg naar de veiligheid van zijn huis op de heuvel.

Wij zaten in de auto achter hem. Een andere auto, met twee leden van ons team, stond honderd meter verderop te wachten en schoot vlak voor Icarus de weg op. Nu zat de Volvo tussen onze twee auto’s in.

De weg liep in haarspeldbochten tegen de heuvel op en werd steeds smaller. Vlak voor een van de scherpste haarspeldbochten remde de eerste auto om de Volvo te dwingen langzamer te gaan rijden. Het plan was de Volvo tot stoppen te dwingen en Icarus er dan uit te sleuren en naar onze auto over te brengen. In plaats van af te remmen, verraste Icarus ons. Roekeloos gaf hij gas en schoot langs de eerste auto heen, ook al was de ruimte amper breed genoeg.

Niemand zag de vrachtwagen die de heuvel afkwam, tot het te laat was.

Icarus draaide in zijn wanhoop het stuur naar rechts, waardoor de auto tegen de vangrail klapte, terugveerde en dwars op de weg kwam te staan.

De rechterkant van de Volvo werd door de vrachtwagen geramd.

Nog voordat ik was uitgestapt, wist ik dat de vrouw dood was. Ik was degene die het portier aan Icarus’ kant opentrok en als eerste de ravage in het voertuig zag. Lucia’s gebroken lichaam. Het onherkenbare gezicht van de oudste zoon. En kleine Carlo, die nog bij bewustzijn was, maar niet lang meer zou leven. Hij keek naar me en ik zag de vraag in zijn ogen. Het is een vraag waar ik nog steeds geen duidelijk antwoord op heb: waarom?

We sleurden Icarus uit de Volvo. In tegenstelling tot zijn vrouw en kinderen was hij ongedeerd en verzette hij zich uit alle macht. Snel boeiden we zijn polsen en enkels. We duwden hem op de achterbank van mijn auto en gooiden een deken over hem heen.

De verbouwereerde vrachtwagenchauffeur was groggy en duizelig van de botsing en had geen idee wat er nu eigenlijk precies was gebeurd. Hij zou later aan de politie vertellen dat er goede samaritanen waren gestopt die de bestuurder van de Volvo hadden gered en hem vermoedelijk naar een ziekenhuis hadden gebracht. Onze bestemming was echter een privévliegveldje zestig kilometer verderop, waar een gecharterde jet met volle tanks stond te wachten.

We hadden onze taak volbracht, maar het had niet zo moeten eindigen, met drie onschuldige slachtoffers. We zijn gewend geslaagde missies te vieren met whisky en high fives. Die avond waren we stil. We waren bang voor de gevolgen.

We hadden geen idee hoe verschrikkelijk die zouden zijn.





13


De wind floot langs de ramen van dr. Wellivers spreekkamer en vanaf deze hoogte, in de toren van het kasteel, kon Jane goed zien dat donkere wolken zich samenpakten boven de bergen. Er was een zomerstorm op komst en de wind maakte Jane nerveus. Dr. Welliver was bezig kopjes en schoteltjes op een dienblad te zetten. Buiten zag het er onheilspellend uit, maar in de torenkamer met de gebloemde bank, de wierookstokjes en de kristallen hangers voor de ramen was het knus. Een oase van rust waar een getraumatiseerd kind in een gerieflijke fauteuil kon wegzinken en in alle veiligheid zijn diepste angsten delen. Vanwege de wierook leek het eerder op de salon van een excentrieke aardmoeder dan de spreekkamer van een psycholoog en Anna Welliver zag er ook een beetje excentriek uit, met haar weerbarstige grijze krullen, haar bloemetjesjurken en haar orthopedische schoenen.

‘Ik heb de jongen nu achtenveertig uur kunnen observeren,’ zei dr. Welliver, ‘en ik moet zeggen dat ik me zorgen maak.’ Op een apart tafeltje begon de elektrische waterkoker te razen en toen er stoom uit opsteeg, goot dr. Welliver het kokende water in een porseleinen theepot.

‘Waar maakt u zich precies zorgen over?’ vroeg Jane.

‘Zo op het oog lijkt hij zich hier al opmerkelijk goed thuis te voelen. Hij heeft met plezier deelgenomen aan de lessen. Mevrouw Duplessis zegt dat hij boven het niveau van zijn leeftijdgenoten uitsteekt. Meneer Roman heeft hem bij boogschieten een paar pijlen laten schieten en gisteravond trof ik hem in de computerkamer aan waar hij naar YouTube-filmpjes zat te kijken.’

Jane wierp een blik op Maura. ‘Je kunt hier niet mobiel bellen, maar wel op internet surfen?’

‘We kunnen het digitale tijdperk niet buiten de deur houden,’ zei dr. Welliver met een lachje. Haar jurk bolde als een tent op rond haar vlezige lichaam toen ze zich in haar fauteuil liet neerzakken. ‘We hebben uiteraard allerlei ongeschikte websites geblokkeerd en de kinderen weten dat ze nooit persoonlijke informatie zoals hun naam en adres mogen afgeven. Voor hun eigen veiligheid.’