Reading Online Novel

Storm op komst(9)



Het meisje leek met een snelle blik alle activiteit in de kamer in zich op te nemen. Toen viel haar oog op Jake en ze snelde op hem af.

‘Wat is er aan de hand? Weten we dat al? Nous partons tout de suite? Is het een missie?’

Jake voelde zijn hart smelten, want ze sprak met een aanstekelijk zangerig Frans accent en ze stelde de vragen alsof ze Jake al haar hele leven kende. Hij probeerde een zelfverzekerde glimlach op zijn gezicht te toveren, maar kwam niet verder dan een beverige grijns.

‘Toen meneer Norland in het British Museum opdook was ik eerst helemaal uit m’n humeur. Ik had zo veel te doen,’ vervolgde ze, terwijl ze Jake met haar ogen volkomen van zijn stuk bracht. ‘Ik had in mijn onderzoek naar Toetankhamon een kritiek punt bereikt. Il a été assassiné – hij is vermoord – geen twijfel mogelijk: het forensisch bewijs is waterdicht en ik weet zeker dat het die veredelde boekhouder Horemheb is geweest. En toen zei meneer Norland dat we op stel en sprong zouden vertrekken. Heeft meneer Cole niets tegen jou gezegd? Helemaal niets?’

‘Eh... niet echt,’ stamelde Jake, terwijl hij zenuwachtig met een hand door zijn dikke haar ging. ‘Dit is allemaal een beetje nieuw voor me.’

Maar het meisje luisterde niet. Ze had haar aandacht gericht op de deur naar Jupitus’ kantoor, die bewoog alsof er elk moment iemand naar buiten kon komen. Toen wendde ze zich tot de jongen met de papegaai op zijn schouder, die nog steeds verwoed aan het tikken was.

‘Charlie, jij kunt me zeker ook niet vertellen wat er aan de hand is?’

‘Als ik dat deed, zou ik je moeten doden,’ antwoordde hij droog.

Plotseling ging het meisje een licht op en ze keek Jake met gefronste wenkbrauwen aan. ‘Zei je dat dit nieuw voor je was?’

Jake knikte.

Ze hapte naar adem en de glimlach verscheen weer op haar gezicht. ‘Mon Dieu! Jij bent de zoon van Alan en Miriam!’ riep ze uit, waarna ze hem van top tot teen opnam en zelfs om hem heen liep om hem van alle kanten te bekijken. ‘Ik zie de gelijkenis. Je hebt de ogen van je moeder, geen twijfel mogelijk.’

‘Jake ja. Jake word ik eh... meestal genoemd...’ Hij probeerde zijn stem zo diep mogelijk te laten klinken.

‘Topaz Saint Honoré. Enchantée,’ zei ze, terwijl ze Jake met een warme vertrouwelijkheid de hand schudde. Toen veranderde haar toon. ‘Norland heeft me onderweg het nieuws over je ouders verteld. Maak je alsjeblieft geen zorgen over ze: het zijn de vindingrijkste agenten van de hele dienst. En de aardigste.’

‘Ja... oké...’ mompelde Jake.

‘Hoe oud ben je? Ik had me je jonger voorgesteld.’

Bij haar woorden voelde hij zijn keel dichtknijpen, maar hij richtte zich in zijn volle lengte op. ‘O... ik ben veertien. En jij?’ vroeg hij.

‘Vijftien. Net.’

‘En jij bent... Frans?’

‘Bien sûr. Maar wel uit een andere eeuw.’

Jake knikte veelbetekenend hoewel hij geen idee had waar ze het over had.

De deur van het kantoor vloog open.

‘Het is tijd,’ kondigde Jupitus aan. ‘Neem mee wat klaarstaat en ga aan boord van de Escape.’

‘Monsieur Cole. Mag ik vragen wat de reden is voor ons plotselinge vertrek?’ vroeg het meisje, Topaz, terwijl ze hem achternaliep.

‘Orders van het hoofdkwartier. We moeten onmiddellijk terug naar Punt Nul.’ Jupitus overhandigde Charlie de boodschap die hij in zijn kantoor had neergekrabbeld. ‘Telegrafeer dit naar commandant Goethe – zeg haar dat we onderweg zijn en pak dan je boeltje in.’

‘Is onze locatie hier in gevaar gebracht?’ drong Topaz aan. ‘Heeft de huidige situatie iets te maken met de verdwijning van agenten Djones en Djones?’ voegde ze er op fluistertoon aan toe zodat Jake het niet zou horen.

‘Ik tast evenzeer in het duister als jij.’

‘Hoe groot is de kans dat we op een missie worden gestuurd als we eenmaal in Punt Nul zijn?’

‘Ik heb werkelijk geen idee.’

De bedrijvigheid in de kamer nam plotseling toe. De geüniformeerde mannen kwamen in actie; ze tilden de resterende kratten op en brachten ze gejaagd naar de gang.

Te midden van het tumult bleef Jake verstijfd staan. ‘Maar... mijn tante?’ vroeg hij paniekerig aan Jupitus. ‘Ze zou toch komen?’

‘Ze is te laat. We kunnen niet wachten. We hebben haar gewaarschuwd.’

‘Ik kan niet zonder haar gaan.’

‘Je zult wel moeten. In het belang van je ouders. Anker lichten over drie minuten.’ En weg was Jupitus.

De jongen met de bril kwam naar hem toe, met onder zijn arm de vreemde typemachine en op zijn schouder een op en neer wippende meneer Drake. ‘Charlie Chieverley – aangenaam,’ zei hij tegen Jake. ‘Meneer Cole heeft gelijk; in Londen blijven is geen optie. Daar kan je van alles overkomen. Bij ons ben je veel veiliger.’ Meneer Drake krijste instemmend.