Reading Online Novel

Storm op komst(52)



‘De hond. Laat hem hier.’

‘Ja... natuurlijk.’ Von Bliecke wiste het zweet van zijn voorhoofd en keek ontzet naar Felson. Hij knikte naar hem en aaide met zijn gehavende hand over zijn kop. Felson begon te janken, maar zijn meester ging de kamer in, die leeg bleek te zijn.

‘Er is een uitgang aan de overzijde,’ zei Zeldt met een raadselachtige glimlach. Hij sloot de deur en draaide aan de bronzen slangen totdat de deur in het slot viel.

Von Bliecke werd in een inktzwarte duisternis gehuld. Hij hapte naar adem en zijn borst ging zwoegend op en neer. Toen hoorde hij stenen knarsen; de achterwand van de kamer schoof opzij, waardoor er nog een donkere ruimte tevoorschijn kwam. De wand hield stil en de kapitein liep ernaartoe om de ruimte te inspecteren.

‘God sta me bij...’ fluisterde hij ontredderd terwijl hij in de leegte staarde.

Hij had wel eens over deze duivelse plek gehoord, maar was er altijd van uitgegaan dat het een mythe was om Zeldts Zwarte Leger angst aan te jagen. Hij bevond zich ruwweg halverwege een muur die uitkeek op een immens Byzantijns doolhof van oude trappen en gangen, die op ogenschijnlijk onlogische wijze met elkaar in verbinding stonden. Sommige trappen liepen omhoog, andere liepen in een rechte hoek omlaag, en weer andere zagen eruit alsof ze ondersteboven hingen.

Aan de muur tegenover hem meende de kapitein een flauwe rechthoek van licht te zien. Dat was vast de ‘uitgang’ waar prins Zeldt het over had gehad, dacht hij. Het was zijn enige kans – ook al was Von Bliecke slim genoeg om te beseffen dat die kans vrijwel nihil was.

Behoedzaam zette hij zijn voet op de dichtstbijzijnde tree. Maar de trap, die een onnatuurlijke hoek maakte, was gemeen bedrieglijk en zijn voet kwam in het niets neer. Hij viel zeven meter omlaag en schreeuwde het uit van pijn toen de botten van zijn enkels versplinterden.

Toen hij zich omdraaide zag hij drie slangen met lijven zo dik als lantaarnpalen over de vloer naar hem toe glijden. Ze richtten zich op en sperden hun inktzwarte muil open.

Boven, in de bibliotheek, luisterde Zeldt met gespitste oren naar de kreten van doodsangst. Felson rilde en Paolo begon te hyperventileren.

Toen het geschreeuw eindelijk stopte, nam de prins weer plaats op zijn troon. ‘Hij begreep me misschien niet goed toen ik zei dat de maaltijd daar werd geserveerd... Híj was de maaltijd.’ Zeldt keek naar Nathan en Paolo. ‘Het leven is zo vluchtig,’ mijmerde hij op melancholische toon. ‘We moeten van elk moment genieten.’

‘Nog even over de agent die jullie níét hebben kunnen vangen,’ sprak Nathan. ‘Hij is waarschijnlijk de beste agent die ooit voor de Dienst heeft gewerkt. Je bent er geweest – en hoe!’

Zeldt glimlachte dunnetjes en richtte zich tot de soldaat. ‘Sluit ze op in de berg. In het donker.’

Paolo snotterde hulpeloos toen Nathan en hij de zaal uit werden gevoerd.

Nathan had zijn stem verheven. ‘Geloof je me niet?’ riep hij. ‘Wacht maar. Jake Djones is onze tópagent. Hij is je al op het spoor. Wees gewaarschuwd: hij is meedogenloos, vlug als water, glad... als een panter!’





16

Het treffen in het bos


Jake struikelde over een van de scheerlijnen en ging languit. Toen zijn knie een grote steen raakte, vertrok zijn gezicht van pijn. Hij keek om zich heen of iemand het had gezien en krabbelde weer overeind.

Het was bijna tien uur en de meeste soldaten sliepen. Drie van hen, ieder met een lantaarn, stonden aan de rand van het kamp op wacht, duidelijk zichtbaar in het maanlicht. Jake stond in de schaduw achter de tenten en hield het paviljoen van Mina scherp in de gaten.

In het paviljoen brandde kaarslicht en de silhouetten van Talisman Kant en Mina Schlitz die de maaltijd beëindigden tekenden zich scherp af op het tentdoek. Uiteindelijk stond Kant op, boog en verliet de tent. Met zijn ogen volgde Jake de man, die naar zijn woonwagen liep, erin klom en de deur achter zich dichtsloeg.

Dit was het moment om in actie te komen.

Met trillende hand haalde Jake de vonkdoos tevoorschijn die Nathan hem had gegeven. Hij knielde neer, maakte vuur en hield het vlammetje bij het bosje droog gras dat hij in zijn andere hand hield. Toen het vuur knetterend oplaaide legde Jake het bosje tegen de onderkant van de dichtstbijzijnde tent. Het droge tentdoek vatte onmiddellijk vlam en stond binnen enkele tellen in lichterlaaie.

Plotseling gebeurde alles tegelijk: schreeuwende soldaten kwamen verward hun tent uit, degenen die op wacht hadden gestaan kwamen aangehold en iedereen rende naar de rivier om water te halen. Het vuur verspreidde zich razendsnel over de rij tenten.

Jake zag Mina in haar peignoir uit het paviljoen komen, en toen ze naar het brandende spoor van vernieling marcheerde sloop hij door de schaduw om haar tent heen en glipte naar binnen.