Hoofdstuk 1
Ze was te laat. Tien minuten te laat.
Sam keek op zijn horloge, waarna hij fronsend nog wat mineraalwater in zijn glas schonk.
Misschien had ze zich wel bedacht. Nou, echt kwalijk kon hij haar dat niet nemen. Zelf kon hij ook zo een paar pagina’s vullen met plaatsen waar hij vanavond liever zou zijn.
Hij zou haar tot half negen de tijd geven, besloot hij. Als ze er dan nog niet was, was hij vertrokken. Per slot van rekening stonden er nog genoeg anderen op zijn lijstje – en zij was niet eens zíjn keuze geweest.
Eenzaam in Londen, zo was de advertentie in de Daily Clarion begonnen. Liefde, een huwelijk… Zijn er nog wel meisjes die daarnaar verlangen? Jij misschien? Plus een postbusnummer.
Het was een prima lokaas gebleken, want er waren massa’s reacties op gekomen.
Zijn afspraak voor vanavond was naamloos. Ze had haar brief enkel ondertekend met: Op zoek naar liefde.
Ze was uitgekozen omdat ze schoonheidsconsulente was en iets jonger dan de rest. Maar het feit dat haar brief was afgestempeld in Chelsea, zou er ook wel eens iets mee te maken kunnen hebben.
Dat was ook de reden dat hij nu zat te wachten in het trendy Marcellino’s in plaats van in een doorsnee trattoria of wijnbar.
Rusteloos dwaalde zijn blik voor de zoveelste keer naar de deur van het restaurant, waarbij hij een glimp van zichzelf opving in de spiegel ernaast. Onwillekeurig kromp hij even ineen. Het goedkope pak glom uitbundig in het lamplicht, zijn donkere, krullende haar was kortgeknipt en rijkelijk voorzien van gel, zodat het aan de zijkanten idioot uitstak, en een bril met een gouden montuur prijkte op zijn neus.
Ik kan zo meedoen aan de verkiezing van de Sul van het Jaar, dacht hij somber.
De gerant had even overwogen hem niet binnen te laten. Hij had het duidelijk in ’s mans blik gelezen. Dat was hem nog nooit eerder overkomen, en dat zou het ook nooit meer wanneer dit eenmaal achter de rug was, nam hij zich grimmig voor. Wanneer alles in zijn leven weer bij het oude was.
Als dat ooit zou gebeuren. Hij perste zijn lippen op elkaar. Als hij er ooit in slaagde om weer uit het gat te klauteren dat hij zelf had gegraven.
Tja, en wat betreft zijn afspraak voor vanavond, die zou waarschijnlijk één blik op hem werpen om dan gillend de benen te nemen. Dat wil zeggen, áls ze nog kwam opdagen.
Zonder een greintje enthousiasme nam hij nog een slokje water. Waar hij nu behoefte aan had was een dubbele whisky, of iets anders om zich wat moed in te drinken. Alleen kon hij zich dat helaas niet veroorloven. Hij moest een helder hoofd houden wilde hij dit tot een goed einde brengen.
Nogmaals keek hij op zijn horloge. Nog vijftien minuten, dan ben ik hier weg. En die kunnen me niet snel genoeg gaan.
Rosamund Craig zat nerveus in het hoekje van haar taxi. Het afgelopen kwartier waren ze amper vooruitgekomen, en nu stond het verkeer zelfs helemaal stil.
Eén telefoontje, dan was je overal vanaf geweest, oen, foeterde ze op zichzelf. Waarom moest je ook zo nodig nobel zijn? Je lijkt wel niet goed bij je hoofd!
Zo onopvallend mogelijk trok ze de zoom van het strakke, zwarte stretchjurkje naar beneden. Zelf zou ze nooit zoiets uitkiezen. Klassiek, dat was meer haar stijl, in gedempte tinten zoals taupe, beige of grijs. Dit strakke zwarte ding met het knalrode jasje was haar veel te opzichtig.
Net als de pumps met de bespottelijk hoge hakken aan haar voeten. Als ze daar geen verstuikte enkel aan overhield, dan mocht ze haar handjes dichtknijpen.
Hoewel, als dat het enige was, dan mocht ze nog niet klagen. Was het eigenlijk niet veel verstandiger om er maar helemaal mee te stoppen? Ze kón nog terug.
Ze leunde net naar voren om de chauffeur te vragen om te keren, toen de taxi naar voren schoot, waardoor ze met een smak naar achteren werd geworpen.
Goed, ik moet dus kennelijk door de zure appel heen bijten, dacht ze, terwijl ze snel haar jurk omlaagtrok en het lichtbruine haar uit haar gezicht streek. Ach, en zo zuur was het nu ook weer niet. Ze ging een hapje eten in een uitstekend restaurant, waarna ze zich met een smoesje uit de voeten zou maken, nadat ze de goede man op een tactvolle manier had laten weten dat hij niet op een tweede afspraak hoefde te rekenen.
Zo werd er niemand gekwetst, hield ze zichzelf voor terwijl ze de glazen deuren van Marcellino’s openduwde.
Een ober kwam op haar toe snellen. ‘Heeft de signora gereserveerd?’
‘Ik heb hier met iemand afgesproken,’ vertelde ze hem. ‘Met Mr. Alexander.’
Even flitste er iets van ontzetting over het gezicht van de man. Hij herstelde zich echter razendsnel. Na haar jasje te hebben overhandigd aan een lagere in rang, ging hij haar beleefd voor naar de bar.
Een aantal hoofden in de drukke bar keerden zich in haar richting. Even aarzelde Ros. Wie van hen zou Mr. Alexander zijn?
‘Het tafeltje in de hoek, signora.’ De stem van de ober klonk gelaten.