Hoofdstuk één
Het feest was al uren aan de gang en een deel van de feestgangers begon al vermoeide ogen te krijgen. Anderen waren aanmerkelijk frisser. Door de alcohol en vooral als gevolg van wat sterkere middelen nam de aandacht voor het andere geslacht toe. Hoewel, sommigen hadden misschien een wat meer eenzijdige voorkeur, maar die hadden het hier minder naar hun zin omdat dit toch vooral een straight gezelschap was.
Eigenlijk was het een personeelsfeest, maar het merendeel van het personeel was niet aanwezig. LinkSum of Sweden AB had ondanks zijn naam niet veel Zweden op de loonlijst. Het grootste deel van het personeel verdiende zijn brood in Wit-Rusland, waar LinkSum Chemicals een van zijn fabrieken had. De andere fabriek stond in Polen, maar die moest noodgedwongen worden verplaatst omdat de rivier de Oder onlangs buiten zijn oevers was getreden. Hierdoor stond het laboratorium nu onder een laag van twee meter smerig water.
De avond van het feest was goed gekozen. Het was eind juli en warm, bijna drukkend. De mensen van het cateringbedrijf hadden dagenlang hun best gedaan het kleine, enigszins vervallen restaurant aan de oever van het meer Mälaren iets ten westen van Stockholm, om te toveren tot een glitterend Hollywood-decor. Het plafond was verlaagd met behulp van hangende, rechthoekige plastic elementen en daartussen brandden rode en gele lampen. Niet dat er veel licht nodig was. Het betoverende licht van deze nazomeravond viel door de grote ramen aan de kant van het spiegelende wateroppervlak.
Door diezelfde ramen waren ook de zwemsteiger te zien en de oude duiktoren met de drie duikplanken: een twee-, een vijf- en een tien-meterplank. Hier hadden vele generaties jongeren ooit hun zwemdiploma gehaald, hier was gespeeld en herrie gemaakt. De jaren erna schoten de zwemparadijzen als paddestoelen uit de grond en omdat hier geen waterglijbanen waren noch andere tropische imitaties, werd het aantal bezoekers almaar minder. Natuurlijk, er kwamen anderen, doch die kwamen hier zelden om te zwemmen.
De avond voorafgaand aan het feest was het zand van de oever grondig aangeharkt om alle overblijfselen van de kampvuurfeestjes te verwijderen. Op de laadvloer van de rood-witte auto van het cateringbedrijf stonden twee grote plastic containers met lege flessen naast enkele zakken, gevuld met blikjes. Ook stond er een mand met injectienaalden en ander spul dat jongeren tegenwoordig nodig hebben om zich te vermaken.
De steiger was geïnspecteerd en sterk genoeg bevonden om te gebruiken. Er was een brede, rode mat op uitgerold. Ook stonden er een paar tafels en stoelen. Een van de tafels werd gebruikt door een groepje dat koffie zat te drinken en proostte met Franse cognac.
Vanaf die plek kon je duidelijk zien dat ook de duiktoren een flinke opknapbeurt had gehad. Het houtwerk was wit geschilderd, hoewel wat slordig, maar van een afstand zag je dat niet. Over de duikplanken lagen net zulke matten als op de steiger. Ze waren zo breed, dat ze zowel van voren als aan de zijkanten ruim een meter over de rand hingen.
Op deze lichte avond waren fakkels eigenlijk verspilling, maar toch stonden ze op alle duikplanken: grote rode blikken kaarsvet met een vierkante pit erin, en uit alle blikken flakkerden de vlammen.
Binnen in het restaurant zat de gastheer van die avond samen met enkele vrouwen op een bank bij een van de ramen. Hij had net zijn sigaret uitgemaakt en een kelner haastte zich om de vuile asbak te vervangen door een schone. De man zag eruit alsof hij zich niet veel van conventies aantrok. Hij droeg een tot z’n knieën reikende witte bermuda en een witte katoenen trui. Deze luchtige kleding liet duidelijk zien dat hij zijn 38-jarige lichaam goed in vorm hield. Hij had een smal gezicht en een brede, tamelijk lange neus die ervoor zorgde dat de verhoudingen in zijn gezicht leken zoekgeraakt. Zijn hoofd was bedekt met donker haar in een soort Elvis-coup, keurig gewassen maar vervolgens ingesmeerd met een soort gel om een vette kuif te creëren. Zijn haar was zo gekamd, dat het de uitstaande oren accentueerde. Zijn mond werd omlijst door vlezige lippen die sensueel, bijna gulzig mooi zouden zijn, tenminste als het vrouwenlippen waren geweest. Zijn grijsblauwe ogen keken nu zacht, maar zij die hem kenden, wisten dat die blik kon verharden en een diepe haat uitstralen. Als dat gebeurde, werd hij lelijk. Maar als hij glimlachte – en de glimlach leek bij zijn natuur te horen – zag hij er zeer aantrekkelijk uit.