Reading Online Novel

Politie(99)



‘Het mysterie van de gesloten kamer?’

‘Of simpeler. Bijvoorbeeld dat de politieman zijn post heeft verlaten of heeft geslapen en dat begrijpelijkerwijs niet wil toegeven. Of dat hij, direct of indirect, heeft meegewerkt aan de moord.’

‘Als hij zijn post heeft verlaten of heeft geslapen, dan zou de moord gepleegd zijn onder toevallig gelukkige omstandigheden en dat geloven we niet, is het wel?’

‘Nee, Arnold, dat doen we niet. Maar hij kan van zijn plaats zijn gelokt. Of zijn verdoofd.’

‘Of omgekocht. Je moet die politieman oproepen voor verhoor!’

Harry schudde zijn hoofd.

‘Waarom in hemelsnaam niet?’

‘Ten eerste ben ik geen politieman meer. Ten tweede is de politieman dood. Hij was die dode in de auto bij Drammen.’ Harry knikte tegen zichzelf, tilde zijn koffie op en nam een slok.

‘Wel verdomme!’ Arnold leunde over de tafel. ‘En ten derde?’

Harry gaf Nina een teken dat hij de rekening wilde hebben. ‘Zei ik dat er een ten derde was?’

‘Je zei “ten tweede” in plaats van “en ten tweede”. Alsof je midden in een opsomming was.’

‘Nou, ik zal mijn Noors aanscherpen.’

Arnold hield zijn grote, harige hoofd iets schuin. En Harry zag de vraag in de blik van zijn collega: als dit een zaak is die jij niet zult onderzoeken, waarom vertel je me dit dan?

‘Eet op,’ zei Harry. ‘Ik moet college geven.’



De zon gleed over een bleke hemel, landde zacht aan de horizon en kleurde de wolken oranje.

Truls Berntsen zat in zijn auto en luisterde met een half oor naar de politieradio terwijl hij op het donker wachtte. Wachtte tot de lichten in het huis tegenover hem aangingen. Wachtte tot hij haar zag. Slechts een glimp van Ulla zou genoeg zijn.

Er was iets aan de hand. Hij hoorde het aan de communicatie, iets wat naast het gewone, routinematige, kalme radioverkeer plaatsvond. Korte, intense berichten die tussendoor kwamen alsof ze de opdracht hadden gekregen de radio niet meer dan noodzakelijk te gebruiken. En het was niet wat er werd gezegd, maar meer wat er niet werd gezegd. De manier waarop het niet werd gezegd. Staccato zinnen die ogenschijnlijk over inspectie en transport gingen, maar zonder dat er adressen, tijdstippen of namen van personen werden genoemd. Er werd gezegd dat de politiefrequentie vroeger de vierde plaats innam van populairste radiozenders in Oslo, maar dat was voordat deze onlangs werd gecodeerd. Toch spraken ze vanavond met elkaar alsof ze doodsbang waren iets te verraden.

Daar waren ze weer. Truls zette het volume harder.

‘Nul één. Delta twee nul. Alles is rustig.’

Mobiele Eenheid Delta. Een gewapende actie.

Truls pakte zijn kijker. Keek naar het raam van de woonkamer. Het was moeilijk haar in dit nieuwe huis te zien, het terras voor het nieuwe huis zat in de weg. Bij hun oude huis kon hij tussen de struiken gaan staan en recht in hun kamer kijken. Haar zien zitten op de bank met haar voeten onder zich gevouwen. Blote benen. De blonde lokken uit haar gezicht zien strijken. Alsof ze wist dat ze geobserveerd werd. Zo mooi dat hij wel kon janken.

De hemel boven de Oslo-fjord ging van oranje naar rood en toen naar violet.

Die was zwart geweest in de nacht dat hij in de Åkebergvei vlak naast de moskee had geparkeerd. Hij was naar het hoofdbureau gelopen, had zijn id-kaart op zijn borst gehangen voor het geval ze vanuit het wachthokje naar hem keken, had de deur naar het atrium opengedraaid en had de trap genomen naar de kelder waar het magazijn voor bewijsmateriaal was. Hij had zichzelf binnengelaten met een kopie van de sleutel die hij al meer dan drie jaar in zijn bezit had. Hij had zijn nachtkijker opgezet. Hij was daarmee begonnen toen een brandende lamp tijdens een job als mol voor Asajev de aandacht had getrokken van een Securitas-medewerker. Hij was snel geweest, had de doos met bewijsmateriaal met de juiste datum gevonden. Hij had het zakje met daarin de 9mm-kogel die ze uit het hoofd van Kalsnes hadden gepulkt vervangen door een kogel die hij in zijn jaszak had.

Het was alleen wat vreemd dat hij het gevoel had dat hij niet alleen was.

Hij keek naar Ulla. Voelde zij dat ook zo? Was het daarom dat ze af en toe opkeek van haar boek en naar het raam keek? Alsof er iemand buiten was. Iets wat op haar wachtte.

Ze spraken weer door de radio.

Hij wist waar ze het over hadden.

Begreep wat ze hadden gepland.





Hoofdstuk 25

D-day liep langzaam ten einde.

De portofoon kraakte zacht.

Katrine Bratt schoof heen en weer over het dunne ligmatje. Ze tilde de kijker weer op en keek naar het huis in Bergslia. Donker en stil. Zoals het bijna de hele dag was geweest.

Er moest snel iets gebeuren. Over drie uur hadden ze een nieuwe datum. Een verkeerde datum.

Ze rilde. Maar het kon erger. Bijna tien graden overdag en geen neerslag. Maar nadat de zon was ondergegaan, was de temperatuur gezakt en begon ze het koud te krijgen ondanks de winterse kleding en het donzen jack dat volgens de verkoper ‘… achthonderd op de Amerikaanse schaal, niet de Europese dus’ was. Had iets te maken met de warmte gedeeld door het gewicht. Of was het veren per een of ander volume? Maar juist nu zou ze wensen dat ze iets warmers had dan achthonderd. Een man bijvoorbeeld tegen wie ze aan kon kruipen…