Politie(123)
Aune smoorde een hik toen hij Valentin Gjertsens hand uit de rugzak zag komen. Het licht blonk in het staal.
‘Wist je dat dit een survival knife wordt genoemd?’ zei Valentin. ‘Een beetje misleidend in dit geval. Maar het kan voor zo veel worden gebruikt. Dit bijvoorbeeld…’ Hij ging met zijn vingertop over het gekartelde deel van het blad. ‘… daarvan weten de meeste mensen niet wat het is. Ze vinden alleen dat het er naar uitziet. En weet je wat?’ Hij lachte dat kleine, lelijke lachje weer. ‘Ze hebben gelijk. Als je het mes over een keel haalt, zo…’ Hij liet het zien. ‘Dan haakt het in de huid, scheurt die open. En bij de volgende halen trekt het dat wat daaronder zit kapot. Het dunne vlies rond een ader bijvoorbeeld. En als dat de hoofdslagader is… dan is dat een beetje jammer, zal ik je zeggen. Maar wees niet bang. Dat zul jij niet krijgen, dat beloof ik.’
Ståle voelde dat hij duizelig was. Hoopte bijna op een hartaanval.
‘Dus in feite is er nog maar één ding dat overblijft, Ståle. Is het goed dat ik je aan het eind Ståle noem? Dus hoe luidt de diagnose?’
‘Dia… dia…’
‘De diagnose. Grieks voor “onderscheiding”, is het niet? Wat scheelt me, Ståle?’
‘Ik… ik weet niet, ik…’
De beweging die daarna volgde, ging zo snel dat Ståle Aune niet de tijd had om een vinger te verroeren, zelfs al had hij het geprobeerd. Valentin was uit het zicht en hij hoorde zijn stem nu van achteren komen, vlak naast zijn oor.
‘Natuurlijk weet je dat, Ståle. Je hebt je hele professionele leven al te maken met mensen zoals ik. Niet precies zoals ik, uiteraard, maar op wie ik lijk. Foute mensen.’
Ståle zag het mes niet meer. Hij voelde het. Tegen zijn trillende onderkinnen terwijl hij zwaar door zijn neus ademde. Het leek bovennatuurlijk dat een mens zo snel van plaats kon wisselen. Hij wilde niet dood. Hij wilde leven. Er was geen plaats voor andere gedachten.
‘Er… er is niets fout aan jou, Paul.’
‘Valentin! Toon een beetje respect. Ik sta hier en ik wil je laten leegbloeden terwijl mijn pik zich vult met bloed. En jij zegt dat er niets mis met me is?’ Hij lachte in Aunes oor. ‘Vooruit. De diagnose.’
‘Knots knettergek.’
Ze tilden beiden hun hoofd op. Keken naar de deur waar de stem vandaan kwam.
‘Het consult is voorbij. Je kunt betalen bij de kassa als je weggaat, Valentin.’
De lange, breedgeschouderde gedaante die de deuropening vulde, stapte naar binnen. Hij sleepte iets mee en het duurde een seconde voor Ståle begreep wat het was. De stang van de halter boven de bank in de gemeenschappelijke ruimte.
‘Hou je erbuiten, smeris,’ siste Valentin en Ståle voelde het mes tegen zijn huid drukken.
‘De surveillancewagen is onderweg, Valentin. De race is gelopen. Laat de dokter nu gaan.’
Valentin knikte naar het raam. ‘Ik hoor geen sirenes. Ga weg of ik steek nu onze dokter dood.’
‘Dat geloof ik niet,’ zei Harry Hole, de stang optillend. ‘Zonder hem heb je geen schild.’
‘In dat geval,’ zei Valentin en Ståle voelde hoe zijn arm op zijn rug werd gedraaid zodat hij wel moest gaan staan. ‘Laat de dokter gaan. Samen met mij.’
‘Neem mij,’ zei Harry Hole.
‘Waarom zou ik dat doen?’
‘Ik ben een betere gijzelaar. Met hem riskeer je paniek en flauwvallen. En je hoeft er niet over na te denken wat ik verder nog van plan ben.’
Stilte. Door het raam konden ze in de verte een geluid horen. Misschien een sirene, misschien ook niet. Ståle voelde de druk van het lemmet minder worden. Toen – op het moment dat hij adem wilde halen – voelde hij een steek, hoorde het geluid van iets wat doorgesneden werd. Iets viel op de grond. Het vlinderstrikje.
‘Als je je verroert…’ siste de stem in zijn oor voor hij zich tot Harry wendde.
‘Zoals je wilt, smeris, maar laat eerst die stang vallen. Daarna ga je met je gezicht naar de muur staan, benen van elkaar en…’
‘Ik ken de procedure,’ zei Harry, hij liet de stang vallen, draaide zich om, zette zijn handpalmen hoog tegen de muur en spreidde zijn benen.
Ståle voelde de greep rond zijn arm verslappen en in het volgende ogenblik zag hij Valentin achter Harry staan, zijn arm op zijn rug draaien en het mes tegen zijn keel leggen.
‘Dan gaan we, handsome,’ zei Valentin.
Toen waren ze de deur uit.
En Ståle kon eindelijk ademhalen.
Buiten kwam en ging het sirenegeluid met de wind.
Harry zag het verschrikte gezicht van de receptioniste op het moment dat Valentin en hij zonder iets te zeggen als een tweekoppige trol op haar af kwamen. In het trappenhuis probeerde Harry langzamer te lopen, maar hij voelde direct een stekende pijn in zijn zij.