Onvoorwaardelijk(89)
‘Waren jullie familie?’
‘Nee. Mijn eerste moeder was maar een buurvrouw. Ze stierf in het kraambed en de baby, een meisje, stierf met haar.’
‘Wat erg.’
‘Treur maar niet. Ik voel me gezegend met Rachel Cox als moeder. En de kinderen die ik broertjes en zusjes mag noemen.’
‘Heb je nog herinneringen aan je eerste moeder, zoals je haar noemde?’
Thomas’ ogen bleven in gedachten rusten op de zee in de verte. ‘Heel veel, al zie ik haar trekken niet meer zo goed voor me als vroeger.’ Hij pakte een steentje op en gooide het weg.
Charlotte slikte een brok in haar keel weg. Zacht vroeg ze: ‘Mis je haar?’
Hij keek haar verbaasd aan. Haar stem had gebeefd en ongetwijfeld zag hij ook de tranen in haar ogen. Hij richtte zijn blik weer op de zee. Hij zweeg een tijdje, plukte aan de steentjes naast zijn benen, nam ze in zijn grote handen. Uiteindelijk zei hij: ‘Ik heb alles wat ik zou kunnen wensen met mijn familie hier. Maar... ja, er is een... een stil verlangen naar haar. Ik ben een man van tweeëntwintig, maar ik droom soms nog steeds van haar. In de droom kan ik haar gezicht niet zien, maar ik voel haar armen om me heen.’
Charlotte knikte en beet op haar lip. Er rolden tranen over haar wangen. Thomas keek ernstig naar haar. Hij zei niets, maar wachtte alleen.
Ze deed haar mond open en weer dicht. Toen fluisterde ze met bevende stem: ‘Mijn zoon... wordt bij iemand anders grootgebracht.’
Langzaam knikte hij begrijpend. ‘Edmund?’ vroeg hij zacht.
Ze knikte, en geen van beiden sprak meer.
Zodra Charlotte de salon binnenstapte, kwam mevrouw Taylor overeind van de canapé. ‘U bent lang weggebleven, juffrouw Lamb. Ik begon al te vrezen dat ik u – en mijn dochter – nooit meer terug zou zien.’ Ze glimlachte erbij, maar op haar gezicht stond een begrijpelijke mengeling van opluchting en ongenoegen te lezen.
‘Neem me alstublieft niet kwalijk, madame. Ik heb Anne meegenomen voor een wandeling en ben de tijd vergeten.’
Pas toen zag Charlotte de oudere vrouw die tegenover mevrouw Taylor zat, half verscholen achter de vleugels van de hoge leunstoel. De dame was in de vijftig en had een prachtige coiffure van zilvergrijs haar onder een elegante zwarte hoed.
‘Mevrouw Dillard heeft bijna een uur zitten wachten om Annette te zien.’
‘Neemt u me niet kwalijk. Ik wist niet dat u gasten verwachtte.’ Charlotte overhandigde het kleine meisje aan haar moeder.
‘Hier is ze, mevrouw Dillard,’ zei mevrouw Taylor. ‘Is ze niet prachtig?’
De oudere vrouw stond op en Charlotte zag dat haar kleren weliswaar praktisch waren, maar schitterend gemaakt. Mevrouw Dillard stapte met waardig gemak over het tapijt. ‘Ja, schattig.’ Ze klopte het kindje met beringde vingers op het hoofdje. ‘Ze lijkt precies op u.’
‘Dank u. Gaat u toch alstublieft weer zitten, mevrouw Dillard. Ik zal bellen om meer thee.’
Maar de vrouw bleef staan. ‘Nu ik kennisgemaakt heb met uw mooie dochtertje, moet ik echt gaan. De vergadering van de liefdadigheidsdames begint...’ ze tilde het hanghorloge op dat aan een ketting om haar middel hing, ‘lieve help, een halfuur geleden.’
‘Het spijt me erg dat ik u heb laten wachten, mevrouw Dillard,’ verontschuldigde mevrouw Taylor zich.
‘Excuses zijn niet nodig. Ik begrijp hoe moeilijk het is om een betrouwbare voedster te vinden.’ De vrouw sprak alsof Charlotte niet in de deuropening stond. ‘Mijn dochter heeft er in de afgelopen vier maanden twee versleten. De eerste at de hele provisiekast leeg.’ Ze trok haar handschoenen aan. ‘Dank u voor de vriendelijke uitnodiging, mevrouw Taylor. Ik hoop dat u zult genieten van uw vakantie hier.’
Mevrouw Taylor glimlachte gedwongen. ‘Heel vriendelijk. Dank u.’
De vrouw wenste haar goedendag. Charlotte hield haar adem in en bereidde zich voor op het ergste.
De deur ging dicht, maar Lizette staarde de vrouw nog steeds na. ‘Er komt geen tegenuitnodiging, dat beloof ik u.’
‘Het spijt me, madame.’
‘Ja... u hebt me niet geholpen om indruk te maken op de dames.’ Ze liet zich zwaar neer op de canapé, Anne verdringend, en maakte een fatalistisch handgebaar. ‘Maar ze zouden toch niet onder de indruk zijn geweest. De andere twee dames vertrokken voordat de thee zelfs maar was opgediend. Ze herinnerden zich ineens een kerkelijke vergadering waar ze “beslist bij moesten zijn”. Het verbaast me nog dat mevrouw Dillard zo lang is gebleven.’
Voordat Charlotte een troostend antwoord kon bedenken, vervolgde mevrouw Taylor: ‘Ze reageerden gretig genoeg op mijn geschreven invitatie. En wat lachten ze breed toen ze kwamen; verrast zeker dat de vrouw van een dokter zo mooi gekleed was. Maar toen ik begon te praten verdwenen die lachjes al snel. Toen ze doorkregen dat ik Frans was, wisten ze niet hoe gauw ze moesten verdwijnen.’