Krijgsraad(83)
'Jij schijnt over dat soort zaken alles te weten. Waarom handelen jij en Gregor het niet even af?' oppert Wolf listig.
'Waarom ga je zelf niet even mee?' vraagt Gregor, die nerveus op zijn stoel zit te wippen. 'Je zou natuurlijk recht zijn varkensstal kunnen binnenlopen en schieten op alles wat beweegt. Ongetwijfeld zou je Sieg mét het hele zootje raken.'
'Reken maar niet op mij,' verkondigt Tiny categorisch. 'Hoe komen we daar nog weg als de schietijzers leeg zijn?'
'Misschien valt je iets in terwijl je daar bezig bent?' pest Wolf hem.
'Nee, dat wordt niks,' verwerpt Gregor deze gedachte gedecideerd. 'Zo gevaarlijk als de pest.'
Na een langdurig palaver stemmen Tiny en Gregor er ten slotte in toe om naar Petsamojoki te gaan en het karwei vlug en doelmatig af te handelen.
'Sieg verlaat iedere avond zijn bureau om naar zijn kamers in de Starkajastraat te gaan,' legt Porta hun uit. 'Meestal is het kreng alleen. Het is een fluitje van een cent om hem koud te maken als hij door de Jyväskulästeeg loopt. Als jullie tegelijkertijd op hem losbranden blaas je hem gegarandeerd zijn lamp uit!'
'Maar als hij nu eens een van die Lapse hoeren bij zich heeft?' vraagt Gregor bezorgd.
'Als die in de weg loopt maak je haar ook koud,' besluit Wolf zonder aarzelen. 'Zulke vrouwen moeten maar eens leren dat het riskant is om met Duitsers rond te wandelen, vooral wanneer ze bij de Geheime Feldpolizei horen. Misschien werkt het zelfs preventief en kunnen die smeerlappen geen griet meer versieren – en dat zou ik dolgraag willen meemaken!'
'Het staat me niet aan,' zegt Gregor onrustig. 'Mijn primitieve instinct zegt me dat het niet goed is. En wat doen we als er een massa schietgrage types in de buurt rondhangen? Kogels zijn niet kieskeurig – die kan het niet verdommen wie ze perforeren.'
Met enige angst klauteren ze in het amfibievoertuig dat Wolf voor deze klus heeft georganiseerd.
'Neem hem te grazen als hij de Starkajastraat indraait,' stelt Hofmann voor. 'Het is daar zo donker als in die helm van jou. Je kunt hem even gemakkelijk om zeep helpen als een kannibaal een banaan!'
'Eten kannibalen dan bananen?' vraagt Tiny met een domme uitdrukking op zijn gezicht.
'Stel toch niet zulke stompzinnige vragen, Creutzfeldt!' zegt Hofmann scherp. 'Weg jullie, en verminder de last van onze zorgen met één!'
Als ze de Tölö-straat doorrijden ontdekken ze Emil Sieg.
'Heilige Moeder van Kazan, daar heb je onze schietschijf!' roept Gregor opgewonden. Met een geweldige sprong is hij uit het voertuig en stormt hij aan op Sieg, als een tank die een kikker wil verpletteren.
Tiny draait het amfibievoertuig de stoep op, vlak voor Sieg, die vlug opzij moet springen om niet tegen de muur te worden verpletterd. Het amfibievoertuig botst hard tegen de muur.
'Waarom blijf je niet stilstaan, jij lafhartige stakker?' roept Tiny verontwaardigd.
Sieg begint hees te schreeuwen en kijkt wanhopig rond, op zoek naar hulp.
'Wel verdomme!' buldert Tiny, die met het pistool in de aanslag uit het amfibievoertuig springt.
Sieg draait zich razendsnel om. Hij weet wat er gaat gebeuren en rukt aan zijn holster, maar het is er een van het nieuwe, elegantere type dat niet zo gemakkelijk opengaat.
Tiny tilt de Nagan op en strekt zijn arm naar hem uit.
'Nou ga je eraan, jij verkreukelde hoerezoon!' roept hij moordlustig.
Bliksemsnel laat Sieg zich vallen en rolt onder een geparkeerde vrachtwagen.
'Bel de begrafenisondernemer, hij is al een lijk!' gilt Gregor enthousiast, terwijl hij zich op zijn knieën laat zakken om Sieg te liquideren, die volgens hem onder de vrachtwagen moet liggen. Maar hij ontdekt alleen Siegs officierslaarzen, die zich zo snel door de half gesmolten sneeuw reppen dat de sneeuw naar alle kanten opspat.
Zonder op voorbijgangers te letten vuurt Gregor op de laarzen, maar hij raakt alleen de banden van een Finse artillerie-trekker. De hele straat is in rep en roer. Drie MP's laten zich vallen en beginnen de verkeerde kant op te schieten.
Later zweren vijf soldaten van de aan- en afvoertroepen dat ze vijf Russische parachutisten door de straat hebben zien rennen, die een Duitse generaal aan een eind touw achter zich aan sleurden.
Tiny en Gregor springen in het amfibievoertuig en rijden Sieg achterna, die al een aardig eindje weg is.
Hij rent een steeg in die zo smal is dat het voertuig er niet in kan. 'Nu hebben we hem!' gilt Tiny, die kijkt als een buldog die zojuist de kluif heeft teruggevonden die iemand van hem heeft gestolen.
Te voet gaan ze Sieg achterna, die er geen moment aan twijfelt dat hij rent voor zijn leven. Hij vervloekt zichzelf vanwege het feit dat hij zich tot afpersing heeft laten verleiden.
De beide moordenaars rennen achter hem aan – ze daveren het steegje door als twee express-treinen door een tunnel, gereed om dood en verderf om zich heen te zaaien.
'Blijf staan, ellendige hond, zodat ik je een kogel door je lijf kan jagen!' brult Tiny. 'We zullen jou wel krijgen, daar kun je op rekenen!'