Reading Online Novel

Krijgsraad(14)



'Opstaan, Oberfeldwebel! Wat is dit voor zwijnestal? De vijand wordt geprikkeld en ik wil weten waarom. Begrepen? Ik wil het weten, zelfs al moet je er de Russische Opperbevelhebber zelf naar vragen!'

'Komt in orde, luitenant,' antwoordt de Ouwe, rondscharrelend alsof hij zich voorbereidt op een vertrek.

De luitenant verdwijnt tussen de bomen en besluit een schuilplaats op te zoeken waar de Hauptmann hem zelfs in zijn dromen niet zal zoeken.

De Ouwe gaat rustig zitten en lurkt aan zijn pijp.

Gedurende het volgende uur horen we verspreid vuur, eerst uit de ene en dan uit de andere richting.

'Die zijn er allang geweest,' zegt Barcelona zwartgallig, luisterend naar het geluid van een langdurig en nijdig Mp-salvo.

Opnieuw davert het horizontaal gerichte kanon en exploderen er verscheidene handgranaten. Door al het kabaal heen horen we het geluid van een paar daverend lachende mannenstemmen.

'Dat was Porta,' mompelt de Ouwe, nerveus frunnikend aan het zilveren dekseltje van zijn pijp.

De ochtendschemering is nabij en de storm is nu bijna helemaal tot bedaren gekomen. Zo nu en dan wervelt een ijzige windvlaag de sneeuw om ons heen omhoog.

'Ik betwijfel of we ze nu nog terug zullen zien,' verklaart Heide. 'Niemand kan zo lang midden door een vijandelijke stelling dwalen zonder gescalpeerd te worden.'

'Ik ben bang dat je gelijk hebt,' zegt de Ouwe zachtjes. 'Had ik ze nou maar verboden om te gaan.'

'Par Allah, je had ze tóch nooit kunnen tegenhouden,' troost de Legionair hem.

Een bekend geluid maakt dat we allemaal opspringen, de wapens in de aanslag.

'Ski-troepen,' fluistert Heide gespannen, dekking zoekend achter een boom.

Ik zit in een kuil, met de kolf van de MG tegen m'n schouders gedrukt. De sneeuw kraakt en piept. Ik hoor een vreemd knorrend geluid. Opnieuw dat geluid alsof een paar ski's over bevroren sneeuw glijdt. Ik krom mijn vinger om de trekker. Tussen de bomen beweegt een schaduw.

'Wat krijgen we verdomme nou?' schreeuwt de Westfaal stomverbaasd.

Half angstig staren we naar de zwevende hoed die op en neer deinend onze richting uitkomt. Als Porta die hoed draagt moet hij op z'n minst anderhalve meter langer zijn geworden.

'Niet schieten!' roept Barcelona, opspringend. Hij heeft eveneens Porta's ronde gele hoed herkend, die op vreemdsoortige manier hoog tussen de bomen op en neer lijkt te zweven. Dan wordt het raadsel opgelost. Er komt een rendier door de sneeuw aanstuiven, Het dier ziet eruit alsof het zich door katoenvlokken heeft gerold. Het trekt een akja, een Finse rendierslee, achter zich aan, zwaar beladen met dozen en zakken. Bovenop de lading zitten Porta en Tiny prinsheerlijk om zich heen te kijken.

'Hebben jullie al dat schieten op je geweten?' brult de Ouwe.

'Alleen maar af en toe,' antwoordt Tiny met een air van superioriteit. 'Maar de buurjongens hebben ook een flink stapeltje van Vadertje Stalins rotzooi weggepaft.'

'We liepen de een of andere waanzinnige zak van een polittroek, zo'n Russische politieke commissaris, tegen het lijf; met een smoel dat zo dun was dat hij zonder moeite een concentratiekamp-geit tussen de horens had kunnen kussen,' legt Porta met zwaaiende armen uit.'We moesten twee keer richten voor we hem konden raken. Toen begon een of andere driedubbel overgehaalde hufter in het donker tegen ons te brabbelen en plotseling te schieten. We mikten op z'n mondingsvuur en daarmee hadden we hém gauw genezen.'

'Maar we namen de verkeerde weg,' vult Tiny aan. 'Het was zo donker als de kont van een neger. We raakten pardoes in een of ander hoofdkwartier verzeild, waarin een zootje militaire genieën zaten te overleggen hoe ze deze verdomde rotoorlog moesten winnen. De een of andere vojemkom, zo'n regimentscommissaris, stond een massa varkenslatijn uit te braken. Ik richtte mijn ouwe spuit hier recht op z'n vette kont en plotseling hield hij op met leuteren! 'Germanski!' schreeuwt-ie, maar hij kreeg de tijd niet om verder nog wat te zeggen, want hij was er geweest. Porta heeft toen de rest maar onder het tapijt geveegd!'

'Dan hoop ik maar dat je hun stafkaarten hebt genomen,' zegt Heide professioneel. Hij denkt aan niets anders dan militaire doeleinden.

'Wat zou ik daar verdomme mee moeten doen?' vraagt Tiny zonder met zijn ogen te knipperen. 'Daar waren we nou eenmaal niet op uit. Trouwens, welke weg dan ook, wij wisten hoe we terug moesten komen!'

Heide kan alleen maar wanhopig zijn hoofd schudden.

'Wat een paniek er toen ontstond, aan weerskanten!' legt Porta verder uit. 'Toen we buiten kwamen werden we door een heel stelletje Iwans ondersteboven gelopen en de een of andere slimme officier gaf ons een onvervalste uitbrander. Hij was zo van streek dat hij niet eens merkte dat Tiny hem antwoordde met: 'Jawohl, Herr Leutnant!'

'Je zou er bijna je leven voor over hebben gehad om daar zo vrij rond te lopen,' vervolgt Tiny, een sigaar opstekend.

'Nou, we bleven daar een beetje rondwandelen om naar de verwarring te kijken,' lacht Porta hartelijk. 'Een majoor, met een kop die even rood was als een gekookte kreeft, gaf ons op zijn beurt een uitbrander en beval ons te helpen met het in stelling brengen van een pantserafweerkanon. Een bevel is in ieder leger een bevel, dus hielpen wij die anti-tankjongens met het opstellen van hun erwtenschieter op de plek die majoor Iwan had aangewezen.'