Inferno(48)
'Nee!' gilde Doreen. 'Zo krijgen we een ongeluk! Dit is onze enige kans om te ontsnappen! Laat hem met rust - Luister, doe hem geen kwaad, en als we hier uit zijn kunnen we een wippertje maken, goed ?'
Ik begon te lachen; ik kon er niets aan doen.
'Wat is er zo grappig?' vroeg ze.
'Datje in deze situatie aan séx kunt denken!' bulderde ik. Ik wist zelfs niet of geslachtsverkeer wel mogelijk was in de Hel, en ik was nog niet in de gelegenheid geweest het uit te proberen. Ik had er trouwens ook geen zin in. Ik bulderde nogmaals toen ze me een klap tegen mijn zak gaf. Het deed net zo'n zeer als toen ik nog leefde. Ik trok uit alle macht aan de toevoer, en de wagen ging langzamer rijden.
'Het spijt me!' gilde ze. 'Ik sloeg alleen het vuur eraf, ik zweer het, meer deed ik niet! Het spijt me echt... hé, wat dacht je van een trio'tje met Frank en mij?'
Ik liet de wagen weer vaart meerderen; hoe eerder we hier uit waren hoe beter. Maar ik had nog nooit een onappetijtelijker aanbod gehad.
'Ik zie iets in de verte!' schreeuwde Corbett. 'We naderen de rand!'
'Dat werd tijd ook', zei Frank. We reden verder. 'Knoop één ding goed in je oren, linkmiegel, ik heb hier de leiding', voegde hij eraan toe, en Corbett gromde van pijn. Waarschijnlijk had Frank zijn woorden kracht bijgezet. De horizon was plotseling heel dichtbij. Corbett zag het ook. 'Stop de toevoer!' schreeuwde hij. Remmen krijsten, en hij draaide als een bezetene aan het stuur. Ik klom uit de motor. Er vielen hier meer vuurvlokken dan in het midden van de woestijn. We renden dansend naar de rand-
Frank had Corbett nog steeds bij zijn nek vast. 'Moeten we hierlangs ontsnappen? Proberen jullie me in de veiling te nemen?'
Voor ons gaapte een diepe afgrond. Het was duister beneden. Ik kon de bodem niet zien. Op zijn minst een paar honderd meter diep.
'Wat nu?' vroeg ik aan Benito.
'De snelste manier is naar beneden springen.' Hij was bloedserieus. 'Springen, wachten tot we geheeld zijn en dan verder gaan.'
Het meisje staarde hem met grote ogen aan en deed een paar stappen achteruit. 'Je bent gek! Helemaal knetter! Ik had het kunnen weten, kerels als jullie zijn niet te vertrouwen. Altijd vol beloften, maar -' Ze maakte haar zin niet af, en rende huilend de woestijn in.
'Dat doet de deur dicht!' gilde Frank. 'Jullie gaan inderdaad naar beneden, want ik ga jullie erin smijten!' Hij sleurde Corbett naar de rand van de afgrond. 'Eerst jij, dan die vriend van je met z'n grote bek, dan die dikke, en dan -'
Hij was Billy helemaal vergeten. Wij allemaal eigenlijk. De fout kwam Frank duur te staan. Billy sprong plotseling, zonder waarschuwing, uit de auto. Hij landde op Franks rug, greep het lange haar met een hand, trok zijn hoofd achterover en sloeg zijn arm om Franks keel. Hij ramde zijn knie in de rug van de Hell's Angel en zei: 'Vriend, ik geloof niet dat ik je mag.'
'Billy!' gilde ik. 'Alles in orde?' 'Ja.'
'Maar je bewoog helemaal niet -'
'Ik ben eigenlijk al een tijdje beter, maar het leek me een goed idee om dat voor dit misbaksel verborgen te houden. Er had van alles kunnen gebeuren als we aan het vechten waren geraakt.'
Ik bedacht wat een ijzeren zelfbeheersing je moest hebben om stil te blijven liggen onder een regen van kleverig vuur. 'Wat moet ik met dit stuk onderkruipsel doen, Benito?'
'Lamelos! Ik maakte maar een grapje!' gilde Frank. 'Dan hadden jullie me maar geen valse hoop moeten geven! Het is allemaal jullie schuld -' Hij hield op met praten, want Billy had zijn keel dichtgeknepen.
'Doe hem geen kwaad', zei Benito zacht. 'Hm,' zei Billy, en liet hem los. 'Vriend, je bent allesbehalve taai. Je weet niet eens wat taai is. En maak nu dat je wegkomt.' De lichtblauwe ogen leken oneindig diep, en koud - zelfs in dit helse oord van vuur.
'Je mag met ons mee als je dat wilt,' zei Benito tegen Frank, 'hoewel ik het idee heb dat je er nog niet klaar voor bent. Met jouw instelling zou je wel eens op een plek terecht kunnen komen die erger is dan wat je nu hebt. Niettemin staat het je vrij je bij ons gezelschap te voegen.'
'Loop naar de Hel!' gilde Frank. Hij dacht blijkbaar dat dat grappig was, want hij begon te lachen. 'Loop naar de Hel! Loop naar de Hel!' Hij rende de woestijn in, lachend, schreeuwend, trachtend twee voeten tegelijk van het hete zand af te houden. Benito keek ons afwachtend aan.
'Als het moet spring ik', zei Billy. 'Maar het ziet er niet best uit. Ik kan jullie uit eigen ervaring vertellen dat het geen pretje is om verpletterd te worden.'
Ik slikte een brok door. 'Ik ben ook bereid te springen.' Ik vroeg me af of ik het meende.
'Er is misschien een betere weg', zei Benito. 'We moeten de stroom vinden. Corbett kun je rijden?'
'Tuurlijk.'
We sloegen linksaf. Ik had nu het hele voorspatbord voor mezelf alleen. De wagen scheen ook volgzamer, maar vertrouwen deed ik hem nog steeds niet. Dat hoefde ook niet - ik begon het manipuleren van de brandstoftoevoer al aardig onder de knie te krijgen.