Reading Online Novel

Getuige(147)



‘Leven ze?’ herhaalt Joona.

‘Het meisje is buiten levensgevaar, maar de vrouw is... haar toestand is kritiek, ze bereiden een acute operatie voor in het ziekenhuis in Östersund, en daarna wordt ze overgebracht naar het Karolinska-ziekenhuis.’

‘En Daniel Grim?’

‘Er was niemand meer in het huis... we zetten blokkades op, maar als hij een secundaire weg kiest dan hebben we niet genoeg middelen...’

‘En helikopters?’ vraagt Joona.

‘We onderhandelen met de Jagereenheid van Defensie in Kiruna, maar het duurt te lang,’ antwoordt de coördinator met een stem die schor is van vermoeidheid.

Joona rijdt Sundsvall binnen en denkt dat Elin Frank ondanks zijn waarschuwing terug is gegaan naar haar huis. Hij kan zich geen voorstelling maken van wat ze heeft gedaan, maar blijkbaar was ze op tijd.

Elin is zwaargewond, maar Vicky leeft nog.

De kans bestaat dat Daniel Grim op een van de blokkades stuit. Vooral als hij niet doorheeft dat hij gezocht wordt. Maar als hij erdoor weet te glippen dan is hij op z’n vroegst over twee uur bij zijn huis en moet de politie een val voor hem hebben opgezet.

En voor die tijd moet een eerste technisch onderzoek van het huis hebben plaatsgevonden, denkt Joona.

Hij mindert snelheid en stopt op de Bruksgatan achter een surveillancewagen. De voordeur van Daniel Grims huis staat open en twee geüniformeerde agenten staan hem op te wachten in de hal.

‘Het huis is leeg,’ vertelt een agent. ‘Niks bijzonders.’

‘Is de technische recherche onderweg?’

‘Die verwacht ik over een minuut of tien.’

‘Ik kijk even rond,’ zegt Joona en hij gaat naar binnen.

Hij loopt snel door het huis zonder te weten wat hij zoekt. Hij kijkt in kasten, trekt laden open, doet haastig de deur open van wat een wijnkast blijkt te zijn, loopt door naar de keuken, onderzoekt de bezemkast, laatjes, koelkast en vriezer, rent naar de bovenverdieping en trekt de sprei met tijgerdessin weg, kiept het hele matras om, opent de grote kleerkast, duwt Elisabets jurken opzij en klopt op de muur, schopt oude schoenen weg en trekt een kartonnen doos met kerstversiering naar voren, loopt de badkamer in, kijkt in het kastje met aftershave, medicijnflesjes en make-up, daalt af naar de kelder, bekijkt het gereedschap aan de wand, voelt aan de afgesloten deur voor de verwarmingsketel, trekt de grasmaaier opzij, wipt het deksel van het afvoerputje, kijkt achter de zakken met potaarde en gaat dan weer naar boven.

Hij blijft midden in het huis staan en kijkt naar de schommelbank in de tuin. De andere kant op staat de voordeur open en Joona ziet de twee agenten bij hun auto wachten.

Joona sluit zijn ogen en denkt aan het luik in het plafond van de slaapkamer naar de vliering, aan de afgesloten deur van de ruimte van de verwarmingsketel en aan het feit dat de wijnkast onder de trap groter had moeten zijn.

Aan de smalle deur onder de trap hangt een oud bordje met de tekst ‘Ernst en Luim’. Hij opent de wijnkast en kijkt naar binnen. Zo’n honderd flessen liggen in vakjes in een hoog houten rek. Het is duidelijk dat er ruimte achter zit. Minstens dertig centimeter tussen de achterkant van het rek en de buitenmuur. Hij trekt aan het rek, verwijdert aan weerszijden flessen en ontdekt een grendel links onderaan en een rechts bovenaan. Voorzichtig draait hij de zware kast in zijn scharnieren. Een geur van stof en hout verspreidt zich. De ruimte erachter is bijna leeg, maar op de grond staat een schoenendoos met een hart op het deksel geschilderd.

Joona pakt zijn telefoon, fotografeert de doos en trekt dan een paar schone latex handschoenen aan.





173


Het eerste wat Joona ziet als hij voorzichtig het deksel van de doos tilt, is een foto van een meisje met rossig haar. Het is niet Miranda. Het is een ander meisje, ze moet een jaar of twaalf zijn.

Ze houdt haar handen voor haar gezicht.

Het is maar een spelletje – haar mond is blij en haar glinsterende ogen zijn tussen haar vingers door te zien.

Joona tilt de foto voorzichtig op en ziet een verdroogde wilde roos.

Op de volgende foto zit een meisje met haar benen onder zich op een bruine bank chips te eten. Ze kijkt met een vragende blik naar de camera.

Joona keert een poëzieplaatje van een engel om en ziet dat iemand op de achterkant met een gouden pen ‘Linda S’ heeft geschreven.

Boven op een stapel foto’s met een elastiekje eromheen ligt een lichtbruine haarlok, een zijden strikje en een goedkope ring met een plastic hartje.

Hij bladert de foto’s van de verschillende meisjes door. Op de een of andere manier doen ze allemaal aan Miranda denken, maar de meesten zijn aanzienlijk jonger. Op sommige foto’s hebben ze hun ogen dicht of hun handen voor hun ogen.

Een klein meisje in een roze balletpakje en roze beenwarmers houdt haar handen voor haar gezicht.