Reading Online Novel

Getuige(100)



‘Vicky heeft geen telefoon en haar moeder is dood,’ zegt Magdalena ernstig.

‘Joona, je begint slordig te worden,’ zegt Petter met spijt in zijn stem.

Carlos schraapt zijn keel, aarzelt, maar haalt dan adem: ‘Dit is niet leuk voor me,’ zegt hij langzaam.

Petter kijkt Carlos verwachtingsvol aan, Magdalena kijkt met rode wangen naar de tafel en Benny tekent poppetjes op een vel papier.

‘Ik neem een maand vrij,’ zegt Joona.

‘Mooi,’ hijgt Carlos snel. ‘Dat lost...’

‘Als ik eerst een bepaald appartement binnen mag gaan,’ maakt Joona zijn zin af.

‘Een appartement?’

Carlos’ gezicht betrekt en hij neemt plaats achter zijn bureau alsof zijn krachten uit hem wegvloeien.

‘Het is zeventien jaar geleden gekocht door de Tsjechische ambassadeur in Zweden... hij heeft het overgedaan aan zijn twintigjarige dochter.’

‘Vergeet het maar,’ zucht Carlos.

‘Maar zijn dochter heeft het appartement al twaalf jaar niet gebruikt.’

‘Dat heeft geen enkele betekenis... zolang het in het bezit is van iemand die diplomatieke immuniteit geniet, geldt paragraaf 21 niet.’

Zonder te kloppen komt Anja Larsson de kamer binnen stappen. Haar blonde haar is minutieus in een knotje op haar hoofd vastgezet en haar lipgloss zit vol glitters. Ze loopt naar Carlos toe, kijkt hem aan en maakt een gebaar naar zijn wang.

‘Je gezicht is vies,’ zegt ze.

‘Baard?’ zegt Carlos zwakjes.

‘Wat?’

‘Misschien ben ik vergeten me te scheren,’ zegt Carlos.

‘Het ziet er niet goed uit.’

‘Nee,’ antwoordt hij met neergeslagen blik.

‘Ik moet Joona spreken,’ zegt ze. ‘Zijn jullie klaar?’

‘Nee,’ antwoordt Carlos met onvaste stem. ‘We...’

Anja leunt over het bureau. De rode plastic kralen van haar ketting schommelen in de geweldige gleuf tussen haar borsten. Carlos onderdrukt de impuls om te zeggen dat hij getrouwd is als zijn blik midden in Anja’s decolleté belandt.

‘Ben je bezig in te storten?’ vraagt Anja belangstellend.

‘Ja,’ zegt hij zacht.

De anderen staren slechts als Joona opstaat en met Anja mee de gang op loopt.

Ze lopen door naar de liften en Joona drukt op het knopje.

‘Wat wilde je, Anja?’ vraagt hij.

‘Nu ben je weer zo gestrest,’ zegt ze en ze biedt hem een snoepje in een gestreept papiertje aan. ‘Ik wilde alleen zeggen dat Flora Hansen me heeft gebeld en...’

‘Ik heb een huiszoekingsbevel nodig.’

Anja schudt haar hoofd, haalt het snoepje uit het papiertje en stopt het in zijn mond.

‘Flora wil het geld teruggeven...’

‘Ze heeft tegen me gelogen,’ valt Joona haar in de rede.

‘Nu wil ze alleen maar dat we luisteren,’ legt ze uit. ‘Flora zegt dat er een getuige is... Ze klonk eerlijk gezegd oprecht angstig en herhaalde dat je haar moet geloven, dat ze geen geld wil, ze wil alleen dat we naar haar luisteren.’

‘Ik moet zien dat ik een appartement aan de Wollmar Yxkullsgatan binnen kom.’

‘Joona,’ verzucht Anja.

Ze haalt het papiertje van een nieuw snoepje, houdt het voor Joona’s mond en tuit haar lippen. Hij eet het snoepje op, Anja lacht verrukt en haalt vlug het papiertje van nog een snoepje af. Ze steekt het snel omhoog naar zijn mond, maar het is te laat, hij is de lift al in gestapt.





114


In de hal op de begane grond van Wollmar Yxkullsgatan 9 hangen nu ballonnen aan een van de huisdeuren. Hoge kinderstemmen zingen iets op de binnenplaats. Joona doet de deur met de rinkelende ruit open en kijkt de binnenplaats op: een kleine tuin met een grasveld en een appelboom. In het laatste restje avondzon staat een tafel met vrolijk gekleurde bordjes en bekertjes, ballonnen en serpentines. Een zwangere vrouw zit op een witte plastic stoel. Ze is geschminkt als een kat en roept iets naar de spelende kinderen. Er gaat een steek van verlangen door Joona heen. Plotseling maakt een meisje zich los van het gezelschap en holt naar hem toe.

‘Hoi,’ zegt ze. Ze glipt langs hem heen en holt naar de deur met de ballonnen.

Haar blote voeten laten sporen achter op de witte marmeren vloer in de hal. Ze doet de deur open en Joona hoort haar het appartement in gillen dat ze moet plassen. Er raakt een ballon los en hij valt naar beneden, tegen zijn roze schaduw op de grond. Joona ziet dat het hele trappenhuis is bezaaid met sporen van blote voeten: naar de buitendeur en terug, de trap op en af, langs de stortkoker en recht naar de deur van de kelderboxen.

Joona loopt voor de tweede keer die dag naar de bovenste verdieping en belt aan. Hij kijkt naar het messing bordje met de naam Horáčková en het vergeelde stukje tape met de naam Lundhagen.