Reading Online Novel

Gestapo(33)



Porta maakte een onverschillig gebaar.

'Zeker, en jij hebt hakenkruisen op je billen en je maagdenvlies is rood-wit-zwart geverfd...'

'Een maagdenvlies!' riep Broertje terwijl hij om Helga heendanste. 'Dat heeft ze niet. Ze wordt net zo vaak bereden als het beton van Adolfs Autobahnen.'

Helga wilde in verwensingen losbarsten, maar Broertje gaf haar een duw, zodat ze naar de andere kant van de zaal vloog.

'Houd op met je gepreek, apostel van Adolf. We hebben bier gevraagd en geen smoesjes.'

'Broertje is zat,' zei Steiner.

Broertje klapte in de handen.

'Vlug dan toch, dellen dat jullie zijn, hoelang moet ik nog wachten? Is het hier een café of niet?'

De dikke Helga tierde nog steeds. Ze praatte op heftige toon tegen de lange, magere Gerda, die bekend stond als de 'Bezemsteel'. Die maakte energieke gebaren zonder iets te begrijpen van de woordenstroom die Helga over haar uitstortte. Ze krabde zich over haar dij, streek haar schort glad en vulde vijf grote glazen met Slibowitz en bier.

'Zo, dat is beter,' zei Porta met een brede glimlach, toen de Bezemsteel hun het bier bracht.

'Als je wat meer billen had, zou ik met je naar bed gaan,' verklaarde. Broertje galant en hij stak zijn hand onder de rok van de Bezemsteel. 'Nu zou ik mijn vel kapotschuren op je botten.'

De Bezemsteel vloekte en sloeg hem met het dienblad op zijn hoofd.

'Jij hebt beslist mogelijkheden,' vervolgde Broertje, 'maar je bent alleen te mager. Je bent het levende bewijs dat het oorlog is in het Derde Rijk, maar goed, als je me drie hompen spek levert, zal ik je vanavond achter de muur toch een beurt geven.'

'Zwijn!' was het enige commentaar van de Bezemsteel.

Blom, die even weg was geweest, kwam terug van een kort bezoek aan het compagniesbureau. Hij was vrijgesteld van de buitendienst. Om zijn hals droeg hij een enorm verband: hij was door een granaatscherf getroffen toen hij de ketel met drank had willen redden. Het was de laatste dag in de bergen gebeurd. Het verband dwong hem zijn hoofd voortdurend recht te houden. Hij had in het hospitaal kunnen blijven, maar daarvoor had hij niets gevoeld. Hij was bovendien bijna voor de krijgsraad gekomen, maar kolonel Hinka was erin geslaagd de zaak te sussen. De knapen van de Gestapo, die al meenden dat ze hem te pakken hadden, waren diep teleurgesteld geweest toen ze zonder hem moesten vertrekken.

Porta had in hun richting gespuwd en tussen zijn tanden gemompeld:

'Die smeerlappen wurgen we als onze vrinden de oorlog hebben gewonnen.'

De mannen van de Feldgendarmerie waren even blijven staan, niet omdat ze Porta's opmerking hadden verstaan, maar omdat hij had gespuwd.

'Je hebt gespuwd!' riep de Feldwebel, terwijl hij aanstalten maakte om uit zijn auto te stappen.

'Nou en? Is dat soms verboden?'

'Nee, het hangt er vanaf hoe en waar je spuwt.'

'In de voorschriften staat niets over spuwen. Je kunt spuwen waar je wilt en ik spuw altijd zo.' Hij spuwde vlak voor de voeten van de Feldwebel.

'En als ik mijn neus snuit, dan doe ik het zo...' Hij snoot zich en zorgde ervoor dat het snot precies op de laarzen van de ander terechtkwam.

De Feldwebel greep zijn gummistok en wilde zich op hem werpen.

'We zullen jou maar eens meenemen, hè?'

Porta haalde zijn schouders op. Broertje begon zijn dikke sigaar voor de dag te halen.

Er had van alles kunnen gebeuren als luitenant Ohlsen en de adjudant op dat moment niet plotseling waren verschenen. Ze hadden de Feldwebel al heel gauw afgepoeierd.

Barcelona deed nu binnendienst. Officieel stond hij te boek als schrijver, maar hij was gewoonlijk in de wapenkamer of in de kantine te vinden. Het deed hem goed dat hij weer bij de compagnie was. In het hospitaal had hij zich onveilig gevoeld. Daar konden ze met je doen wat ze wilden. Je wist nooit of je niet naar een ander onderdeel zou worden gestuurd als je genezen was verklaard. Als je terechtkwam bij een hap die je niet kende, was je er praktisch geweest. Ze lieten de gevaarlijkste karweitjes altijd door een nieuweling opknappen. Mijnen leggen, je leven wagen met elektrische leidingen. Bij je eigen compagnie kende je iedereen. Daar voelde je je veilig.

'We moeten vanavond wacht kloppen,' vertelde Barcelona. 'Om 19.00 uur is het inspectie.'

'Wat gaan we bewaken?' vroeg Porta. 'Was het maar een bordeel.'

'Maak je geen illusies,' zei Barcelona grijnzend. 'We gaan naar het Karl Muckplein.'

'Jezus nog aan toe, een gebouw van de Gestapo!' zei Steiner.

Barcelona gooide het papiertje voor de Ouwe neer, die het onverschillig las:

2de sectie, 5de compagnie, aangewezen voor de bewaking van het SHA-gebouw, Karl Muckplein, Hamburg; wachtcommandant; Feldwebel Willie Beier. Plaatsvervangend commandant; Feldwebel Peter Blom.

'Als het zo doorgaat, dienen we straks bij de SS!' riep Heide.

'Als ik ergens een hekel aan heb, dan is het aan zo'n karwei,' zei Stege. 'Ze hadden ons niets slechters kunnen geven.'

'O, dacht je dat?' riep Barcelona. 'De 4de sectie heeft het nog beroerder getroffen. Die gaat naar Fuhlsbüttel als executiepeloton van de Wehrmacht.'