Hoofdstuk 1
Cara Taylor veegde haar zweterige handen af aan haar strakke satijnen rok en hoopte maar dat het geen sporen naliet. Dit moest haar beste avond als croupier worden, maar ze was er niet zeker van dat ze het aankon. Bobby wilde dat ze het spel zou manipuleren. Ze haalde diep adem. Ze kon het doen, moest het ook doen. De mannen die straks aan haar tafel zouden komen, behoorden tot de rijkste, meest roekeloze types. Zonder dit soort spelers had zij geen werk. Toch walgde ze van hen. Het waren mannen die eraan gewend waren miljoenen in de waagschaal te stellen. Verliezen ging hen even makkelijk af als winnen. Maakte het dan uit als zij ervoor zorgde dat ze vanavond verloren? Armer zouden ze er niet van worden. Geen van hen wist wat het was om alles wat je had te verliezen, om dagelijks te moeten overleven.
Nee, dan zij. Ze had moeten knokken om de familie te redden nadat orkaan Katrina het huis in New Orleans had verwoest. Katrina had overigens ook haar vaders duistere geheimen onthuld. Door het verraad van haar vader en de daaropvolgende inzinking van haar moeder was zij – als oudste kind – belast geweest met de zorg voor het gezin. Het had lang geduurd en veel werk gekost, maar ze waren er allemaal bovenop gekomen. Nu had ze eindelijk de kans om de financiële problemen voorgoed achter zich te laten. Ze zou haar moeder genoeg geld geven voor het huis en de torenhoge verzekeringspremies. Sinds de orkaan waren de premies omhooggeschoten, maar mama wilde niet verhuizen.
Het zat haar dwars, maar ze begreep het ook wel. New Orleans was haar moeders thuis, ze was er geboren en getogen en ze was ermee vergroeid. Hetzelfde leek voor haar zus Evie te gelden. Als Evie niet thuis was gebleven om haar moeder en broertje Remy te helpen, zou zij, Cara, hier niet kunnen zijn. Nu ze hier toch was, was ze het aan hen verplicht om alles te doen om hun toekomst veilig te stellen. Na vandaag zou Remy de speciale zorg die hij nodig had, kunnen behouden. Dat was haar belangrijkste overweging. De bonus die Bobby haar had beloofd als ze naar de opening van zijn nieuwe casino in Nice zou komen, zou haar in staat stellen al haar doelen te verwezenlijken. Ze moest alleen eerst nog even vals spelen.
‘Je weet wat je moet doen?’ vroeg een gladde stem achter haar.
Ze draaide zich om en hoopte dat de wanhoop niet van haar gezicht af te lezen viel. ‘Natuurlijk.’
Bobby Gold knipoogde en gaf haar een tikje op haar bil.
Kalm blijven, zei ze tegen zichzelf. Ze had Bobby nooit gemogen, maar hij was de koning van de casino’s in Las Vegas – en in het buitenland. Zijn nieuwe en ongelooflijk dure casino in een oud Frans paleis in Nice bewees dat maar weer.
Eerst was Cara croupier voor een concurrent van Bobby geweest. Hij had haar opgemerkt en haar werk aangeboden. Ze had het geld hard nodig gehad en had uiteindelijk toegegeven. Op wat halfslachtige avances van hem na, had ze geen reden gehad om haar beslissing te betreuren. Tot vandaag.
Bobby lachte, en het licht viel op zijn gouden tand. Ze wist niet of het aanstellerij was, of dat hij die tand echt nodig had. De aanblik stond haar in elk geval tegen.
‘Zorg dat ze tevreden blijven, Cara. Gebruik die mooie borsten van je om ze zo veel mogelijk af te leiden, en houd de man die ik aanwijs in de gaten. Zodra de inzet hoog genoeg is, zal ik je het teken geven.’
Haar gezicht gloeide. Ze wist niet of het kwam door zijn toespeling op haar borsten, of door het idee dat ze vals moest spelen – iets wat tegen haar hele natuur in ging. Het zou wel van allebei een beetje zijn. Bedrog kwam in haar woordenboek niet voor, zeker niet na wat haar vader had aangericht. Overspel was wel een ander soort bedrog, maar het resultaat was hetzelfde. Het was gewoon fout. Nerveus ging ze weer met een hand onder haar rok om haar blouse wat strakker te trekken.
Ze wilde dat niet doen onder de spiedende blikken van Bobby. Normaal bestond haar uniform uit een lange rok en een hoogsluitend wit shirt met kraag en een vlinderdas. Vanavond had ze een nieuw uniform: een strakke, zwartsatijnen minirok en een diep uitgesneden, paarse satijnen blouse met V-hals. Een vlinderdas droeg ze nog steeds, nu om haar blote hals. Zorg dat je deze avond doorkomt, dacht ze, dan kun je naar huis en dan hoef je Bobby nooit meer te zien. Een golf van melancholie overspoelde haar toen ze eraan dacht dat ze Nice zou verlaten nog voor ze de stad kon verkennen. Door Katrina had ze al haar avontuurlijke gedachten in de ijskast gezet. Nu ze toch op zo’n mooie plaats was gekomen, moest ze meteen al weer weg. ‘Ik doe wat ik kan, baas,’ zei ze.
Bobby’s gezicht nam een harde uitdrukking aan.
Ze kende die wrede blik. Ze huiverde bij de gedachte aan alles waartoe hij in staat was.
‘Doe dat, Cara. Ik zou je niet graag willen straffen.’
Voor ze kon antwoorden, was hij verdwenen. Zuchtend liep ze terug naar de speeltafel, toen de zwarte fluwelen gordijnen van de privé-ingang opengingen. Een lange blonde man kwam binnen en begaf zich direct naar de bar. Ze herkende zijn Duitse accent – het was graaf von Hofstein.