Familieband(83)
En toen rende hij naar huis. Hij had het gevoel dat hij uit een gevangenis was ontsnapt. Hij was uitgebroken. Hij had geluk gehad dat ze was vergeten de tampon door te spoelen. Hij kon het wel uitschreeuwen van blijdschap terwijl hij de straat door rende. Hij hield niet van haar. Hij haatte haar. Ze had geprobeerd zijn leven kapot te maken, en hij had geprobeerd te doen wat goed was. Hij had bijna zijn rechtenstudie voor haar opgegeven, en zijn leven, en zij had tegen hem gelogen en hem gemanipuleerd. Ze had seks gebruikt om macht over hem uit te oefenen en met zelfmoord gedreigd om hem opgesloten te houden in haar gevangenis. Hij hoorde zijn mobiel gaan terwijl hij de straat door rende, maar hij nam niet op. Ze had alles gelogen. Er was nooit een baby geweest. Alleen Pattie, die haar klauwen in hem had geslagen.
Hij ging zijn appartement binnen, schonk twee flinke glazen tequila in en sloeg ze net in één teug achterover toen een van zijn huisgenoten binnenkwam.
'Heb je een feestje?' vroeg hij met een brede grijns.
'Ja, zeker,' zei Ted. Hij voelde zich nu al beter dan hij zich in weken of zelfs maanden had gevoeld. Hij was vrij.
Hij schonk zichzelf een derde glas in. Zijn huisgenoot waarschuwde hem. 'Rustig aan, man. Morgen ben je een dweil.' Maar vanavond voelde hij zich fantastisch. Het was vreemd om plotseling iemand te haten van wie hij eigenlijk had moeten houden en aan wie hij zelfs had beloofd te zullen trouwen. Maar ze was nooit degene geweest voor wie ze zich had uitgegeven. Hij zat op de bank, keek tv met de tequilafles tussen zijn knieën, schonk zichzelf het ene glas na het andere in en staarde in de ruimte terwijl hij probeerde te verwerken wat hem was overkomen.
Het was twee uur in de nacht toen de Eerste Hulp van het Downtown Hospital naar zijn appartement belde. Een van zijn huisgenoten nam op en kwam zeggen dat het voor hem was. Hij luisterde zwijgend naar wat ze hem te vertellen hadden.
'Komt het goed met haar?' vroeg hij ten slotte met een uitdrukkingsloze stem. Hij was erg dronken, maar niet volledig van de wereld. Hij begreep wat de man had gezegd. Pattie was bij de Eerste Hulp en haar maag was leeggepompt. Ze zeiden dat ze zes slaappillen had ingenomen, niet genoeg om zichzelf te doden, en dat ze daarna zelf het alarmnummer had gebeld. Morgen zou alles weer in orde zijn. Wel hadden ze haar voor nader onderzoek opgenomen op de psychiatrische afdeling omdat ze had toegegeven dat het een zelfmoordpoging was geweest. Ze had gezegd dat ze hem moesten bellen.
'Ze wil graag dat u naar haar toe komt,' zei de verpleegkundige.
'Zeg maar tegen haar dat ik te dronken ben. Morgenochtend kom ik langs.' Hij hing op, nam nog een laatste glas tequila en ging naar bed. Hij maakte zich geen zorgen over haar zelfmoordpoging. Die was net zo nep als de baby die nooit had bestaan. Het was alleen maar een nieuwe manier om hem te manipuleren. Hij zag dat nu in.
De volgende morgen werd hij met knallende hoofdpijn wakker, maar om halftien was hij in het ziekenhuis, zoals hij had beloofd. Hij vond zonder moeite haar kamer, en trof haar met een bleek gezicht in bed aan. Een verpleegster zat op een stoel naast haar om haar in de gaten te houden. Toen Ted binnenkwam bood ze aan om weg te gaan, maar hij sloeg haar aanbod vriendelijk af. Hij zag er jong en knap uit en het was hem aan te zien dat hij een kater had. Maar ondanks zijn uitspattingen van de vorige avond voelde hij zich beter dan hij zich in maanden had gevoeld. Pattie zag er beduidend slechter uit. Het ziekenhuis had besloten haar een dag langer te houden, zodat de psychiater haar kon onderzoeken. Ze vond het overduidelijk niet prettig om daar te zijn. Zodra ze Ted zag begon ze te huilen en ze strekte haar armen naar hem uit. Ted verroerde zich niet. Hij stond vlak bij de deuropening, waar ze niet bij hem kon komen, en deed geen stap dichter naar het bed.
'Ik ben er klaar mee, Pattie. Het is afgelopen. Je hoeft me niet meer te bedreigen, of te doen alsof je je om mij van kant maakt. Vertel me niet dat je van me houdt, en hou je praatjes over onze "baby" maar voor je. Je had dit allemaal nooit mogen doen, en je had nooit mogen voorwenden dat je zwanger was.' De verpleegster keek vol belangstelling toe en Pattie lag met haar gezicht in haar kussen te snikken. 'Verdwijn uit mijn leven. Je bént al uit mijn leven. En bel me niet meer. Ik zal je mijn opdrachten voor contractenrecht opsturen, en het interesseert me geen moer of je me laat zakken of niet. Doe maar wat je wilt. Wat je hebt gedaan is walgelijk.' Met deze woorden liep hij de kamer uit en de deur viel zachtjes achter hem dicht. Hij hoorde haar nog snikken, maar het interesseerde hem niet.
Als klap op de vuurpijl sprak een van de verpleegsters hem onderweg naar buiten aan en zei hoe jammer ze het vond dat Pattie weer terug was. Ze vertelde dat dit haar vierde zelfmoordpoging was, en dat ze deze keer waarschijnlijk meer baat zou hebben bij een langdurige opname. Ze vermoedde terecht dat Ted een van haar studenten was. Ze vertelde dat haar laatste twee vriendjes ook studenten waren geweest. Het was indiscreet van haar om hem dit allemaal te vertellen en Teds maag draaide zich om terwijl hij naar haar luisterde. Hij vroeg zich af bij hoeveel van zijn medestudenten ze dit kunstje had uitgehaald: hoe vaak ze een zwangerschap had voorgewend en een zogenaamde zelfmoordpoging had gedaan om hen vast te houden. Hij werd misselijk toen hij eraan dacht wat ze hem had aangedaan. Pattie was een wanhopige vrouw.