Drift(111)
De man trok het plakband van Frans’ mond. Hij voelde met twee vingers in zijn hals, sneed het tape rond zijn polsen los. Voorzichtig trok hij de veren weg. De wondjes bloedden niet. De armen zakten zwaar langs de stoel. De man ondersteunde Frans’ hoofd, tikte op zijn rechterwang.
Een andere man dook op. Hij was mager en klein. Zijn regenpak slobberde om zijn schriele lijf. Hij zag de oude man, verstijfde. Uit zijn gezicht trok het bloed weg. Hij balde zijn vuisten.
‘Hij zit vastgebonden. Ik weet niet of hij nog leeft. Maak jij zijn voeten los.’
De man knielde in het water. ‘Straks snijd ik in zijn benen.’ Hij voelde onder water en stak het mes tussen het linkerbeen en het plakband. Langzaam bewoog hij het mes, dat gemakkelijk door het plakband sneed. Daarna verwijderde hij de tape rond het rechterbeen. ‘Hij is los.’
‘Nu de riem om zijn nek. Welke klootzak heeft een hondenriem om zijn hals geklikt?’
De kale hield het hoofd van Frans vast, terwijl zijn collega de riem losgespte. Frans’ gezicht was rond de ogen en de mond opgezwollen. De oogleden waren dik. In zijn wangen waren tientallen bloedvaatjes gesprongen. De lippen blauw.
‘We leggen hem eerst op het achterdek.’
De twee mannen tilden Frans op en schuifelden door het water naar het dek, waar ze hem neerlegden.
‘Ik zoek een paar dekens,’ zei de kale man. ‘Bel 112. Het slachtoffer moet zo snel mogelijk naar het ziekenhuis.’
De kale verdween in de roef en vond een paar dekens, die hij over Frans legde.
De kleine belde 112 met de telefoon van de kale. ‘Ik heb in zijn hals gevoeld. Zijn hart klopt.’ Daarna vertelde hij kort waar en hoe hij de man had aangetroffen. ‘Er is weinig bloed, hij is niet gewond. Hij heeft vastgebonden gezeten en heeft striemen op zijn enkels en polsen.’ De kleine man luisterde naar de rustige stem aan de andere kant van de lijn: ‘We sturen een traumahelikopter. Vaar het slachtoffer naar het strand. Ik heb uw nummer op mijn beeldscherm staan. We bellen u om straks uw positie te bepalen. Die geef ik dan door aan de helikopterpiloot. Kunt u nu alvast aangeven waar u het strand zult bereiken?’
‘Ten oosten van De Cocksdorp.’
‘Probeer het slachtoffer droog en warm te houden. Uiteraard moet u hem in de stabiele zijligging vervoeren.’
De kleine verbrak de verbinding.
De kale probeerde de veters van Frans’ schoenen los te trekken. ‘Ik krijg ze niet los.’
‘Trek de schoen zo uit.’
De kleine sjorde aan de halfhoge schoenen.
‘Ik haal het mes.’
De kale man kwam een paar minuten later terug met het vleesmes. Zijn gezicht was wit. ‘Er hangt een webcam aan het plafond. Heb jij die uitzending vorige week ook gezien? De vrouw in het ruim. De moordenaar had een webcam opgehangen. Iedereen heeft kunnen zien hoe die vrouw verdronk. Ik bel nog een keer naar 112.’
‘Geen tijd te verliezen. Laten we eerst deze man redden. Bellen kan straks ook nog wel.’
De kale man gromde iets en sneed de veters door, waarna hij Frans’ schoenen en sokken uittrok. De voeten waren wit en rimpelig. Rode, gesprongen adertjes krioelden op de enkels. Boven op de linkervoet zat een puist. De nagels waren geel en brokkelig. Te lang niet geknipt.