Reading Online Novel

Donker genot(9)



Vechtend tegen een opkomende paniekaanval, griste ze de telefoon van het nachtkastje en toetste het nummer in van haar manager. Toen ze Bob met horten en stoten vertelde wat er aan de hand was, zei hij enkel dat ze zich niet druk moest maken, dat dit soort publiciteit goed was en dat ze er verdorie meer cd’s door zou verkopen! Ja, daar had ze lekker veel aan!

Krampachtig slikkend om haar misselijkheid de baas te blijven, belde ze vervolgens Neo’s kantoor, terwijl de reporter onverdroten bleef timmeren op haar slaapkamerraam. Ze kreeg een voicemail en sprak een bericht in, al kon ze zich later met geen mogelijkheid herinneren wat ze precies had gezegd.

Daarna sloot ze zichzelf op in haar badkamer, waar ze vurig ging zitten bidden dat haar belagers snel zouden verdwijnen.



Ze zat daar nog steeds, zielig weggekropen tussen het ouderwetse bad en de muur, toen er op de badkamerdeur werd geklopt.

‘Cassandra! Zit je hier? Doe die deur open, pethi mou. Ik ben het, Neo.’

Dat bestond niet. Neo was er niet, dat had zijn assistente haar zelf verteld. Op haar huid, die toch al klam was geweest van het zweet, begonnen nu echt druppeltjes te parelen.

Er werd aan de deurknop gemorreld. ‘Cassandra, doe die deur open.’

Hij klonk als Neo, maar toch kon het hem niet zijn. Bah, ze haatte het om zo zwak te zijn, haatte het wanneer iemand haar zo zag.

Weer een klopje op de deur, heel zacht ditmaal. ‘Alsjeblieft, kleintje, maak die deur open.’

Ze dwong haar verkrampte spieren om op te staan. ‘Ik… Ik kom eraan,’ wist ze moeizaam uit te brengen.

Hij zei hartgrondig iets in het Grieks en daarna: ‘Goed zo. Dank je wel. Doe die deur open.’

Met trillende handen voldeed ze aan het verzoek.

De Neo die ze te zien kreeg, was niet de beheerste zakenman waaraan ze gewend was geraakt. Om te beginnen droeg hij geen colbert, en de uitdrukking op zijn gezicht was ronduit grimmig.

Ze streek met de rug van haar hand ovr haar lippen. ‘Ik… zij… Iemand heeft de pers getipt over je lessen hier.’

‘Ja.’

‘Ik was bang dat ze binnen zouden komen.’

‘Gelukkig is dat niet gebeurd.’

Ze knikte, het vurig met hem eens.

‘Na een warme douche voel je je vast beter. Ik zet ondertussen een pot thee voor je.’

‘Ik… Ja, oké.’ Ze keek afwezig om zich heen in de badkamer, naar Neo, naar de spiegel… Met een gilletje rende ze ernaartoe. Ze zag er niet uit! Verwarde haren, holle ogen, een wasbleke huid en grote zweetplekken op haar shirt. Dit vroeg om veel meer dan een douche. Hier was een totale metamorfose nodig.

Toch zou ze het met veel warm water en de belofte van thee moeten doen.

‘Red je het wel in je eentje?’ informeerde hij.

‘Ja hoor.’ Ze schaamde zich zo voor haar gedrag dat ze nog liever haar piano had opgegeven dan hem te vragen bij haar te blijven.

Een halfuur later, haar haren nog vochtig van de douche en haar huid rozig van het hete water, betrad ze de keuken, waar Neo op haar stond te wachten. Op de tafel stond een nog dampende mok thee.

‘Drink op,’ gebood hij.

Ze nam behoedzaam een slokje, dat ze met een vies gezicht doorslikte. ‘Hoeveel suiker zit hier in?’

‘Genoeg.’

‘Genoeg voor wat? Om een cake te bakken?’

‘Suiker is goed wanneer je aan shock lijdt. Ik heb het door mijn assistente laten opzoeken.’

Cass gniffelde. ‘Daar was ze vast blij mee.’

Hij haalde enkel nonchalant zijn brede schouders op.

‘Hoe ben je eigenlijk binnengekomen?’ vroeg ze, ietwat verlaat.

‘Bob heeft me erin gelaten.’

‘Hij is hier inderdaad geweest, ja.’ Ongetwijfeld om haar over te halen om een interview te geven, dus had ze hem straal genegeerd.

‘Er stond nog maar één busje voor je deur toen ik hier aankwam.’

‘Wat doe je hier eigenlijk.’

‘Hoezo? Je had een boodschap ingesproken op mijn voicemail.’

‘Ik dacht dat jij de stad uit was.’

‘Dat was ik ook.’

Hij was teruggekomen? Enkel om haar te helpen? Ongelooflijk! Al was ze wel blij dat hij er was. Ze tuurde naar het klokje op de magnetron. Hoe laat zou het zijn? Allemachtig, ze had acht uur in haar badkamer gezeten! Geen wonder dat ze bijna geen gevoel in haar benen meer had gehad. ‘Ik voel me zo’n idioot.’

‘Je bent zeker geen idioot.’

‘O nee?’ Mismoedig nipte ze van haar mierzoete thee.

Hij ging tegenover haar zitten. ‘Nee. Je hebt een angstneurose, die je totaal verlamt wanneer je wordt gevraagd in het openbaar op te treden.’

‘Klopt. Alleen vroeg niemand me vandaag om op te treden.’

‘O nee? Is dat niet exact wat de paparazzi doen elke keer wanneer ze binnen dringen in ons leven? Eisen dat we voor hen optreden om de ziekelijke nieuwsgierigheid van hun publiek te voeden?’