Reading Online Novel

Donker genot(22)



Er verscheen een peinzende trek op haar gezicht, terwijl ze hem zwijgend aankeek. ‘Wanneer heb jij voor het laatst tijd voor jezelf genomen?’ vroeg ze ten slotte.

Dat was gemakkelijk. ‘Mijn laatste pianoles.’

‘Dat wist ik al. Ik bedoel in de tijd voor je aan die lessen begon.’

‘Ik neem geen tijd voor mezelf,’ antwoordde hij naar waarheid.

‘Nooit?’

‘Nooit.’

‘Dat zou je wel moeten doen.’

Ja, dat had hij vaker gehoord. ‘Jij moet nodig wat zeggen. Componeren moet vrijwel al je tijd opslokken, anders had je in een paar jaar nooit zoveel kunnen produceren.’

Daar leek ze even van te schrikken. ‘Muziek is mijn leven.’

‘Nou, volgens mijn huisarts en mijn zakenpartner is dat geen gezonde instelling.’

‘Ik sport.’

‘Dat doe ik ook.’

‘Ik eet gezond.’

‘Dat doe ik ook.’

‘Waarom maakt iedereen zich dan zorgen over je?’

Hij haalde zijn schouders op. ‘Geen idee, maar als het slecht voor mij is om geobsedeerd te zijn door mijn werk, dan is het net zo slecht voor jou. Dus geniet van je vrije dag.’

‘Ik heb geen zin om te worden aangegaapt door vreemden.’

‘Dat gaat ook niet gebeuren.’

‘Waarom niet?’

‘Omdat ze vol bewondering naar mij zullen staren.’

Daar lachte ze even om, zoals ook zijn bedoeling was geweest. ‘Ik vind het gewoon geen fijn idee dat ze mijn huis gaan slopen,’ verzuchtte ze toen.

‘Dan doen ze ook niet. Cole heeft me verzekerd dat je nauwelijks zult merken dat ze zijn geweest.’

‘Dat lijkt me stug. Ik heb de lijst gezien. Dat kunnen ze nooit allemaal in één dag voor elkaar krijgen.’

‘Jawel hoor.’

‘Met geld kun je alles bereiken?’

‘Precies. Taal kan een struikelblok zijn, al kan ik me in aardig wat landen redden, maar geld, ja, dat begrijpt echt iedereen.’

Ze glimlachte flauwtjes. ‘Ik spreek vloeiend Mandarijn, Italiaans en Duits.’

‘Indrukwekkend.’ Zelf sprak hij, behalve Grieks en Engels, ook Japans en Spaans. ‘Italië en Duitsland hebben allebei een rijke muziekgeschiedenis, maar wat bewoog je in vredesnaam om Mandarijn te gaan leren?’

‘Ik vond de lettertekens zo mooi.’

‘Ben je soms ook nog volleerd in Kanji?’

‘Kanji is Japans schrift, in China heet het Hanzi, maar ja, kalligraferen lukt me aardig, al moet ik nog veel leren. Ik krijg via internet les van iemand die in de provincie Hunan woont. Hij is een soort huiskamergeleerde, woont alleen, gaat zelden uit en vindt dat prima.’

‘Waar praten jullie zoal over?’

‘Over muziek natuurlijk. Hij bespeelt de quzheng, een soort citer. De zijne heeft eenentwintig snaren en twee beweegbare kammen. De klanken die dat ding kan voortbrengen… Echt, je weet niet wat je hoort wanneer hij een van zijn eigen composities speelt.’

Ze kneep hem, daarom zat ze zo te ratelen, dacht hij. Ze zag er natuurlijk als een berg tegenop om met hem mee te gaan en de beveiligingsmensen hier hun werk te laten doen. Toch zou ze dat doen. Hij was trots op haar.

‘Hoe luisteren jullie naar elkaars muziek?’

‘Via onze webcam. Ik zie mijn buitenlandse webvrienden regelmatig, terwijl ik mijn buren niet eens ken!’ Ze stootte een vreugdeloos lachje uit. ‘Zielig, hè?’

Nee, zielig was het niet, wel betreurenswaardig. Hij zou haar later nog wel eens uitleggen wat het verschil was. ‘Heb je hem nooit willen opzoeken?’

‘O ja. Ik zou het ook zeker gedaan hebben, want ik kán wel reizen, vooropgesteld dat ik anoniem kan blijven. Ik heb alleen niemand om mee te gaan.’

‘Dus als ik het goed begrijp, heb je geen straatvrees maar eerder vrees om herkend te worden?’

Ze haalde halfslachtig haar schouders op, terwijl ze een hap van haar bagel nam.

Hij wilde het onderwerp niet laten rusten. ‘Dat is het, hè? Je wilt niet herkend worden als Cassandra Baker, de bejubelde pianiste en newagecomponiste.’

‘Zoiets ja.’

‘Hoe zat het dan met die slotenmaker? Die wilde je toch ook niet zien. Waarom dan niet?’

‘Volgens mijn vader was ik hopeloos verlegen.’

Ja, vooral hopeloos voor haar carrière, dacht Neo schamper, dat zou voor de man wel de hoofdzaak zijn geweest. ‘Ben je altijd verlegen geweest?’ vroeg hij.

‘Mijn moeder zei dat ik als peuter juist heel vrij was, dat ik altijd de boel probeerde te vermaken. Zo hebben ze ook ontdekt dat ik een muzikaal wonderkind was. Als driejarige klom ik op de pianokruk en begon te spelen – stukken die ik ooit had gehoord, uit mijn geheugen.’

‘Dat is verbijsterend.’