De Therapie(42)
‘Neem maar op, dr. Larenz. Ik ben er al aan gewend dat u altijd wordt gebeld als ik bij u ben. Bovendien wil ik zo meteen naar huis.’
‘Nee, nog niet. Ik kan u zo niet laten gaan. U staat vlak voor een aanval. U hebt hulp nodig.’
En ik wil antwoord op mijn vraag. Wat is er met Charlotte gebeurd?
‘Wacht in elk geval tot ik dit telefoontje heb afgehandeld,’ vroeg Viktor dringend. Anna staarde naar de grond en wreef zenuwachtig met haar wijsvinger over de nagel van haar rechterduim. Viktor zag dat het nagelbed al helemaal rood en geïrriteerd was door die dwangmatige reactie.
‘Goed, dan blijf ik nog even,’ zei ze ten slotte. ‘Maar zorg alstublieft dat dat vreselijke gerinkel eindelijk ophoudt.’
30
HIJ NAM HET GESPREK IN DE KEUKEN.
‘Hè, eindelijk. Luister, er is iets ongelooflijks gebeurd!’ begon Kai ongeduldig.
‘Ben zo terug,’ fluisterde Viktor, en hij legde de hoorn op het aanrecht naast de spoelbak. Toen trok hij zijn pantoffels uit en sloop op blote voeten terug door de gang, terwijl hij deed alsof hij telefoneerde. ‘Ja ja… Hmm. Is goed… Doe ik.’
Door de kier van de deur constateerde hij tevreden dat Anna niet van haar plaats gekomen was.
‘Oké, wat is er?’ vroeg hij toen hij weer in de keuken stond.
‘Is zíj weer bij je?’
‘Ja.’
‘Hadden we niet een afspraak?’
‘Ze kwam onverwachts. Ik kon haar moeilijk de deur uit zetten in de orkaan die hier woedt. Maar goed, waar bel je over?’
‘Ik kreeg vandaag een fax op kantoor.’
‘Van wie?’
‘Dat weet ik niet zeker. Je moet hem zelf maar bekijken.’
‘Wat bedoel je? Wat staat er dan in?’
‘Niets.’
‘Je hebt een blanco fax gekregen? Dat wilde je me zeggen?’
‘Natuurlijk niet. Ik zei ook niet dat hij blanco was. Het is een tekening.’
‘Een tekening? En waarom moet ik die zien?’
‘Omdat ik denk dat hij van je dochter is. Ik denk dat Josy hem heeft gemaakt.’
Viktor leunde bevend met zijn rug tegen de koelkast en sloot zijn ogen. ‘Wanneer?’
‘Die fax?’
‘Ja. Wanneer kwam hij binnen?’
‘Een uur geleden. En hij kwam via mijn privénummer, dat behalve bij jou alleen bekend is bij een handjevol mensen.’
Viktor haalde diep adem en kreeg weer een hoestbui. ‘Ik weet niet wat ik daarop moet zeggen, Kai.’
‘Heb je een fax daar op Parkum?’
‘Ja. Hij staat in mijn huiskamer.’
‘Goed. Ik stuur je hem over tien minuten. Zorg dat je Anna dan de deur uit hebt gewerkt. Ik zal je later nog bellen om je te vragen wat je ervan denkt.’
Viktor gaf Kai zijn faxnummer op Parkum en hing op.
Toen hij uit de keuken de gang in kwam, was de deur van de woonkamer dicht. Verdomme. Hij vloekte binnensmonds en hield al rekening met het ergste. Zou ze er weer vandoor zijn? Snel deed hij de deur open en hij haalde opgelucht adem toen hij zag dat hij zich had vergist. Anna stond nog steeds voor zijn bureau, met haar rug naar hem toe.
‘Hallo,’ zei hij, maar door de keelpijn kwam er geen geluid over zijn lippen.
Op dat moment sloeg zijn opluchting om in ontzetting. Want Anna had niet gemerkt dat hij binnengekomen was en maakte geen aanstalten zich naar hem om te draaien. In plaats daarvan roerde ze heimelijk een wit poeder door zijn thee.
31
‘VERDWIJN ONMIDDELLIJK UIT MIJN HUIS!’
Anna draaide zich langzaam om en keek Viktor verbaasd aan.
‘Goh, ik schrik me een ongeluk, dr. Larenz. Wat bezielt u opeens?’
‘Dat kan ik beter aan ú vragen. Al dagen vroeg ik me af waarom mijn thee zo vreemd smaakte. En sinds uw komst hier op het eiland ben ik me met het uur zieker gaan voelen. Nu begrijp ik waarom.’
‘Lieve hemel, dr. Larenz. Ga eerst eens rustig zitten. U bent helemaal buiten zichzelf.’
‘Daar heb ik ook alle reden voor. Wat hebt u daar in mijn thee gedaan?’
‘Wat zegt u?’
‘Wat u in mijn thee hebt gedaan!’ schreeuwde Larenz. Zijn stem sloeg over en elk woord deed pijn aan zijn ontstoken keel.
‘Doe niet zo belachelijk,’ antwoordde ze kalm.
‘Wat zit erin!’ riep hij.
‘Paracetamol.’
‘Para…?’
‘Ja. Tegen de verkoudheid. Hier. U weet toch dat ik sinds die toestand met Charlotte altijd een voorraadje bij me heb?’ Ze opende haar grijszwarte designertasje.
‘U zag er zo beroerd uit dat ik iets voor u wilde doen. En natuurlijk zou ik het u hebben gezegd voordat u de eerste slok nam. Lieve hemel, u dacht toch zeker niet dat ik u wilde vergiftigen?’
Viktor wist zelf niet meer wat hij wel of niet dacht.