De Stilte Van De Hel(93)
Ook het ontbreken van bewijsmateriaal vertelt ons iets. Het vertelt ons dat de dader op zijn minst een oppervlakkige kennis van de werkwijze van de politie en forensische procedures heeft. Dat geeft ons inzicht in de methodologie en psychologie van de moordenaar. Is hij of zij intelligent, beheerst en geduldig, of bezeten, gepassioneerd en gestoord? Bewijzen of het ontbreken daarvan vertellen ons dit.
‘Hé,’ zegt Alan en hij wijst. ‘Volgens mij komt hij eraan.’
Ik zie een bestelbusje van een koeriersbedrijf in onze richting rijden. Het busje mindert vaart voor het gebouw en staat stil. Ik kan de bestuurder zien, een jonge man met blond haar en een vlassig baardje die ons bijzonder bezorgd aankijkt. Ik kan het hem niet kwalijk nemen. Hij is het waarschijnlijk niet gewend dat hij wordt opgewacht door een groep ernstig kijkende, ietwat angstaanjagend uitziende mensen. Ik loop naar zijn kant van het busje en gebaar dat hij zijn raampje moet openen.
‘ fbi ,’ zeg ik en ik hou mijn pas omhoog. ‘Je hebt een levering voor dit adres?’
‘Eh, ja, inderdaad. Het staat achterin. Wat is er aan de hand?’
‘Het pakketje bevat bewijsmateriaal, meneer...?’
‘Huh? O, Jedediah. Jedediah Patterson.’
‘Stapt u even uit, meneer Patterson. Dit pakje is gestuurd door een crimineel achter wie we aan zitten.’
Zijn mond valt open. ‘Echt?’
‘Ja. We hebben uw vingerafdrukken nodig, meneer. Wilt u alstublieft uit het busje komen?’
‘Mijn vingerafdrukken? Waarom?’
Ik dwing mezelf geduldig te blijven. ‘We gaan het pakketje op vingerafdrukken onderzoeken. We moeten weten welke van u zijn en dus niet aan de crimineel toebehoren.’
Er begint hem iets te dagen. ‘O... ja natuurlijk, ik begrijp het.’
‘Wilt u alstublieft uitstappen?’ Mijn geduld raakt op. In snel tempo. Wellicht voelt hij dit aan, want hij doet nu het portier open en stapt uit.
‘Dank u wel, meneer Patterson. Gaat u maar met Special Agent Washington mee. Hij zal uw vingerafdrukken afnemen.’
Ik wijs op Alan terwijl ik dit zeg en zie dat Jed Patterson hem achterdochtig aankijkt. ‘Maakt u zich geen zorgen,’ zeg ik geamuseerd. ‘Ik weet dat hij groot is, maar hij is alleen gevaarlijk voor slechteriken.’
Hij likt over zijn lippen en staart nog altijd wat angstig naar de man-berg. ‘Als u het zegt, zal het wel zo zijn.’ Hij loopt naar Alan, die hem mee naar binnen neemt.
Nu kan ik me concentreren op het pakketje. Reggie Gantz staat al met zijn apparatuur naast het bestelbusje. Hij maakt nog steeds een ongeïnteresseerde indruk.
‘Kan ik beginnen?’ vraagt hij.
‘Ga je gang,’ antwoord ik.
Hij loopt naar de achterkant van het koeriersbusje en doet de deuren open. We hebben geluk; er liggen slechts drie pakketjes. Hij ziet ons pakketje onmiddellijk liggen. Het is aan mij geadresseerd.
Hij start de laptop op en zet het draagbare röntgenapparaat aan. Enkele ogenblikken later zien we de inhoud van het pakketje op het scherm van zijn laptop.
‘Zo te zien een fles of pot of iets dergelijks... en mogelijk een brief... en nog iets, iets plats en ronds. Zou een cd kunnen zijn. Dat is alles. Ik zal de sniffer aanzetten. Controleren of de vloeistof in die fles geen gevaarlijk goedje is.’
‘Is dat waarschijnlijk?’
‘Niet echt. Vrijwel alle vloeibare explosieven zijn onstabiel. Dan was het pakketje op weg hiernaartoe waarschijnlijk al ontploft.’ Hij haalt zijn schouders op. ‘Bij de explosievendienst nemen we niets als vanzelfsprekend aan.’
Ik ben blij dat Reggie erbij is, maar ik vrees dat hij een tikje gestoord moet zijn om zo’n baan te kiezen. ‘Ga je gang,’ zeg ik tegen hem.
Hij haalt een pluk watten tevoorschijn en veegt daarmee over het pakketje. Stopt de watten vervolgens in de sniffer. Zodra de pluk er eenmaal in zit, doet de spectrometrie zijn werk. Al snel kijkt hij me aan. ‘Zo te zien zitten er geen gevaarlijke stoffen in. Volgens mij is het veilig om het open te maken.’
‘Bedankt, Reggie.’
‘Graag gedaan.’ Hij gaapt. Hoofdschuddend kijk ik hem na wanneer hij met zijn apparatuur naar zijn eigen busje terugslentert. Je hebt mensen in alle soorten en maten.
Nu ben ik alleen met het pakketje. Ik bekijk het. Het is niet echt groot. Net groot genoeg voor wat erin zit: iets ter grootte van een jampot, een brief en waarschijnlijk een cd. Ik wil het zien. Brand van verlangen om het open te maken.
Ik loop naar de voorkant van het busje. Alan keert terug met Jed Patterson, wiens vingertoppen nu zwart zien van de inkt. Ik gebaar naar Alan.
‘Het pakketje is veilig verklaard,’ zeg ik tegen hem. ‘We moeten het naar het lab brengen.’
‘Werd wel tijd,’ zegt Callie instemmend.