Reading Online Novel

De Stilte Van De Hel(108)



Ik begreep indertijd niet alles wat hij zei, maar dat deed er niet toe. Ik begreep dat hij iets met me deelde, omdat hij van me hield.

Wanneer ik aan mijn vader denk, probeer me zijn wezen te herinneren, dan denk ik terug aan dat moment.

Mijn vader was een bewonderenswaardige man. Mijn moeder overleed toen ik tien was. Hoewel dit hem aan het wankelen bracht, is hij nooit omgevallen. Heeft hij zich nooit in zijn verdriet afgezonderd en mij aan mijn lot overgelaten. Wat er verder ook gebeurde, aan één ding hoefde ik nooit te twijfelen en dat was dat mijn vader van me hield.

Ik word wakker omdat iemand me aanraakt en in een flits rol ik van de bank, doe ik mijn ogen open en trek ik mijn pistool. Het duurt even voordat ik doorheb dat het Tommy is. Hij is zo te zien niet geschrokken. Staat daar maar met zijn handen langs zijn zijden. Ik laat mijn pistool zakken.

‘Het spijt me,’ zegt hij.

‘Nee, ik ben degene die sorry moet zeggen, Tommy.’

‘Ik heb het hele huis doorzocht. Het enige wat ik heb gevonden is een afluisterapparaatje in je telefoon. Dat komt waarschijnlijk omdat je alleen woont. De telefoon is het enige wat de moeite waard is om af te luisteren, tenzij je natuurlijk hardop in jezelf praat.’

‘Het gaat dus om de telefoon en de auto.’

‘Ja. Ik heb een voorstel. Ik blijf hierbeneden op de bank slapen. Wanneer je morgen weggaat, volg ik je.’

‘Weet je het zeker, Tommy? Dat je hier wilt blijven slapen?’

‘Jou beschermen is nu mijn belangrijkste taak, Smoky. Het is mijn werk, en dat gaat 24 uur per dag door.’

‘Ik zou liegen als ik zei dat ik het niet fijn vind. Bedankt.’

‘Graag gedaan. Ik ben je iets verschuldigd.’

Ik kijk hem heel lang aan. ‘Weet je, Tommy, eigenlijk ben je me helemaal niets verschuldigd. Ik deed gewoon mijn werk. Ik denk niet dat jij vindt dat de mensen die jij tijdens je werk bij de geheime dienst beschermde jou daarvoor iets verschuldigd zijn.’

Hij kijkt me aan. ‘Nee. Maar zij vonden dat zelf wel. Omdat het om hun leven ging. Je was er voor me tijdens een rotperiode in mijn leven. Het doet er niet toe of jij vindt dat ik je iets verschuldigd bent of niet; ik vind dat namelijk wel.’ Hij is even stil. ‘Ik wilde maar dat ik hier was geweest toen Sands kwam.’

Ik kijk hem glimlachend aan. ‘Ik ook.’

Hij knikt. ‘Nu ben ik er voor jou. Ga lekker slapen. Je hoeft je nergens zorgen om te maken.’ Hij kijkt me weer aan en er is iets veranderd in zijn ogen. Ze zijn nu van steen. IJs. Bevroren graniet. ‘Als iemand jou iets wil aandoen, krijgt hij eerst met mij te maken.’

Ik ga op de bank zitten en kijk naar Tommy. Kijk echt goed naar hem. Ik denk terug aan de droom over mijn vader, aan alles wat er is gebeurd. Alles wat zou kunnen gebeuren. Ik bestudeer zijn donkere, intense ogen. Zijn aantrekkelijke gezicht. Ik voel een verlangen in me opkomen.

‘Wat is er?’ vraagt hij zacht.

Ik antwoord niet. In plaats daarvan buig ik me tot mijn eigen stomme verbijstering naar voren en kus hem op zijn lippen. Ik voel dat hij verstijft. Hij duwt me weg.

‘Hoho,’ zegt hij.

Ik tuur omlaag, durf hem niet aan te kijken. ‘Ben ik zo afzichtelijk lelijk, Tommy?’

Een stilte die eeuwig lijkt te duren. Ik voel zijn hand onder mijn kin, voel dat hij deze optilt. Ik wil zijn gezicht niet zien. Wil de walging niet zien.

‘Kijk me eens aan,’ zegt hij gebiedend.

Dat doe ik. Mijn ogen sperren zich wagenwijd open. Geen walging. Wel tederheid, vermengd met woede.

‘Je bent niet afzichtelijk lelijk, Smoky. Ik heb je altijd enorm sexy gevonden. Nog steeds. Je hebt op dit moment iemand nodig. Dat begrijp ik best. Ik weet alleen niet of dit ergens toe zou leiden.’

Ik staar hem aan, laat de eerlijkheid van zijn woorden bezinken. ‘Zou je slechter over me denken als ik zei dat dat me niets kon schelen?’ vraag ik hem uit nieuwsgierigheid.

Hij schudt zijn hoofd. ‘Nee. Dat is niet het probleem.’

‘Wat dan wel?’

Hij spreidt zijn handen voor zich uit. ‘Of jij misschien slechter over mij zou gaan denken.’

Zijn woorden zetten me aan het denken. En geven me een goed gevoel. Ik buig me naar hem toe. ‘Je bent een goede vent, Tommy. Ik vertrouw je. Het kan me niets schelen of dit ergens toe leidt, en zo ja, waarnaartoe.’ Ik steek een hand uit, raak zijn gezicht aan. ‘Ja, ik ben inderdaad eenzaam en gekwetst. Dat is echter niet de reden. Ik wil op dit moment alleen zo graag door een man worden begeerd. Meer niet. Is dat verkeerd?’

Zijn ogen zijn op me gericht, maar geven nog steeds niets prijs. Dan strekt hij zijn armen uit en pakt mijn gezicht vast. Raakt met zijn lippen de mijne aan. Ze voelen zacht en tegelijkertijd hard aan. Zijn tong glijdt in mijn mond en mijn lichaam reageert direct. Het duwt zich tegen hem aan en ik voel door zijn broek heen dat hij hard is. Hij trekt zich los. Zijn ogen zijn half gesloten van genot en ontzettend sexy.