1
Long Beach, New York, maart 1986
De nacht dat John Stefanovitch werd neergeschoten had niet kouder kunnen zijn en de sterren aan de winterse hemel hadden niet feller kunnen schitteren. Kort na middernacht beende Stefanovitch over de krakende, hard bevroren planken van de promenade op Long Beach en neuriede 'Surfer Girl', een van die onzinnige liedjes van de Beach Boys, waar hij normaal gesproken om kon glimlachen. Intussen bleef zijn blik voortdurend gericht op de huizen achter het strand waar op dit moment een doodse stilte heerste.
De Grafdanser was dicht in de buurt. Stefanovitch voelde het met zijn hele lijf. Het was een zesde zintuig dat hij soms had, een paranormale gave bijna. Het stuk geteisem waar hij nu al bijna twee jaar jacht op maakte was zo dichtbij dat hij er kippevel van kreeg.
Uiteindelijk was hij weer terug in Florida Street, de smalle verlaten zijstraat waar hij en zijn rechercheurs hadden afgesproken bij elkaar te komen. In feite was hij hier al tien minuten eerder geweest; hij was toen naar New York Avenue gelopen en de promenade op gegaan om zijn gedachten te ordenen.
Het veertien man tellende team rechercheurs van de narcoticabrigade was inmiddels compleet. Dit was een gezamenlijke operatie van de politie van New York en Nassau County, waarvoor elke man speciaal was geselecteerd en die tot doel had de Grafdanser deze avond in te rekenen.
Stefanovitch begroette hen en gaf sommigen joviaal een klopje op de rug van hun donzen parka.
Stefanovitch paste in het team, wat voor een inspecteur nogal bijzonder was. Dat kwam misschien doordat hij
nooit zo'n hoge dunk van zichzelf had gehad en vond dat de rang van inspecteur eigenlijk niet zoveel voorstelde. Of misschien kwam het doordat hij cynischer was dan de rechercheurs die onder hem werkten en hij een wat ongewonere kijk op de wereld had dan zij.
Hij droeg - precies zoals een Newyorkse rechercheur gekleed diende te zijn - een verweerd zwartleren jack over een grijs sweatshirt met een capuchon. Door deze outfit leek hij, met zijn een meter vijfentachtig, kleiner dan hij was en maakte hij een nogal vierkante, robuuste indruk. Vanonder een gedeukte, zwarte gleufhoed staken zijn lange, donkerblonde en verwarde haren. Zijn ogen waren koel en donkerbruin, maar kregen een warme glans zodra hij zich bij iemand op zijn gemak voelde. Er waren mensen die zeiden dat Stefanovitch eruitzag als een of andere derderangs filmster en dat vond hij helemaal nog niet zo'n slechte kwalificatie. Hij kende een derderangs filmster die het zelfs tot staatshoofd had geschopt.
In het duister van Florida Street sprongen kofferbakken bijna geluidloos open en werden .375 Magnums, twaalf- kaliber geweren, pistolen uit de arsenalen van New York en Nassau County en patroontassen vol munitie te voorschijn gehaald. Er hing een sfeer alsof de hele buurt op springen stond.
Bij deze politieoverval ging het om een grotere hoeveelheid drugs dan die van de beruchte 'French Connection': niet minder dan tweehonderd kilo, meer dan anderhalf miljoen shots voor de 250.000 verslaafden in New York.
Vannacht zouden ze hem grijpen: Alexandre St-Germain, het beest dat de Grafdanser werd genoemd, de man die gedurende de afgelopen tweeëntwintig maanden een obsessie voor Stefanovitch was geweest. En dat was niet toevallig, want Stefanovitch kreeg steevast de belangrijkste narcoticazaken van de Newyorkse politie toegewezen. Hij had er een speciaal talent voor en hoe groter de uitdaging hoe lekkerder hij zich erbij voelde. Stefanovitch wendde zich ten slotte tot zijn vaste partner, een honderddertig kilo zware rechercheur die 'Bear' Kupchek heette. 'Ben je er klaar voor, Charlie Chan? ' 'Ah. Wijs man nooit klaal om 's nachts donkere steeg in te gaan. ' Kupchek grijnsde als de statige Chinese detective. 'Lazer op, Charlie, ' zei Stefanovitch.
John en Anna Stefanovitch; Brooklyn Heights
Uren daarvoor waren Stefanovitch en zijn vrouw Anna uit eten geweest. Hij had haar meegenomen naar het River Café dat met zijn fonkelende lichtjes als een kostbare tiara onder de Brooklyn Bridge lag te schitteren.
Na het eten waren ze teruggereden naar hun flat in Brooklyn en heimelijk naar het overdekte zwembad op het dak gegaan. Dat was na negen uur gesloten, maar Stefanovitch had een sleutel. Hij had een cassetterecorder meegenomen en samen hadden ze gedanst op het dak, eerst op de blues van Robert Gray en daarna op de romantische Braziliaanse gitaarklanken van Laurindo Almeida.
'We overtreden hiermee wel mooi een wet die jij zou moeten handhaven, ' fluisterde Anna tegen zijn wang. Ze voelde in zijn armen heerlijk zacht en warm aan en ze kon al even heerlijk langzaam dansen. Sierlijk en heel verleidelijk.
'Slechte wet, ' fluisterde Stefanovitch terug. 'Niet in stand te houden. '
'Mooie politieman ben jij. Totaal geen respect voor het gezag. '
'Zo is het. Ik ken te veel gezagsdragers. '
Hij morrelde aan de knoopjes van Anna's jurk en zag in haar groene ogen de weerschijn van het rood van de stof en het goud van haar haar dat als pure zijde onder zijn vingers aanvoelde.