De Hoeders Van Het Verbond(47)
De verdieping is verlaten.
Erg verdacht.
Ik neem mijn tas mee en sluip met gebogen rug langs de muur. Ik voel me een figuur uit een tekenfilm. Behoedzaam nader ik Bolla.
Ik zie niemand.
Ik heb handschoenen en een zaklantaarn meegenomen. Methodisch en moeizaam zoek ik achter de schokdempers, achter de spatborden en onder de carrosserie.
Ik vind de GPS-zender achter het linkervoorspatbord. Hij heeft de grootte van een luciferdoosje en zit zo goed vast dat ik flink wat kracht moet zetten om hem los te krijgen. Ze hebben zwart plakband over het rode led-lampje geplakt.
Slimmeriken.
Maar ik geef het nog niet op.
De tweede GPS-zender zit vastgeplakt aan een pomp onder de motorkap.
Tevreden plak ik de twee GPS-zenders aan een zilveren Mercedes en een blauwe Peugeot die naast Bolla staan geparkeerd.
Dan betaal ik een vermogen om de slagboom open te krijgen en rij in noordelijke richting naar Ringebu in Oppland.
11
De grote staafkerk met zijn rode toren staat op een berghelling en steekt hoog boven Ringebu uit. De kerk ligt vlak bij een heidense cultplaats en een tingplaats.
Terwijl ik Bolla parkeer komt de priester, die kennelijk heeft staan wachten, me tegemoet gelopen. We geven elkaar een hand. Ik verontschuldig me dat ik hem heb wakker gebeld. Hij bekent me dat hij in geen jaren met zoiets spannends is wakker gemaakt.
De priester, Sigmund Skarnes, is een mollige, gemoedelijke man van in de zestig. Opgewonden neemt hij me mee naar de kerk en leidt me rond. De staafkerk van Ringebu werd rond 1220 gebouwd en is een duidelijk voorbeeld van hoe de Noren langzaam hun geloof in de Asen afzwoeren en gingen geloven in de verlossing van Christus. Onder het plafond, boven aan de zuilen, kun je nog steeds vaag Noordse goden geschilderd zien staan.
Een van de oudste voorwerpen die zijn overgebleven van de vroegste kerk, en dat wonderlijk genoeg de jacht op de heilige beelden tijdens de reformatie heeft overleefd, is een beeld van Sint-Laurentius. De slanke, houten figuur die links van het koor staat en een rode bijbel vasthoudt, lijkt zo vrouwelijk dat ik eerst denk met een vrouwenfiguur te maken te hebben.
Ook het doopvont van grijze speksteen stamt uit die tijd. Helemaal bovenop bedekt een ring van donker steen het bovenste deel van het doopvont.
Als Sigmund Skarnes klaar is met zijn rondleiding, vraag ik of ik alleen mag rondsnuffelen om al het moois te bestuderen. Ik hang een vaag verhaal op dat ik op zoek ben naar een verborgen boodschap die de kerkbouwers achtergelaten kunnen hebben. Skarnes trekt zich terug om aan zijn zondagpreek te werken.
Ik haal mijn tas met gereedschap uit de auto. Digitale camera, laptop, vergrootglas, sterke lantaarn. Langzaam en methodisch ga ik door de kerk. Het Sint-Laurentiusbeeld inspecteer ik heel zorgvuldig, omdat een dergelijk heiligenbeeld heel goed gebruikt kon zijn om sporen en tekens te verbergen. Maar ik kan niets ontdekken. Ik bestudeer het beeld zelf en de sokkel waarop het staat. Ik onderzoek de rode bijbel. In de vorige boodschap werd er immers een bijbel genoemd.
Sigmund Skarnes komt kijken of alles naar wens verloopt. 'Dus jij bent geïnteresseerd in Sint-Lars, zie ik?'
'Een mooi heiligenbeeld.' Dan dringen de woorden tot mij door. 'Hoe noemde u hem?'
'Ja, eigenlijk heet hij Sint-Laurentius. De heilige Laurentius was in de derde eeuw schatmeester en diaken in Rome. Volgens de legende werd de arme man levend verbrand toen hij de schatten van de kerk aan de armen uitdeelde. Zo kan het gaan! Zijn schedel bevindt zich nog in het Vaticaan.'
'Zei u "Lars"?'
'Zo wordt hij hier genoemd. Sint-Lars.'
Blader in Lars' bijbel waar de zon opkomt...
De tekst van Garmo verwijst naar Sint-Laurentius!
Terwijl de priester zich weer terugtrekt in de sacristie voor zijn verkondiging op zondag, draai ik om Sint-Lars heen. Met mijn digitale camera fotografeer ik, met en zonder flits en met verschillende belichtingen, het beeld. Ik fotografeer zijn gezicht, zijn mantel, het rode kleed dat van de linkerhand van het beeld naar beneden hangt en de bijbel van dichtbij.
Blader in Lars' bijbel...
In een donkere hoek zet ik de foto's op mijn laptop. Ik open de foto's in PhotoManipulator Pro en begin met het bewerken van de motieven. Met het dataprogramma kan ik negatief in positief veranderen, ultraviolette stralen simuleren, het contrast, de grootte, het aantal pixels, de kleurnuances veranderen, de kleuren, het perspectief en de hoek bewerken. Archeologen en kunstconservators gebruiken deze software om de kleuren weg te filteren zodat ze de oorspronkelijke penseelstreken onder de gerestaureerde verflagen te kunnen zien.
De beelden van de bijbel zijn een digitale schatkamer.
Onder acht lagen van verschillende verftypes zie ik vaag de omtrekken van enkele tekens, maar zo zwak dat ze voor het blote oog onzichtbaar geweest moeten zijn toen ze werden opgebracht. Ik weet niet wat voor soort inkt ze hebben gebruikt - het kan van alles zijn geweest, van gedestilleerde honing of uiensap tot bewerkte azijn of urine - maar het resultaat was een onzichtbaar schrift waar ze overheen hebben geverfd. Om de letters weer zichtbaar te maken moesten ze het geschrift warm maken of er met een chemische vloeistof overheen gaan (het afgietsel van gekookte rode kool plus bepaalde chemicaliën zou bijvoorbeeld azijnschrift weer zichtbaar maken). Of, in onze tijd, ze manipuleren met een geavanceerd dataprogramma.