De Hoeders Van Het Verbond(128)
Tussen twee boekenplanken, waarop guardas nórdicos en textos santos staat, doet hij een lade met daarop aventuras de caballeros open en pakt er een rechthoekige kartonnen doos uit. Hij tilt het deksel op en vouwt het zijdepapier open.
'Dit zal je wel interesseren.'
Ik kijk nieuwsgierig in de doos. Op vellum, het fijnste kalfsleer, staat een tekst die in runen is geschreven. De rijen met de Noordse tekens vormen symmetrische blokken. Ik leun voorover en vertaal de eerste regels:
Odin, geef mij kracht.
Mijn handen beven. Mijn gekromde vingers doen denken aan de klauw van een arend. Mijn nagels zijn gebarsten en spits. Mijn ademhaling gaat rochelend. Mijn ogen, die ooit een buizerd onder de wolken zagen of een vlaggenmast van een schip aan de horizon, zijn nu gehuld in een eeuwige mist.
'Dit geschrift noemen we De geschiedenis van Bård, zegt de Conservator. 'De tekst is op Selja geschreven door Bård, de wapenbroeder en trouwe volgeling van Olav de Heilige, veertig jaar na de slag bij Stiklestad.'
'Bård?' roep ik uit. Bård!! De vernielde mummie in de stenen kist naast Asim in de grafkamer op Selja.
'Een ongewoon geschrift. De tekst past niet bij de stijl die in zijn tijd gebruikelijk was.'
'Hoe is dit handschrift hier terechtgekomen?'
'De hoeders moeten het naar Snorri hebben gestuurd toen... '
De deur vliegt open. Als een woedende veldmaarschalk die is verraden, komt Esteban met twee beveiligingsmedewerkers binnengestormd. De Conservator en ik duiken in elkaar. Discreet - maar uiteraard niet discreet genoeg - geef ik de doos met De geschiedenis van Bård terug aan de Conservator.
'Is er iets gebeurd?' vraag ik. 'Hassan?'
Esteban snauwt iets in het Spaans, waar ik geen woord van versta. Beteuterd geeft de Conservator hem de kartonnen doos met het handschrift.
Esteban werpt een blik in de doos. 'Historia de Bård', zegt hij. 'Porqué?'
'Perdona me, senor Rodriquez', mompelt de Conservator.
Esteban draait zich ineens naar me om. 'Interessant?' vraagt hij met een gruizige stem.
'Ik heb slechts een paar regels gelezen', antwoord ik kalm. 'Heb je al iets gehoord over Hassan?'
De beveiligingsmedewerkers pakken de Conservator vast en leiden hem de bibliotheek uit alsof hij een gewone arrestant is.
'Wat is er aan de hand?' vraag ik.
Esteban neemt me met zijn schoolmeestersblik op.
'Het spijt me als ik ...' begin ik.
'De Conservator moet spijt hebben! 'We... '
'Hij heeft zijn grenzen mijlenver overschreden.'
'Omdat jij me de tekst van Asim hebt laten zien, dacht ik 'Wat ik je laat zien en wat de Conservator je laat zien, zijn twee totaal verschillende dingen.'
'Uiteraard. Het spijt me. We wilden niet...'
'Bueno!' onderbreekt hij me. 'Loop met me mee.'
Esteban pakt me bij mijn mouw en trekt me de bibliotheek door. Ik heb moeite om hem op mijn krukken te volgen.
3
Via een zijvleugel gaan we het paleis uit en we lopen over een brede stenen trap naar een geplaveid pad. Langs het pad staan bruisende fonteinen en marmeren beelden die de eeuwigheid in kijken. Het park lijkt een diep bos dat in het donker verdwijnt. Ik hoor geritsel van bladeren, jungleachtige kreten en geroep van nachtdieren. Midden in het kleurrijke tapijt van bloemen, verlicht door verborgen lampen, staat een metershoge stenen pilaar.
Een runensteen.
Mijn vingers strelen de tekens die de eeuwen bijna hebben uitgewist. Teken voor teken vertaal ik de tekst voor mezelf:
Tord ritste deze runen ver van het rijk van zijn voorvaderen over stormachtige zeeën en vreemde bergen door bossen en over toppen brachten we het heiligdom dat we met Gods genade vanaf onze geboorte hebben bewaakt naar het eiland van de zon Hispaniola zoals Asim ons dat had bevolen
1503
Midden in het park, omringd door bloemen en een hoog smeedijzeren hek met lange, zwarte punten, staat een wit mausoleum.
De muren hebben roodstenen friezen, maar geen ramen. De dakkoepel is van groen koper.
We blijven bij de poort staan. 'Kom mee', zegt Esteban. Uit zijn zak haalt hij een afstandsbediening. Een enorm gordijn van infrarode stralen licht op in het donker. 'Voor de zekerheid', zegt hij. 'Voor het geval het iemand, tegen de verwachting in, lukt om de buitenste hekken te forceren en de sensoren en bewakingscamera's, de infrarode stralen, de detectoren en de honden weet te ontwijken.'
Hij drukt zijn oog tegen een irisscanner en tikt een code in. Het smeedijzeren hek gaat open.
Onder aan de granieten trap die naar het plateau voor de ingang leidt, blijven we even staan. In een fries in de dwarsbalk boven de grote, dubbele deur herken ik de drie symbolen. Ankh, tyr en kruis.
We lopen de granieten trap op naar de ingang. De oude, solide sloten zijn vervangen door cijfersloten die in de deurpost zitten. Esteban toetst een code in, wacht even en toetst daarna weer een code in.
De zware deuren gaan zonder een geluid te maken open. We betreden een voorportaal waar op de vloer een mozaïek ligt. De muren en het plafond zijn bedekt met fresco's tussen lijsten van houtsnijwerk en vergulde ranken. De deuren vallen met een klap achter ons dicht. Buiten- en binnendeur kunnen kennelijk niet gelijktijdig open zijn.