Reading Online Novel

Dagboek van een beschermengel(26)



En dus wachtte ik die avond tot het licht uitging om mijn verstofte doedelzak tevoorschijn te halen. Ik ging staan, keek beschroomd om me heen of de andere engelen niet keken, haalde diep adem en begon te zingen, heel zachtjes in het begin: My young love said to me, my mother won’t mind… Margot bevond zich op het randje van de slaap en lag op haar linkerzij te woelen op de bultige matras. And my father won’t slight you for your lack of kind… Ik slaagde erin om wijs te houden. Ik begon iets harder te zingen: And she stepped away from me, and this she did say: it will not be long, love, ’till our wedding day. Ze sloeg haar ogen op.

Ik voelde de watervallen langs mijn rug omhoogkomen, zoals ik de vleugels van Sheren had zien opstijgen, als bogen van wind en regen. Margots aura werd zichtbaar groter en dieper van kleur. Ze keek me recht aan, zonder me te zien of te horen. Ze voelde alleen dat er iets veranderde, heel diep vanbinnen. Ik zong luider, tot alle engelen in de zaal zich hadden omgedraaid om naar me te kijken. As she stepped away from me, and she moved through the fair… Nu kon ik Margots hart zien, gezond en sterk. En daarna zag ik haar ziel, die kring van wit licht, als een ei, gevuld met een slechts één wens: een moeder.

Ik zong door en concentreerde me op het gezin dat ik in het dorp had waargenomen. Er vormde zich een ontsnappingsplan in mijn hoofd, met instructies voor Margot:

Verspreid het gerucht dat je de nacht in de graftombe moet doorbrengen. Verstop je tot zonsopgang in het verwarmingshok, dan sluip je het erf op en als de bestelwagen wegrijdt, spring je in de achterbak en verstop je je onder de kolenzakken. Zodra de wagen langzamer gaat rijden bij het schapenrooster in het dorp, spring je eruit en hol je naar het huis met de hemelsblauwe voordeur. Die mensen nemen je in huis.

Toen ik uitgezongen was, zat Margot rechtop in haar bed met haar magere knieën tegen haar borst gedrukt, en buitelden de gedachten door haar hoofd. Ik kon zien wat er door haar heen ging: ze stelde zich mijn ontsnappingsplan voor, wikte en woog het van alle kanten. Ja, dacht ze. De bestelwagen komt elke donderdag om vijf uur ’s morgens, dat is overmorgen. Ze had hem een paar maal gezien. De oude Hugh, de chauffeur, was doof aan één oor. Daar kon ze haar voordeel mee doen.



De volgende ochtend zei ze zachtjes tegen Tilly, het elfjarige meisje in het bed boven haar, dat ze die nacht de graftombe in moest.

‘Ieieie, waarom?’

Dat had Margot nog niet bedacht. ‘Eh, omdat ik gekke bekken trok naar juffrouw Marx.’

‘Heb jij gekke bekken getrokken naar juffrouw Marx? Jeetje, jij durft. Gossie, dat moet ik de anderen gaan vertellen.’



Tijdens de lunch gonsde het van de geruchten aan tafel. Het verhaal was intussen een stuk mooier geworden. Margot had niet alleen een mal gezicht getrokken. Niks daarvan. Ze had juffrouw Marx recht in haar gezicht uitgescholden voor rotwijf. En daarna, toen juffrouw Marx Margot meesleepte naar haar kantoor voor een pak slaag, had Margot haar een klap gegeven, twee zelfs, voordat ze haar rok optrok en haar blote billen liet zien. Margot zou de rest van haar leven in de graftombe moeten blijven.



Margot kampte echter met een probleem: ze kon moeilijk haar eigen escorte naar de graftombe in scène zetten. Het ging tegenwoordig zo dat Hilda en meneer O’Hare de naakte overtreders tegen bedtijd uit de slaapzaal haalden; het speelde inmiddels een belangrijke rol in Hilda’s dorst naar wraak dat het spektakel in het openbaar werd vertoond. Daarom verspreidde Margot een tweede gerucht: ze ging zich verstoppen om het moeilijker te maken. Ze zou tenslotte toch al zwaar gestraft worden. Veel erger kon het niet worden.

Dat was niet helemaal gelogen, want Margot verstopte zich wel degelijk. Na het avondeten en aangemoedigd door de meeste andere kinderen, stopte ze wat etensresten in een schooltas en sloop ze de gang door naar het verwarmingshok, waar ze een deken over haar knieën trok en afwachtte.

Ik had de andere engelen over de plannen ingelicht. Sheren keek me bezorgd aan. ‘Je weet toch wat er gaat gebeuren?’ Ik schudde mijn hoofd. Ik had geen enkele herinnering aan deze episode, niets dan de brandende hoop dat we het zouden redden. Sheren keerde zuchtend terug naar Hilda’s kantoor, met de belofte dat ze zou doen wat ze kon.

Gelukkig was het meneer Kinnairds beurt om de ronde door de slaapzalen te doen. Op zijn ronde door de slaapzaal om te controleren of iedereen in bed lag, trof hij Margots bed leeg aan.

‘Ze is in de graftombe, meneer,’ legde Tilly uit.

‘O?’ Hij keek zijn aantekeningen door. ‘Er staat hier niemand genoteerd voor de graftombe, niet voor vannacht, tenminste.’

Tilly trok een onschuldig gezicht. ‘Hebt u uw bril weer vergeten, meneer?’