Crossfire - 2 Begeerd door jou(16)
‘Maar ik was helemaal niet bij je,’ wees ik hem erop. ‘Ze knipperde met haar ogen en zei dat ze je aan iemand wilde voorstellen, en toen liet je mij daar staan.’
‘Jezus.’ Zijn ogen schoten vuur. ‘Niet nog een keer, hè?’
Ik veegde kwaad een traan weg die over mijn wang gleed.
Hij gromde. ‘Denk je nou echt dat ik met haar meeging omdat ik zo’n enorme behoefte had om bij haar te zijn en van jou af te komen?’
‘Geen idee, Gideon. Jij hebt mij laten zitten. Jij zult het wel weten.’
‘Jij hebt mij eerst laten zitten.’
Mijn mond viel open. ‘Niet waar!’
‘Nee, het zal wel weer niet. Toen we aankwamen, was je bijna meteen alweer vertrokken. Ik heb je overal gezocht en toen ik je vond, was je met die lul aan het dansen.’
‘Martin is Stantons neef!’ En aangezien Richard Stanton mijn stiefvader was, beschouwde ik Martin als familie.
‘Al was ie een of andere pastoor, het kan me niet schelen. Hij wil je neuken.’
‘O mijn god, dat is toch absurd? Hou eens op met die afleidingsmanoeuvres. Jij was over zaken aan het praten met je partners. Ik vond het ongemakkelijk om daar maar een beetje bij te staan. Zowel voor hen als voor mij.’
‘Dat is je plaats, ongemakkelijk of niet.’
Mijn hoofd schoot naar achteren alsof hij me had geslagen. ‘Wat zeg je nou?’
‘Hoe zou jij het vinden als ik van je wegliep op een feestje van Waters Field & Leaman omdat jij over een campagne begon te praten? En dat als je me dan weer vond, ik innig met Magdalene aan het dansen was?’
‘Ik...’ God. Zo had ik het nog niet bekeken.
Gideon zag er nonchalant en onverstoorbaar uit terwijl hij met zijn sterke lichaam tegen de deur geleund stond, maar ik kon de woede onder dat kalme oppervlak voelen trillen. Hij was altijd fascinerend om te zien, maar al helemaal wanneer hij door hartstocht werd verteerd. ‘Het is mijn plaats om naast je te staan en je te steunen en inderdaad, soms verdomme alleen maar aantrekkelijk aan je arm te hangen. Het is mijn recht, mijn plicht en mijn privilege, Eva, net als het dat omgekeerd voor jou is.’
‘Ik dacht dat ik je een plezier deed door niet in de weg te lopen.’
Zijn sarcastisch opgetrokken wenkbrauwen zeiden genoeg.
Ik sloeg mijn armen over elkaar. ‘Ben je daarom met Corinne weggegaan? Om me te straffen?’
‘Als ik je had willen straffen, Eva, had ik je wel over de knie gelegd.’
Ik kneep mijn ogen een beetje dicht. Dat nooit.
‘Ik weet hoe het werkt bij jou,’ zei hij kortaf. ‘Ik wilde niet dat je jaloers zou worden op Corinne voordat ik de kans had om het haar uit te leggen. Ik had even de tijd nodig om er zeker van te zijn dat ze begreep dat het ernst is tussen jou en mij, en hoe belangrijk het voor me was dat jij je die avond vermaakte. Dat is de enige reden dat ik met haar meeliep.’
‘Je hebt haar zeker gezegd dat ze niets over jullie tweeën mocht zeggen? Je hebt haar verteld dat ze haar mond moest houden over wat ze voor jou betekent. Jammer dat Magdalene roet in het eten heeft gegooid.’
En misschien hadden Corinne en Magdalene het ook zo bekokstoofd. Corinne kende Gideon goed genoeg om van tevoren te weten wat hij zou gaan doen: ze had gemakkelijk een plannetje kunnen maken rond zijn reactie op haar onverwachte aankomst in New York.
En dat wierp weer een geheel nieuw licht op waarom Magdalene me vandaag had gebeld. Corinne en zij hadden in het Waldorf met elkaar staan praten toen Gideon en ik hen zagen. Twee vrouwen die een man wilden hebben die met een andere vrouw was. Zolang ik in beeld was, zou dat voor allebei niet gebeuren en daarom kon ik niet uitsluiten dat ze samenspanden.
‘Ik wilde dat je het van mij zou horen,’ zei hij kortaf.
Die opmerking wuifde ik weg, omdat ik me meer bezighield met wat er nu gebeurde. ‘Ik zag Corinne in de Bentley stappen, Gideon. Net voordat ik hier aankwam.’
Zijn andere wenkbrauw schoot omhoog tot hij naast de andere zat. ‘O ja?’
‘Ja. Kun je dat verklaren?’
‘Nee, dat kan ik niet.’
Een gekwetste woede brandde dwars door me heen. Ik kon het plotseling niet eens meer verdragen om naar hem te kijken. ‘Ga dan maar opzij. Ik moet weer terug naar mijn werk.’
Hij verroerde zich niet. ‘Ik wil maar één ding weten voordat je weggaat: geloof je dat ik haar heb geneukt?’
Ik kromp ineen toen ik het hem zo hardop uit hoorde spreken. ‘Ik weet niet zo goed wat ik moet geloven. Maar het bewijs laat toch zien dat...’
‘Het kan me niet schelen, zelfs niet als je als “bewijs” had dat je haar en mij samen naakt in bed had aangetroffen.’ Hij ontbrandde zo snel in woede dat ik verbaasd achteruit strompelde. Hij kwam op me af. ‘Ik wil weten of je denkt dat ik haar heb geneukt. Of je denkt dat ik dat zou doen. Of ik dat zou kunnen doen. Nou, denk je dat?’