Hoofdstuk 1
De arrogantie ten voeten uit. Hoe langer Emily naar de man voor haar keek, des te kwader werd ze. Hij stond recht voor haar neus, lang als een basketballprof en breed als een rugbyspeler. Een man als een rotsblok, een behoorlijk intimiderend type. Een man die haar bovendien volledig het zicht ontnam. Onmogelijk te negeren.
Het ergste was eigenlijk dat hij ook nog zo’n kek telefoongeval had dat alles kon – muziek afspelen, internetten, foto’s maken – o ja, én bellen. En elk knopje dat hij indrukte, piepte. Goed hard. De ouverture van de opera zou bijna beginnen, en Emily ergerde zich wild aan die eindeloze bliepjes.
Ze schraapte nadrukkelijk haar keel. Ze had toch zeker geen jaar lang idiote uren gedraaid en op alles beknibbeld zodat ze met haar zus naar deze prachtige opera in Italië kon, om het nu te laten verpesten door een egoïst die zijn sociale leven belangrijker vond dan de voorstelling. Belangrijker dan iedereen om hem heen die wél van de avond wilde genieten.
Opnieuw schraapte ze haar keel.
De man wierp een snelle blik achter zich, zonder het gebliep te onderbreken. Wat wel verstomde, was de kakofonie van trillers en bekende, half gespeelde frasen nu de eerste violist het orkest tot stilte maande. Even later klonk een eenzame noot van de hobo waar de andere instrumenten op werden afgestemd. Maar ook daar liet de onverlaat zich niet het zwijgen door opleggen. Nee hoor. De zuivere klank werd ruw verstoord door zijn doordringende gepiep.
Elk moment kon de dirigent opkomen en met applaus worden onthaald. Bliepjes waren geen applaus. Bliepjes waren irritant. Bovendien kon Emily op deze manier niets zíén.
Haar woedende blik boorde zich in zijn rug, en ze schraapte nog eens haar keel. Het elegante jasje dat van die deurbrede schouders afhing, nonchalant teruggeslagen met een hand in zijn zak, benadrukte zijn smalle heupen. Ze wist dat hij ernstig gespierd was onder zijn witte overhemd en donkere broek. Ze had hem naar boven zien komen vanaf de peperdure plaatsen. Je zag hem niet snel over het hoofd; hij stak boven bijna iedereen hier uit. Van voren had ze zijn strak ingestopte overhemd gezien, waarin geen enkel vetrolletje of zo het gladde, witte katoen plooide. Goed gekleed, knap, op en top gesoigneerd en übercool in deze warme, volgepakte ruimte. Hij was vast naar boven gelopen om de mensen in zijn eigen elitaire hoekje niet te storen – hij handelde zijn zaakjes wel af waar alleen het plebs er last van had.
Een ober deed zingend zijn laatste ronde door het publiek en kwelde Emily met zijn lokroep.
‘Bebite! Acqua! Cola! Vino bianco! Vino rosso!’
Ze wilde alles wel. Ze had het warm. Ze had dorst. Ze had het gehad.
Deze keer kuchte ze. Waar was Kate in vredesnaam? Waar bleef ze?
Eén minuut voordat de opera begon naar de wc moeten, dat speelde alleen haar zusje klaar. Emily had het idee dat de toiletten in de eeuwenoude arena even schaars als ver weg waren, en dat het uren kon duren om aan de beurt te komen. Intussen plakte haar tong aan haar verhemelte en wilde ze dat die kolos voor haar in beweging kwam en haar een beetje zicht op het podium gunde.
Ha, eindelijk draaide de man zich om en stak zijn speeltje voor zich op. Zijn blikkerende grijns verblindde haar meer dan het flitslicht van de camera.
‘O,’ zei ze ijzig, ‘is dit een fotomoment?’
‘Si.’ Hij knikte en grijnsde haar toe. ‘Ik wil een nieuw achtergrondje voor mijn telefoondisplay. En geef toe, dit uitzicht is spectaculair.’
‘Het “uitzicht” is díé kant op, als je het mij vraagt. Het podium, zeg maar, het decor, het orkest.’
‘Nee hoor. Het mooiste van de avond heb ik hier recht voor me.’ Toen hij zijn telefoon in zijn zak stak, keek hij haar lang, loom en overduidelijk uitdagend aan tot ze tintelde tot in de topjes van haar vingers en tenen. Totdat ze zelfs gloeide op alle verborgen plekjes daar tussenin. Het leek wel alsof ze als was smolt aan zijn voeten. Ze betrapte zich op de stompzinnige gedachte dat ze wilde dat ze kleding met meer glamour had aangetrokken. Nu zat ze daar in haar goedkope katoenen rokje met T-shirt. Waarom had ze geen prachtige zwarte japon, wat overtuigende blingbling en het air van een ijskoningin om het af te maken?
Ineens stikte ze echt bijna – half giechelend en half hoestend, vanwege een kruimel in haar keel. Met tranende ogen hoorde ze hem de ober aanschieten. Hij zei iets in rap Italiaans. Ze verstond er geen woord van. Wel zag ze het lachje en het geld dat de mannen uitwisselden. Daarna deed hij een stap omhoog en stak haar het flesje water toe dat hij zojuist had gekocht.
‘Voor je keel.’ Het uitgestreken gezicht dat hij erbij trok, maakte het nog erger. ‘Neem maar.’ Hij bracht het flesje dichterbij, tot vlak voor haar gezicht.