Betaalde bruid(22)
Er speelde een flauw lachje om zijn fraaie lippen. Hij keek niet teleurgesteld, maar ook niet triomfantelijk.
‘Gaat het weer een beetje?’ vroeg hij.
Ze knikte, want ze vertrouwde haar stem nog niet. Haar keel zat dichtgesnoerd door alle emoties.
‘Een kus verzacht de meeste wonden,’ zei hij met een onpeilbare blik in zijn donkere ogen. ‘Dat zei mijn moeder tenminste altijd.’
‘Niet zo’n soort kus als daarnet,’ wierp ze tegen.
Hij haalde zijn schouders op. ‘Wat doet dat ertoe, als het werkt?’
Het doet er wel toe, omdat je mijn zelfbescherming hebt doorbroken, dacht ze. ‘Ik denk dat het nu wel weer gaat.’ Haar stem trilde. Dat was geen wonder, want vanbinnen zinderde ze nog na. Die kus was het meest verontrustende wat ze ooit had meegemaakt. Het was een ervaring die ze liever niet wilde herhalen.
Een stemmetje in haar hoofd verweet haar dat ze loog: dat ze Theo dolgraag weer wilde kussen, dat ze zelfs de rest van de nacht met hem wilde doorbrengen. Maar ze negeerde het.
‘Weet je het zeker?’
Weer knikte ze, omdat ze nog steeds niet wist of ze een woord kon uitbrengen.
Met tegenzin kwam Theo het bed uit. Hij sloeg zijn armen over elkaar en bleef even naar haar staan kijken. Het schijnsel van de lamp verleende zijn huid een gouden gloed. Zelfs zijn zwarte haar glansde. Hij was adembenemend knap, en ze besefte hoe gevaarlijk het was om intiem met hem te worden.
Alsof trouwen niet intiem was!
‘Ik zal de deur op een kier laten staan,’ zei hij, ‘dan kun je me roepen als je me nodig hebt.’
Dione glimlachte zwakjes. Ze was niet van plan om hem te roepen. Ze betwijfelde zelfs of ze zou kunnen slapen. Hun gezoen had al haar andere gedachten en emoties weggevaagd.
Hij boog zich over haar heen. ‘Welterusten dan maar, Dione.’
Weer kuste hij haar, maar deze keer was het een nachtkus zoals je een kind zou geven. Niettemin schrok ze ervan. Ze kneep haar ogen stijf dicht en hield haar adem in, luisterend naar zijn voetstappen toen hij zachtjes de kamer uit sloop. Pas toen hij weg was, liet ze haar adem langzaam ontsnappen.
Eerst kon ze de slaap niet vatten, en ze lag te woelen. Ze vroeg zich af wat de gevolgen zouden zijn van wat er net was gebeurd. Zou Theo nu meer van haar verwachten? Dan zou hij lelijk op zijn neus kijken. Hij had haar gezien toen ze erg kwetsbaar was, maar ze zou ervoor zorgen dat het niet nog een keer gebeurde.
Tijdens het piekeren werd ze door slaap overmand. Deze keer droomde ze niet, en toen ze wakker werd, scheen de zon haar kamer binnen.
‘Hoe voel je je? Geen nare dromen meer gehad?’
Geschrokken ging ze rechtop in bed zitten. ‘Wat doe jij hier?’
Hij fronste zijn wenkbrauwen. ‘Nou, dat is een hartelijke begroeting na vannacht.’
‘Ik ben je dankbaar dat je me hebt getroost, maar dit is niet volgens de afspraak,’ zei ze, slecht op haar gemak met Theo in de kamer.
‘Een paar uur geleden reageerde je wel anders,’ spotte hij.
‘Ik wist niet eens wat ik deed.’ Ze vermoedde dat hij haar leugentje niet zou geloven, want zelfs in haar eigen oren klonk het als een slap excuus.
‘Word je meestal op die manier getroost?’ vroeg hij cynisch.
Ze schudde verbluft haar hoofd. ‘Wat een gemene opmerking. Vannacht was ik helemaal over mijn toeren; ik wist niet wat ik deed. Maar nu wel, en ik kan je verzekeren dat het niet nog een keer zal gebeuren.’
Hij vertrok zijn lippen tot een zuinige glimlach. ‘Kan ik daarvan op aan?’
Hij zag eruit alsof hij haar niet geloofde, en dat maakte haar nog kwader. Ze gleed het bed uit en ging tegenover hem staan, zonder zich eraan te storen dat ze alleen maar een korte nachtjapon droeg, die nog korter werd toen ze haar handen in haar zij zette waardoor de stof werd opgetrokken.
‘Ik dacht dat je een man van zijn woord was, Theo Tsardikos. Blijkbaar heb ik me vergist. Je hebt misbruik van me gemaakt toen ik het moeilijk had, en daarom kan ik je niet uitstaan.’
‘Heb ik misbruik van jou gemaakt?’ reageerde hij ironisch. ‘Ik heb niet gemerkt dat je je probeerde te verweren. Ik herinner me heel duidelijk dat ik heb gezegd dat het initiatief van jou moest komen, en in mijn ogen deed je dat ook door je tegen me aan te wrijven. Als dat geen uitnodiging was… Ik ben niet van steen, Dione!’
‘Ik haat je!’ snauwde ze. ‘Hoepel nu maar op, zodat ik me kan douchen en aankleden.’
Tot haar opluchting was Theo al aangekleed, zodat zijn prachtige lichaam bedekt was. Alsof ze zou kunnen vergeten hoe hij er halfnaakt uitzag… De aanblik van zijn blote huid stond nog op haar netvlies gebrand.
Tijdens het ontbijt was de sfeer om te snijden en toen hij vroeg wat ze daarna wilde doen, keek ze hem nijdig aan. ‘Ik wil graag naar mijn moeder toe. In mijn eentje.’