‘Mr. Everett?’
‘Ik ben hier,’ riep hij, terwijl hij snel een vochtig washandje over zijn gezicht en borstkas haalde.
‘Hier is uw overhemd.’
Hij draaide zich om en zag dat ze met grote ogen naar een punt ergens tussen zijn nek en zijn broekriem staarde. Zodra ze doorhad dat hij haar blik volgde, werd ze rood en wendde haar gezicht af. Interessant. Waarom bloosde een goed uitziende vrouw als zij bij de aanblik van een half ontbloot mannenlijf?
‘Alstublieft.’ Ze stak hem de kledinghanger met het overhemd toe.
Toen zijn vingers even die van haar raakten bij het overnemen van het kledingstuk, trok ze haar hand direct terug. Dat was nog interessanter.
‘Ontslaat u me nu?’
Wat had dat voor zin? Als hij haar nu de laan uit stuurde, zou er binnen de kortste keren een andere spion zijn. ‘Heb je het expres gedaan?’ vroeg hij.
Natuurlijk niet!’ Ze klonk oprecht verontwaardigd.
‘Dan zie ik ook geen reden om je te ontslaan,’ zei hij, terwijl hij het schone overhemd aantrok. ‘Ik zou trouwens wel graag willen dat je me weer tutoyeerde, zoals je deed toen me voor het eerst zag. Dat beviel me namelijk een stuk beter.’ Hij vroeg zich af of ze er enig idee van had hoe sexy ze was, nu ze er zo schuldbewust bij stond. ‘Ik zou nu ook wel koffie lusten.’ Hij glimlachte. ‘In een kopje - niet over me heen.’
Ze glimlachte verlegen. Natuurlijk.’
Hij maakte zijn broekriem los zodat hij zijn overhemd in zijn broek kon stoppen en onderdrukte met moeite een lach toen hij zag hoe snel ze haar blik afwendde en wegliep. ‘Mijn kopje staat op mijn bureau!’ riep hij haar na.
Hij had het gevoel dat hij haar flink in de maling kon nemen zo lang ze hier nog was, op zoek naar informatie die ze niet zou vinden.
Terwijl ze over de gang naar de keuken liep, verwenste ze haar naaldhakken. Het was een slecht idee geweest deze schoenen aan te trekken. Niet alleen was ze erover gestruikeld - met alle gevolgen van dien - maar ze had zich ook nog eens verschrikkelijk stuntelig en onbeholpen gevoeld toen hij daar met dat prachtige ontblote bovenlijf voor haar had gestaan en zij nauwelijks haar evenwicht kon bewaren. Daar ging haar theorie dat hij dik en van middelbare leeftijd zou zijn. Hij zag er geweldig uit, veel beter dan ze ooit voor mogelijk had gehouden. Ze mocht zich dan als een femme fatale hebben aangekleed, vanbinnen voelde ze zich nog steeds dat onopvallende grijze muisje dat ze haar hele leven was geweest. Jane Algemeen. Zo had ze zich net gedragen ook. Zou hij haar doorzien? Als ze haar rol niet snel beter ging spelen, zou ze nooit meer een undercoveropdracht krijgen.
Terwijl ze de koffie voor hem inschonk en er een scheutje melk in deed, praatte ze zichzelf moed in. Ze kon het. Toegegeven, het begin was een ramp geweest, maar vanaf nu zou ze het er beter van afbrengen. Ze had maanden naar een dergelijke opdracht verlangd en nu ging ze die niet verpesten. Onder geen beding.
Haar schouders rechtend liep ze terug naar het kantoor, en ze klopte zacht aan voordat ze naar binnen ging. Tot haar opluchting zat hij volledig aangekleed achter zijn bureau en voerde een telefoongesprek. Nadat ze de koffie voor hem had neergezet, wilde ze zich omdraaien en weglopen. Hij stak echter zijn hand op ten teken dat ze nog even moest wachten.
‘Ja, moeder, ik beloof je dat ik vandaag nog met hem zal praten,’ hoorde ze hem op ongeduldige toon zeggen. ‘Om eerlijk te zijn begrijp ik zijn woede wel. Jij hebt ons met kerst lelijk laten zitten.’
Ze nam aan dat hij het over zijn broer Nathan had. Omdat ze zelf in een familiebedrijf had gewerkt, wist ze hoe moeilijk het kon zijn om werk en privé gescheiden te houden en hoe snel er ruzie kon ontstaan. Niet dat ze iets wist over de verhouding van Jordan met zijn familie, maar die leek haar gezien zijn toon niet optimaal.
‘Dat het een baron was, maakt het nog niet acceptabel hem boven je kinderen te stellen. Ik ga nu ophangen, moeder. Tot ziens.’ Resoluut verbrak hij de verbinding, en hij keek Jane aan. ‘Kun jij goed met je moeder opschieten?’
Zijn onverwachte vraag bracht haar even van haar stuk. Het was niet zo dat ze ruzie met haar ouders had, maar de relatie was niet bepaald fantastisch te noemen. Dat kwam vooral doordat haar ouders beter dachten te weten wat goed voor haar was dan zijzelf. ‘De relatie die ik met mijn moeder heb, is nogal ingewikkeld,’ hield ze zich op de vlakte.
‘Nu, in mijn geval is het zonneklaar. Mijn moeder is iedereen tot last; mij ook. Ze manipuleert iedereen en als je niet precies doet wat ze zegt, blijft ze je lastigvallen tot je dat wel doet. En als je aardig tegen haar bent, walst ze over je heen.’
‘Ja, zo gaat dat vaak.’ Haar familie liep al jaren over haar heen, zonder dat ze er ook maar iets aan had kunnen doen. Nu ontliep ze hun zo veel mogelijk, en om eerlijk te zijn voelde ze zich sindsdien stukken beter.