Home>>read Zwart Goud 03 free online

Zwart Goud 03(41)

By:Michelle Celmer


‘En terecht,’ zei Nathan ferm, waarna hij wegliep. Die opmerking stak, maar ze had het verdiend.

De volgende uren probeerde ze zich op haar werk te concentreren, maar Nathans woorden bleven door haar hoofd spoken. Ze moest dit onderzoek inderdaad snel zien af te sluiten. Zondag had ze een kwartiertje in Jordans werkkamer gesnuffeld, toen hij onder de douche stond. Het was echter bij lange na niet genoeg geweest, ook al wist ze zeker dat ze niets zou vinden.

Halverwege de ochtend ging haar mobieltje. Het was haar zus Mary.

‘Ik wil ergens met je over praten,’ zei Mary. ‘Heb je vanavond tijd?’

‘Nee, dan heb ik een afspraak.’ Met Jordan, in zijn bed.

‘Eerder op de dag dan?’

Jane vond het vreemd dat haar zus haar blijkbaar zo dringend wilde spreken. Dat was niets voor haar. ‘We kunnen even koffie drinken, om halfeen,’ stelde ze voor.

Mary nam het aanbod direct aan.

Toen Jane op de afgesproken plaats en tijd aankwam, was Mary er al. Jane trok haar jas uit en schoof op de stoel tegenover haar zus.

‘Je ziet er goed uit,’ zei Mary.

Hier had Jane geen zin in. ‘Wat wil je van me?’

‘Waarom denk je meteen dat ik iets van je wil?’

‘Omdat je anders nooit iets aardigs tegen me zegt.’ Dat is niet waar!’

Jane keek haar alleen maar aan.

‘Nou goed dan, misschien zit er een kern van waarheid in.’

Nadat ze hun drankjes hadden besteld, haalde Jane Mary’s visitekaartje uit haar tas en schoof het naar haar toe. ‘Alsjeblieft. Jordan wil het niet, en ik al helemaal niet.’

Mary bloosde. ‘Dus jullie zijn meer dan alleen maar vrienden.’

Dat maakt niet uit, het blijft een rotstreek.’

Mary ging niet op die opmerking in. ‘Ik heb hem op internet opgezocht. Die man is miljardair. Waar heb je hem opgeduikeld?’

Jane trok een wenkbrauw op. ‘Wat je eigenlijk bedoelt, is hoe een lelijkerd als ik zo’n man kan versieren.’

‘Dat bedoel ik helemaal niet. Ik heb je altijd knap gevonden, maar zeg nou zelf, je hebt nooit veel moeite voor je uiterlijk gedaan.’

Jaren van stille wrokkwamen weer boven. ‘Misschien omdat je me elke keer dat ik dat probeerde, de grond inboorde. En jij niet alleen. Mama kon er ook wat van.’

Verbaasd keek Mary haar aan. ‘Wanneer heb ik dat dan gedaan?’

Wanneer? Je doet niet anders. Het begon met de allereerste keer dat ik als tiener make-up opdeed, en jij over de grond rolde van het lachen. En afgelopen vrijdag kleineerde je me alweer. Er kon geen compliment vanaf. Die enigen die wat aardigs zeiden, waren Cyan en Sara en die zijn aangetrouwd.’

‘Natuurlijk lachte ik die keer als tiener om je,’ zei Mary defensief. ‘Je zag eruit als een goedkope hoer.’

‘Dan had je nog niet hoeven lachen. Je had me ook kunnen me laten zien hoe je dan wel make-up aanbrengt, want jij wist het blijkbaar wel.’

Mary lachte schamper. ‘Waarom? Zodat je knapper zou worden dan ik? Je was al slimmer, dat was erg genoeg.’

Jane had het gevoel een klap in haar gezicht te krijgen. ‘Vind jij dat je zo slecht behandeld bent?’ ging Mary hardvochtig verder. ‘Nou, daar heb ik geen enkel medelijden mee. Weet je wel hoe ik me voelde? Jij was jonger, maar intellectueel gezien liep je op me voor. Hoe vaak ik mama en papa niet tegen hun vrienden heb horen opscheppen over jouw intelligentie. Ik werd er ziek van. En als het over mij ging, glimlachten ze alleen maar, en zeiden wat een mooi meisje ik was. Alsof ik alleen maar een domme schoonheid was.’

Jane had nooit vermoed dat Mary hun jeugd zo ervaren had. Haar zus had nooit iets anders dan zelfvertrouwen en zelfingenomenheid uitgestraald. ‘Jij bent niet dom, want dan had je geen rechten kunnen studeren.’

‘Nee, maar toen jij ook rechten ging studeren, bleek je voor alle tentamens veel hogere cijfers te halen. Het is een wonder dat ik mijn studie heb afgemaakt. Opeens leek het geen enkele zin meer te hebben, omdat jij toch zoveel beter was dan ik.’

‘Maar jullie gaven me enkele geen kans in de familiepraktijk, hè? Het leek wel een samenzwering. Terwijl iedereen interessante cliënten in de rechtszaal mocht vertegenwoordigen, kon ik op kantoor voor iedereen het uitzoekwerk doen.’

‘Omdat je daar genoegen meenam. Wanneer heb jij nou eens een greintje ambitie getoond? Je bleef maar afwachten. Misschien is het niet eerlijk dat je door die houding over het hoofd werd gezien, maar zo werkt het in de praktijk nou eenmaal.’ Ze lachte onaangenaam. ‘Je verwachtte toch niet dat iemand zou ingrijpen? Dankzij jouw harde werk konden wij allemaal schitteren als het ertoe deed.’

‘Dan ben ik blij dat ik vertrokken ben, en jullie het nu allemaal zelf moeten doen.’