Om het nog aardedonker was, deed ze het licht in de badkamer aan. Ze schrok van haar eigen spiegelbeeld. Haar haren zaten door de war, en haar dekkende make-up was helemaal verdwenen waardoor al haar sproeten weer in volle glorie zichtbaar waren. Haar mascara en eyeliner waren ook grotendeels verdwenen, maar het beetje wat er nog zat was uitgelopen en vormde zwarte vegen rond haar ogen. Gelukkig was ze wakker geworden, voordat Jordan haar zo had kunnen zien.
Ze trok een overhemd aan dat ze op een haakje zag hangen, knoopte het dicht en sloop toen zachtjes de gang door, naar de kamer waar haar tas lag. Gelukkig had ze haar make-up bij zich. Eenmaal weer in de badkamer liet ze de deur op een kiertje staan, bang dat Jordan wakker zou worden als ze die dichttrok.
Als eerste nam ze haar haren onder handen en borstelde alle klitten eruit. Het zat niet meer in model, maar het kon er mee door. Daarna pakte ze een washandje en boende alle restanten make-up van haar huid. Ze droogde zich af en keek in de spiegel naar de huid die ze zo verafschuwde. Was ze maar eerder make-up gaan gebruiken! Snel pakte ze het potje en doopte de bijbehorende kwast erin.
‘Goedemorgen.’
Ze schrok zo van het geluid van Jordans stem, dat ze het kwastje uit haar handen liet vallen. Het kwam op de wastafelombouw van zwart natuursteen terecht, liet daar een beige vlek achter en stuiterde verder, naar de wc-bril om vervolgens met een zachte plons in het water van het toilet te belanden.
O help! Wat moest ze nu?
‘Wat doe je?’ vroeg Jordan, die de deur inmiddels open had gedaan en slechts gekleed in zijn slip tegen de deurpost leunde.
Ze sloeg haar handen voor haar gezicht. ‘Kun je me even een minuutje privacy geven?’
Hij keek van het open potje make-up naar het toilet. ‘Ben je je al zo vroeg aan het opmaken?’
‘Ja,’ mompelde ze tussen haar vingers door.
‘Maar het is twintig voor zeven op zaterdagmorgen.’
‘Ik weet hoe laat het is.’
Nou, kom dan mee terug naar bed.’
‘Laat me eerst nou even mijn gezicht opmaken.’
‘Waarom?’
‘Omdat je me niet zonder make-up wilt zien, geloof me nou maar.’
Verbaasd keek hij haar richting uit. ‘Je meent het serieus, is het niet?’
‘Ja, dus als je nu weg wilt gaan, graag.’
Hij sloeg zijn armen over elkaar. ‘Geen denken aan.’
‘Ik meen het Jordan, ga weg._’
‘Nee, nu heb je me nieuwsgierig gemaakt. Ik ga niet weg voordat ik je zonder make-up heb gezien. Vooruit, laatje handen zakken.’
Nu viel ze door de mand. Als hij haar zou zien zoals ze werkelijk was, wist hij dat de vrouw met wie hij naar bed was geweest niet de schoonheid was waarvoor ze zich had uitgegeven. Hun affaire was voorbij. Verslagen liet ze haar handen zakken.
Gespannen wachtte ze op de teleurstelling die nu ongetwijfeld op zijn gezicht zou verschijnen. De man die normaal gesproken met modellen uitging, zou zien dat zij niemand anders dan Jane Algemeen was.
‘Je hebt sproeten,’ zei hij.
Meteen sloeg ze haar handen weer voor haar gezicht. ‘Ik haat ze!’
‘Ik bedoelde het niet beledigend,’ zei hij met een lach in zijn stem. ‘Ik vind ze aanbiddelijk.’
‘Ze zijn verschrikkelijk. Ik zie er afschuwelijk uit.’
‘Waar heb je het over? Je bent heel knap, Jane.’
‘Je hoeft mijn gevoelens niet te sparen. Ik weet heus wel hoe ik eruitzie.’
Hij kwam vlak achter haar staan, pakte haar polsen en dwong haar handen naar beneden. ‘Kijk nou eens naar jezelf in de spiegel.’
Rillend deed ze wat hij vroeg. ‘Nou, wat zie je?’
‘Een, saaie, doodgewone vrouw die net zo goed niet had kunnen bestaan.’
Denk je dat nou echt? Of zeg je wat je familie je heeft voorgehouden?’
Niet alleen haar familie, iedereen.
‘Make-up alleen maakt iemand niet mooi, Jane. Schoonheid zit in je hele voorkomen, in alles wat je uitstraalt.’ Hij liet haar polsen los en draaide haar naar zich toe. ‘En jij straalt meer vriendelijkheid, passie en schoonheid uit dan welke andere vrouw ook.’
Meende hij dat echt? Zou hij haar werkelijk zo zien? ‘Op school noemden ze me Jane Algemeen.’
Dan moet je je schamen omdat je dat hebt geloofd.’
Glimlachend legde ze haar hoofd op zijn- schouder, blij dat hij zijn armen direct om haar heen sloeg. Ze kon van deze man gaan houden. Eigenlijk deed ze dat al een beetje. In zijn nabijheid voelde ze zich goed, beter dan ze ooit bij iemand had gedaan.
‘Ik wil je graag iets laten zien,’ zei hij. ‘Loop even met me mee:’
Ze volgde hem naar wat overduidelijk zijn werkkamer was; een ruime lichte kleurrijke ruimte. Hier zou ze moeten zijn als ze zijn bankrekeningen wilde bekijken. Het gaf haar een naar gevoel om hem te gaan bespioneren, maar ze hield zichzelf voor dat ze het alleen maar deed om zijn naam te kunnen zuiveren. Inmiddels geloofde ze geen seconde meer dat deze man iemand kwaad zou kunnen doen, laat staan dat hij het leven van een hele groep mensen in gevaar zou kunnen brengen.