‘Ja, maar wel op voorwaarde dat niemand het te weten komt. Op het werk ben ik gewoon je secretaresse, niets meer dan dat.’
‘Goed, maar dan stel ik als voorwaarde dat je niet langer bang voor me bent.’
‘Dat zal ik proberen.’
‘Het lukt wel als het ijs eenmaal gebroken is.’
‘En hoe wil je dat breken?’
‘Ik denk dat ik je moet kussen.’
En hij dacht dat ze daar minder nerveus van zou worden? Van het idee alleen al sloeg haar hart op hol en brak het zweet haar uit. Diep in haar hart wilde ze niets liever dan hem kussen, maar had ze niet een paar seconden geleden nog bedacht dat ze die grens niet mocht overschrijden? ‘Jordan...’
‘Eén kusje maar. Het werkt. Vertrouw me nu maar.’ Hij stak zijn handen naar haar uit. ‘Kom hier.’
Zenuwachtig keek ze hem aan.
‘Ik bijt niet.’ Hij grinnikte. Tenzij je daar opgewonden van raakt.’
Ze moest het eigenlijk niet doen, maar wat voor kwaad school er nu in een enkele kus? En wie zou er ooit achter komen?
Een stap in zijn richting zettend pakte ze zijn uitgestoken handen vast. Zonder haar hoge hakken was ze ongeveer vijftien centimeter kleiner dan hij.
‘Jane, kijk me aan.’
Ze keek naar hem op en genoot van wat ze zag. Zijn heldere bruine ogen hadden hier en daar een groen vlekje. Opnieuw vroeg ze zich af wat hij hier deed, bij haar. Was er geen supermodel of rijke erfgename die hij liever kuste?
Zachtjes trok hij haar naar zich toe.
Haar hart sloeg zo mogelijk nog sneller. Opeens had ze moeite met ademhalen. Als ze zichzelf nu maar niet nog meer voor schut zette door flauw te vallen. -
Hij boog zich voorover. Zacht streken zijn lippen over die van haar.
Lieve help, ze kuste Jordan Everett, of beter gezegd: hij kuste haar, en het was perfect. Als dit al zo lekker voelde, hoe zou een echte kus dan wel niet zijn? Nee, daar moest ze niet eens aan denken.
In één ding had hij gelijk. Ze voelde dan wel een scala aan emoties, maar nerveus was ze niet meet
Hij tilde zijn hoofd weer op. ‘Ik weet dat we één kus hadden afgesproken, maar vind je het erg als we elkaar nog een keer kussen?’
Een kus, twee kussen, wat maakte het uit? Ze likte met haar tong langs haar lippen. ‘Nee, dat vind ik niet erg.’
Hij liet haar handen los, zodat hij haar in zijn, armen kon nemen. Losjes hield hij haar vast.
Toen hij haar weer kuste, dieper en sensueler deze keer, sloegen de vlammen haar uit. Natuurlijk had ze wel de nodige ervaring, maar zo heerlijk als nu was een kus nog nooit geweest Het was gedurfd voor een bedeesd iemand zoals zij, maar opeens sloeg ze haar armen spontaan om zijn nek.
Blijkbaar vond hij dat prettig, want ze hoorde een zacht grommend geluidje in zijn keel.
Een van zijn handen gleed onder haar T-shirt en streelde haar naakte huid. Hoorbaar hapte ze naar adem.
Precies op dat moment voelde ze zijn been trillen. Geschrokken verbrak ze de kus.
Hij dacht dat het door zijn streling kwam. ‘Sorry, ik zou je alleen kussen. Ging ik te ver?’
‘Nee. Nee, maar je been trilt helemaal.’
Hij glimlachte. ‘Dat is mijn been niet, dat is mijn telefoon. Ik heb hem op de trilstand gezet voor ik bij je aanbelde, en nu probeert iemand me al voor de vierde keer sinds ik hier ben te bereiken.’
‘Misschien is het belangrijk.’
‘Jij bent belangrijk.’
Hoe kwam het toch dat hij altijd precies de goede dingen zei? Ze deed een stap naar achteren. ‘Kijk voor de zekerheid toch maar even wie het is.’
Zuchtend haalde hij zijn telefoon tevoorschijn en keek naar het schermpje om te zien wie er had gebeld. ‘Nathan heeft twee keer gebeld, en het Memorial Hospital ook.’
‘Dan zou ik je broer maar even snel terugbellen.’
Dit keer protesteerde hij niet. Hij toetste Nathans nummer in en vroeg: Waarom word ik door het ziekenhuis gebeld?’
Aan zijn steeds groter wordende frons kon Jane zien dat er iets mis was. Telefoontjes van een ziekenhuis betekenden zelden goed nieuws.
‘Maar ze is nog maar halverwege de vijftig,’ zei Jordan in zijn mobieltje. ‘Is ze daar dan niet veel te jong voor?’ Hij luisterde nog even en zei toen: ‘Ik kom er zo snel mogelijk aan.’ Snel beëindigde hij het gesprek en keek Jane geschokt aan. ‘Mijn moeder heeft een beroerte gehad.’
‘Is het heel erg?’
‘Dat weten ze nog niet, maar er schijnt geen ogenblikkelijk levensgevaar te zijn. Ze moeten meer onderzoeken doen, voordat ze iets over de schade kunnen zeggen.’
Janes grootvader van moederskant was aan een beroerte overleden, dus ze wist uit ervaring dat het veel erger had kunnen zijn. ‘Kan ik iets voor je doen?’
‘Ik zal het grootste deel van de nacht wel in het ziekenhuis zijn, dus waarschijnlijk ben ik morgen niet op kantoor. Je zult het een dagje alleen moeten redden.’