‘Ja, je bent welkom op het huwelijk. Nathan heeft je daar gisteren over gebeld, en je krijgt ook nog een schriftelijke uitnodiging. Waarschijnlijk ontvang je die morgen, als die vandaag niet al in je bus ligt.’
‘En is Mark er dan ook?’
‘Mark? Je bedoelt zijn zoontje Max?’
‘Ja, Mark, die bedoel ik.’
Hij zuchtte. Wat had dit gesprek voor zin? Morgen zou ze zich er toch niets meer van herinneren. ‘Ik moet nu ophangen, moeder. Morgen bel ik je nog wel even op.’
Ze mompelde iets onverstaanbaars, waarna ze zelfde verbinding verbrak.
Hij schudde zijn hoofd. Voor zover hij wist, dronk zijn moeder af en toe wel een paar glaasjes. Echt dronken had hij haar echter nog nooit meegemaakt. Nou ja, voor alles was blijkbaar een eerste keer.
Hij probeerde zich op zijn werk te concentreren, maar dat lukte niet goed. Zijn gedachten gleden almaar naar Jane. Als hij vrouwen kende - en dat deed hij - zou ze nu alleen thuis zitten. Waarschijnlijk zat ze met een liter ijs op de bank naar een of andere zwijmelfilm te kijken.
Nou ja, dat was niet zijn probleem. Hij kon haar niet dwingen om iets van haar verjaardag te maken. Toch trok hij het zich aan. Als hij haar niet had meegenomen naar dat restaurant, zou ze haar ex niet hebben ontmoet. Dan zou ze de rest van de dag in de vrolijke stemming zijn gebleven die ze tijdens de rondleiding had gehad.
Vloekend zette hij zijn computer uit. Ze was ongelukkig, en aangezien hij zich daar indirect verantwoordelijk voor voelde, ging hij daar nu wat aan doen.
Hoofdstuk 8
Jane verwachtte geen bezoek. Toen er om halfacht werd aangebeld, was ze dan ook erg verbaasd. Ze plantte haar lepel in de schaal met ijs en drukte op de pauzeknop van de dvd-speler. Waarschijnlijk kwam een van haar broers haar feliciteren. Meestal vond ze het niet prettig als haar familie onaangekondigd langskwam, maar vanavond vond ze het niet erg als iemand haar even kwam opmonteren; ze kon het gebruiken.
Gekleed in een joggingbroek en T-shirt, met haar grote pluizige pantoffels aan haar voeten, liep ze naar de deur om open te doen.
Tot haar grote verbazing stond Jordan daar, nog steeds onberispelijk gekleed in het pak dat hij die dag had gedragen, met een doosje van een bekende banketbakker in zijn hand. Voor de zoveelste keer viel het haar op hoe knap hij was.
Zijn blik gleed over haar heen en bleef op haar voeten rusten. ‘Mooie pantoffels.’
Gelukkig had ze haar make-up nog niet verwijderd. ‘Ik verwachtte geen bezoek.’
‘Je had me beloofd vanavond uit te zullen gaan, maar ik vertrouwde het niet. In gedachten zag ik je de avond al doorbrengen met een literpak chocolade-ijs en een zwijmelfilm. Heb ik gelijk of niet?’
Ze schudde haar hoofd, nog helemaal verbijsterd dat hij na de bloemen, de rondleiding en de lunch, haar nu ook nog eens met een bezoekje vereerde. Droomde ze soms? ‘Nee, het is caramelijs, en ik keek naar The Terminator.’
Waar het om gaat, is dat je alleen thuis zit en je verjaardag niet viert.’
Ze vroeg zich af hoe hij achter haar adres was gekomen. Waarschijnlijk op dezelfde manier waarop hij had ontdekt dat ze vandaag jarig was. Personeelszaken had al haar gegevens.
‘Gelukkig heb ik mijn werk laten liggen en ben ik hiernaartoe gevlogen om je te redden van een avond vol zelfmedelijden. Het minste wat je nu kunt doen, is me binnen vragen.’
Dat zou inderdaad het beleefdst zijn, al stond het idee van Jordan die door haar appartement liep, haar niet aan. Snel scande ze in gedachte haar huiskamer. Nee, daar viel uit niets op te maken dat ze voor Edwin Associates werkte. Het enige bewijs daarvoor zat in haar computer, die in haar slaapkamer stond. ‘Natuurlijk, kom binnen.’
Hij volgde haar naar de huiskamer en overhandigde haar toen het doosje. ‘Dit is voor jou.’
‘Dank je.’ Enigszins verbouwereerd keek ze toe, terwijl hij het zich gemakkelijk maakte. Hij trok zijn jas uit, gevolgd door zijn colbertje, en hing beide netjes over een stoel. Toen knikte hij in de richting van het doosje, waarmee ze nog steeds in haar handen stond. ‘Maak je het niet open?’
Natuurlijk, waar waren haar manieren? Voorzichtig maakte ze het doosje open. Er zat een klein, prachtig versierd taartje in. ‘Een verjaardagstaart?’
‘Ja, ik dacht dat je misschien nog geen taart had gegeten vandaag, maar iedereen moet op zijn verjaardag minstens één gebakje eten.’
Dat was het liefste wat iemand in lange tijd tegen haar had gezegd en voor haar had gedaan. Van haar eigen familie had ze de hele dag niets gehoord - en dat waren toch de mensen van wie werd verondersteld dat ze om haar zouden geven. ‘Dank je wel.’
‘Ik denk dat het wel lekker is met een kopje koffie.’
Nodigde hij zichzelf nu uit? Haar opdracht was om zijn belangstelling te wekken, en dat was duidelijk gelukt, maar nu wist ze niet goed hoe ze verder moest gaan. Een kopje koffie voor hem zetten was waarschijnlijk wel een goed idee. ‘Dan zet ik dat even.’ Ze liep met het taartje naar de keuken en maalde daar de koffiebonen.