‘Dit is Miss Monroe,’ zei Mrs. Brown tegen de bewaker die zich net buiten de lift had opgesteld. ‘Ze komt tijdelijk voor Mr. Everett werken.’
De bewaker knikte en wierp en passant een blik op Janes lange benen, die door de naaldhakken nog langer leken. ‘Uw pasje graag.’
Nadat ze hem het pasje had overhandigd, nam hij een paar dingen over op een lijst die hij naast zich had liggen en gaf het haar vervolgens terug. ‘Welkom bij Western Oil, Miss Monroe. Wilt u dit pasje voortaan op een zichtbare plek op uw kleding dragen? Zonder dit pasje hebt u geen toegang tot deze verdieping.’
Ze begreep dat de security hier streng was, wat ook wel moest op een etage waar alle directieleden hun kantoor hadden.
‘Deze kant op,’ zei Mrs. Brown, en ze leidde Jane door een paar dubbele glazen deuren.
Jane voelde de blik van de bewaker op haar achterste rusten toen ze wegliep. Het overkwam haar niet vaak dat mannen haar billen, of een andere deel van haar lichaam, een blik waardig achten. Meestal gedroegen mannen zich of ze volkomen onzichtbaar was. Jane Algemeen noemden haar klasgenootjes haar vroeger op school. Niet erg vleiend, maar wel waar.
Ze vond het vreemd maar niet onaangenaam dat de mensen haar nu wel zagen staan. Niet dat ze zichzelf was met dit uiterlijk, want onder die verleidelijke kleding was ze natuurlijk nog steeds dezelfde saaie Jane.
Ze kwamen in een hal, waarin opnieuw een receptie was gevestigd. Mrs. Brown sprak de receptioniste aan: ‘Dit is Miss Monroe, de tijdelijke kracht.’ Na die woorden te hebben gezegd, wierp ze Jane nogmaals een duidelijk afkeurende, zo niet vijandige, blik toe, draaide zich om en verdween met ferme pas uit het zicht.
‘Dank u, Mrs. Zuurpruim.’ De receptioniste, die klein en tamelijk gezet was, glimlachte vriendelijk naar Jane en stak haar hand uit. ‘Ik ben Jen Waters. Welkom op onze afdeling, Miss Monroe.’
‘Noem me alsjeblieft Jane,’ zei Jane, en ze schudde de naar haar uitgestoken hand.
‘Ik hoop dat je je niets van Mrs. Brown aantrekt. Hier op de afdeling gaan we heel vriendschappelijk met elkaar om.’
Dat was een opluchting. Niet dat ze hier was om vrienden te maken, maar het zou niet prettig zijn om ergens te werken waar niemand haar mocht.
‘De andere meiden zullen natuurlijk wel jaloers op je uiterlijk zijn,’ ging Jen met een knipoog verder. ‘Er heeft hier nog nooit zo’n knappe secretaresse gewerkt. Volgens mij ben jij iemand die van nature slank blijft.’
Jane wist niet goed wat ze daarop moest zeggen. Niemand had haar ooit knap genoemd. ‘Slank blijf ik wel, ja. Ik ben zo plat als een dubbeltje. Je kunt je niet voorstellen hoezeer ik als tiener naar heupen en borsten heb verlangd.’
Jen lachte, boog zich naar haar toe en fluisterde: ‘Neem maar van een ervaringsdeskundige aan dat grote borsten alleen maar in de weg zitten.’ Ze kwam achter de receptie vandaan. ‘Kom mee, dan geef ik je alvast een rondleiding. Mr. Everett zit momenteel in een vergadering, maar hij zal zijn gezicht zo wel laten zien.’
Jen stelde haar aan alle secretaresses op de afdeling voor en liet haar zien waar de toiletten waren en waar ze kon pauzeren of koffie kon halen. Daarna bracht Jen haar naar haar eigen bureau. ‘Tiffany, de vaste secretaresse, heeft een lijst voor je gemaakt met allemaal dingen die handig voor je kunnen zijn. Er staat op hoe Mr. Everett zijn koffie drinkt, welke mensen je meteen met hem moet doorverbinden en wie je moet afschepen met de mededeling dat hij nog wel terugbelt. Ze had gehoopt dat ze haar vervanger zelf zou kunnen inwerken, maar haar vliezen braken, en de baby kwam twee weken te vroeg.’
‘Haar vliezen braken hier?’ Onwillekeurig wierp Jane een blik op het tapijt.
‘Nee, gekkie, niet hier, maar op de parkeerplaats. Ze wilde net naar huis gaan.’
Jane wist niet veel over zwangerschappen en geboortes. Zelf was ze altijd veel te veel met haar carrière bezig geweest om aan kinderen te denken, en ook haar getrouwde broers hadden geen kinderen. Haar zus was nu ook niet bepaald een moederlijk type te noemen.
‘Alle telefoontjes voor Mr. Everett komen nu nog bij mij binnen,’ ging Jen verder. ‘Dat laten we de komende uren nog maar even zo, dan kun jij rustig aan je werkplek wennen en kijken of je met je computer overweg kunt.’
‘Dank je.’
‘Graag gedaan. Als je nog vragen hebt, aarzel dan niet om die te stellen. Je weet waar ik zit, en je kunt me ook bellen. Alle interne nummers staan op de lijst die daar op je bureau ligt.’
Toen Jen weg was, wierp Jane een blik in het kantoor van haar baas. Het ruime vertrek had ramen van vloer tot plafond. Vanaf de deur, waar zij stond, had je een spectaculair uitzicht over El Paso. Mooi, dit hoekkantoor met overal ramen.