‘Jane?’ vroeg Jordan. ‘Gaat het?’
De man hield stil bij hun tafeltje en nam haar met een verbaasde blik op. ‘Jane? Warempel, je bent het echt.’
Hoofdstuk 7
Jane vloekte inwendig, maar probeerde beleefd en enigszins ongeïnteresseerd te glimlachen. ‘Hallo, Drake.’
Haar ex nam haar van top tot teen op. ‘Lieve hemel, ik moest je van dichtbij zien om het zeker te weten. Je bent nauwelijks te herkennen. Wat is er met je gebeurd?’
Wat hij bedoelde, was wat er met de saaie Jane was gebeurd die hij nooit een complimentje had gemaakt. Niet dat hij er zelf zo goed uitzag, overigens. Hij had een net iets te dik postuur en een al flink terugtrekkende haargrens. ‘Hoe gaat het met je?’ negeerde ze zijn vraag.
‘Goed. Prima zelfs. Ik weet niet of je het al hebt gehoord, maar Megan en ik zijn nu officieel verloofd. Dit voorjaar trouwen we.’
‘Gefeliciteerd.’ Haar vuurrode kunstnagels drongen zich pijnlijk in haar handpalmen. Ze wist dat ze veel beter af was zonder deze man, maar toch voelde ze even een steek in haar hart. Vijf jaar had ze een relatie met deze man gehad, waarvan ze er twee met hem had samengewoond. In al die jaren had hij haar nooit ten huwelijk gevraagd, maar blijkbaar had hij Megan, met wie hij nog maar negen maanden samen was, al heel snel een aanzoek gedaan.
Drake had vaak geklaagd dat ze niet genoeg van hem hield, dat hij voor haar niet op de eerste plaats kwam, dat ze haar werk voorrang gaf. Daar had hij waarschijnlijk gelijk in gehad. Hij was haar eerste echte vriendje geweest, en onwillekeurig had ze zich aan hem vastgeklampt omdat ze dacht dat ze toch niets beters kon krijgen. Dat was niet eerlijk geweest, niet tegenover hem en niet tegenover zichzelf. Hij had iemand nodig die echt van hem hield, die hem bewonderde en tegen hem opkeek. Jane had dat nooit gedaan. Omgekeerd had hij haar ook niet bewonderd om wat ze deed. In zijn ogen vormde ze een constante bedreiging voor zijn carrière. Megan, die intellectueel gezien geen groot licht was, paste veel beter bij hem.
Toch was het pijnlijk geweest om gedumpt te worden voor een vrouw met het IQ van een puntenslijper.
Drake lachte. ‘Ik kan het nog steeds niet geloven. Ik bedoel maar: moet je jou nu eens zien.’
Zijn blik gleed naar Jordan die het gesprek lichtelijk geamuseerd volgde. ‘Het spijt me. U bent...’
‘Jordan Everett.’ Hij schudde de hand die hem werd toegestoken.
‘Drake Cunningham. Ik werk bij Cruz, Whitford and Taylor. Aankomend partner.’
Jordan, die duidelijk niet dezelfde behoefte voelde om over zijn functie op te scheppen, knikte beleefd.
‘Ik heb met Jane gestudeerd,’ legde Drake uit.
Ze was een paniekaanval nabij. Als Drake nu maar niet hun studierichting noemde of iets over haar werk zei. Dit ging helemaal verkeerd.
Drake keek weer naar Jane. ‘Ik heb gehoord dat je de familiepraktijk hebt verlaten, maar niemand schijnt te weten waar je nu werkt.’
‘Ik doe momenteel even heel wat anders,’ zei ze kortaf, duidelijk niet van plan over het onderwerp uit te wijden.
Drake knikte. ‘Ik geef je geen ongelijk. De advocatuur kan moordend zijn. Niet iedereen kan die permanente druk aan.’
Jane knarsetandde. Hier genoot hij van, dat wist ze zeker.
Hij keek op zijn horloge. ‘Ik heb een vergadering, maar het was leuk om je weer even te zien, Jane. We praten op de reünie wel verder bij.’
‘Hebben jullie binnenkort een reünie?’ vroeg Jordan. Waarvan dan?’
‘De rechtenfaculteit,’ antwoordde Drake voordat ze hem dat kon beletten.
‘Ik zag je naam niet op de lijst staan,’ zei ze. Ze had zich opgegeven voor de reünie, nadat ze zich ervan had verzekerd dat Drake niet zou komen.
‘Het zag er eerst naar uit dat ik niet kon vanwege een zakenreis, maar het schema is omgegooid, dus nu kan ik toch.’ Opeens werd zijn gezicht een stuk vriendelijker, en hij legde een hand op Janes arm. ‘Als het te pijnlijk voor je is, trek ik me natuurlijk alsnog terug.’
‘Geen sprake van,’ zei ze direct, daarbij de neiging onderdrukkend zijn hand weg te duwen. Ze wilde niet dat hij dacht dat hun breuk haar nog iets deed.
‘Geweldig, dan zien we je daar.’
We. Hij zou zijn verloofde dus meebrengen.
Na haar nog een bemoedigend schouderklopje te hebben gegeven, draaide hij zich om, waarna hij wegliep.
Ze pakte haar glas champagne en dronk het in een teug leeg.
‘Ga me nu niet vertellen dat je ooit met die vent bent uit geweest,’ zei Jordan.
Schaapachtig keek ze hem aan. ‘Erger nog, we hebben vijf jaar lang een relatie gehad.’
‘Met hem?’ Ongelovig schudde hij zijn hoofd. ‘Ik wil je niet beledigen, maar hij gedraagt zich arrogant. En hij ziet er niet uit. Gelukkig heb je dat op tijd ingezien.’