Home>>read Zonovergoten Romance & Italiaans Geluk free online

Zonovergoten Romance & Italiaans Geluk(91)

By:Rebecca Winters


Zelf was ze ook niet goed in zwemmen, maar omdat Vincenzo dol was op alles wat met water te maken had, was ze vastbesloten het beter te leren, vooral nadat hij zijn vader had verteld dat ze samen veel zouden reizen. En dat hij ernaar streefde om vakanties van die tripjes te maken. ‘Wat betekent spadino?’ Ze wees naar de zijkant van zijn boot waarop de naam geschilderd stond.

‘Kijk maar.’ Hij startte de motor en wees naar het witte zeil waarop een groot zwart zwaard stond afgebeeld.

‘Slaat dat woord op een piraat of bedoel je dat de boot zich als een zwaard door het water klieft?’

‘Geen van beide, al zouden beide betekenissen kloppen. Na Dino’s geboorte heb ik het zeil speciaal laten maken om zijn naam te eren. Dino betekent in het Italiaans namelijk “klein zwaard”. Vandaar dat spadino, een klein zwaard.’

‘O, wat zal hij dat opwindend hebben gevonden!’

De glimlach verdween van zijn gezicht. ‘Dat zou je misschien denken, maar hij vertikt het aan boord te gaan. Je hebt hem meegemaakt in Disneyland. Hij vindt het doodeng om in de buurt te zijn van water.’

‘Daar moet een verklaring voor zijn.’ Ze liep naar hem toe en legde haar hand op zijn schouder. ‘Er moet iets zijn gebeurd waardoor hij bang is geworden.’

‘Wist ik maar wat. Ik ben bang dat hij iets heeft meegemaakt waarover hij me niets wil vertellen. Dat maakt me verdrietig.’

Hij liet niet vaak merken dat hij ergens over piekerde, maar als het om zijn zoon ging, kon hij zijn zorgen niet verbergen, bedacht ze.

Ze draaide zich om en keek, leunend tegen de zijkant van de boot, toe hoe ze Palmaria naderden. Hij had haar verteld dat dat de eerste was van drie eilanden. De andere twee droegen de fraaie namen Tino en Tinetto.

Terwijl ze om Palmaria heen voeren, keek ze naar de steile heuvel. ‘Wat is dat?’

‘Op die plek lieten ze vroeger altijd het zwarte marmer naar beneden glijden. Hier werd het opgevangen in grote bakken die in de wachtende boten werden geladen.’

Ze keek naar het rimpelloze water. ‘We zullen vannacht slapen als een roos.’

‘Ja. Als jij je tanden alvast wilt poetsen, let ik wel op de boot. Ik zal het anker laten zakken.’

‘Wil je niet dat ik je daarbij help?’

‘Ik wacht wel tot je terug bent. Ik doe dat soort dingen liever alleen, want ik vergeet nooit dat je in verwachting bent.’

Deze avond had hij niet ‘onze baby’ gezegd, bedacht ze. Zou hij toch bang zijn dat het kind van Andreas was? Nog twaalf dagen…

Ze ging naar beneden. Eigenlijk had ze gehoopt dat hij zou aanbieden haar te helpen bij het uitkleden. Die ene keer dat ze met elkaar naar bed waren geweest, had hij bijna niet kunnen wachten totdat ze haar kleren uit had. Maar dat leek inmiddels wel een eeuw geleden.

Alles was anders nu ze zwanger was. Hij behandelde haar als een poppetje van kraakporselein. De vorige avond had hij haar verteld dat ze alvast maar naar bed moest gaan en dat hij later wel zou komen. Maar ze was meteen in slaap gevallen toen haar hoofd het kussen had geraakt… Toen ze wakker was geworden, bleek hij zich alweer aangekleed te hebben. Het ontbijt had al klaargestaan op het dek.

De tederheid waarmee hij haar omgaf, dreef de tranen soms naar haar ogen. Waar was de hartstocht die hij eens voor haar had gevoeld, vroeg ze zich af.

Ze poetste haar tanden, waste haar gezicht, trok haar nachtpon aan en wachtte een uur lang totdat hij zou komen, maar hij kwam niet… Ten slotte hield ze het niet meer uit. Ze stapte uit bed en liep op blote voeten naar het dek, waar hij in het Italiaans zat te bellen.

Het telefoongesprek duurde heel lang. Er leek geen eind aan te komen. Ze had geen idee wie de persoon aan de andere kant van de lijn was. Zou hij slecht nieuws gekregen hebben over zijn vader, vroeg ze zich af. Of over Dino? Eindelijk verbrak hij de verbinding. Pas op dat ogenblik zag hij haar.

‘Wie was dat?’

‘Bruno. Het was niet belangrijk. Alles gaat goed.’

Ze aarzelde even, maar toen zei ze resoluut: ‘Vincenzo, je hebt je vader verteld dat je me tot mededirecteur hebt benoemd. Ik dacht dat we voortaan alles samen zouden delen, ons werk, onze gedachten, onze angsten, onze zoon, de baby die op komst is en… ons bed. En ga niet zeggen dat er niets aan de hand is. Ik ben niet zo dom om dat te geloven…’

Hij stond op en wreef over zijn nek, een signaal dat hij nadacht over zijn antwoord en zijn woorden zorgvuldig wilde kiezen.

Ze sprong op, ging voor hem staan en gooide haar haar met een zwaai naar achteren. ‘Waarom zeg je het me niet gewoon?’ riep ze uit. Ze hoorde dat hij scherp zijn adem inhield.

Op het volgende moment legde hij zijn handen op haar schouders. ‘Waar heb je het in vredesnaam over?’

‘Over jou en mij… over ons! Ik dacht dat we op je boot in alle intimiteit onze huwelijksreis zouden beleven!’