Dank?
Geschokt zat ze tegenover hem. Na het eten wilde ze hem en Stavros bedanken en het jacht verlaten nadat ze Nikos een laatste kusje had gegeven.
De fabelachtige churrasco, biefstuk van het spit, vormde een heerlijke afwisseling met het Griekse eten van de afgelopen vier maanden. Toch moest ze zich dwingen te eten. De wetenschap dat ze hem niet meer terug zou zien ontnam haar alle eetlust. Natuurlijk had hij het gemerkt.
Hij pakte zijn glas en nam een slokje wijn. Toen hij haar over de rand van het glas aankeek, toverde het kaarslicht zilveren spikkeltjes in zijn ogen. ‘Wie had, toen je in mijn kantoor opdook, kunnen denken dat alles zo zou aflopen?’
Ze veegde haar mond af. ‘We kunnen alleen maar hopen dat Delines beslissing naar Leon terug te keren permanent is.’
Hij slaakte een zucht. ‘Hij is veranderd. Tegen de tijd dat baby nummer drie komt, is hij een perfecte vader. Het is dus wel ergens goed voor geweest.’
Toen ze de bezorgdheid in zijn stem hoorde, wilde ze hem troosten. ‘Nu Thea dood is, denk ik dat het voor Deline gemakkelijker zal zijn om van de baby’s te houden om henzelf, vooral nu ze zelf ook een baby krijgen.’
‘Laten we het hopen,’ zei hij tevreden. ‘Nog wat wijn?’
Ze schudde haar hoofd. ‘Ik heb dit glas nog niet eens op.’ Ze keek naar haar halfvolle glas. Ineens zag ze dat de inhoud bewoog en tegelijk hoorde ze de motor van het jacht. Ze voeren op volle kracht op open zee!
Af en toe voelde ze de golfslag van een andere boot. Ze was zo diep in gedachten verzonken geweest over Leon en Deline dat ze het niet had gemerkt.
‘We zijn de haven uit –’ riep ze in paniek.
Hij knikte, niet in het minst ongerust. ‘Waarom verbaast je dat zo?’
Nerveus drukte ze haar hand tegen haar keel. ‘Omdat ik na het eten naar huis wilde. Je hebt mij niet nodig om voor Nikos te zorgen. Je doet dit alleen om me nog wat tijd met ons neefje te gunnen maar dat is niet nodig.’
Hij bleef onbeweeglijk zitten maar in zijn ogen glansde een onbekende emotie. ‘We hebben al minstens een derde van de afstand naar Milos afgelegd maar als je wilt dat Stavros omkeert, moet je het maar te zeggen.’
‘Nee…’ Ze voelde hoofdpijn opkomen en wreef over haar slapen. ‘We zijn al zo ver dat ik je niet wil vragen je plannen te wijzigen.’ Wat een dwaas was ze.
‘Je bent bleek. Wat is er?’
‘Niets wat niet genezen kan worden door een wandelingetje aan dek. Excuseer me. Het eten was heerlijk. Ik zal het ook tegen Stavros zeggen.’
Ze stond op en rende het trapje op. Zelfs aan dek was de Latijns-Amerikaanse muziek nog hoorbaar. Het bloed bonsde in haar oren. Het verlangen in de armen van Andreas te dansen was bijna ondraaglijk.
De zee was schitterend. Ook dit waren herinneringen die ze mee naar huis zou nemen.
‘Voel je je al wat beter?’
Ze had niet gemerkt dat hij haar gevolgd was. Hij bewoog zich net zo onhoorbaar als een zwarte luipaard. Ze slikte moeizaam. ‘Ja, dank je.’
‘Ik heb even bij Nikos gekeken. Hij is vast in slaap.’
‘Fijn.’ Hij stond te dicht bij haar. Ze liep naar de leren bank en ging zitten.
‘Natuurlijk zul je je ouders en de tweeling missen, maar verheug je je erop naar huis te gaan?’
‘Ja,’ loog ze. ‘Ik ben dol op mijn werk.’
‘Ze mogen blij zijn dat je terugkomt. Als je ooit een referentie nodig hebt, zal ik in de meest lovende termen voor je getuigen.’
‘Dank je.’ Onrustig stond ze weer op. ‘Als je me nu wilt excuseren, ik ga naar bed.’
‘Het is nog vroeg. De maan komt zo op en dat is een schitterend gezicht.’
‘Dat geloof ik direct.’ Ze sloeg haar handen ineen. ‘Maar ik vrees dat ik niet zo lang wakker kan blijven. Het is een lange dag geweest en de wijn heeft me slaperig gemaakt.’
Hij wreef met zijn duim over zijn onderlip. ‘Je hebt maar een half glas gedronken.’
Hem ontging ook niets. ‘Ik heb niet veel nodig. Welterusten.’ Toen ze bij de deur was, riep hij haar. Ze draaide zich om en keek hem aan. Aan zijn versluierde blik was niet te zien wat hij voelde. ‘Ja?’
‘Ik vraag me af of je het werken voor mij anders vond dan het werken voor je baas?’
Waarom vroeg hij dat? ‘Het was allebei een uitdaging.’ Als ze nog langer aan dek bleef, zou hij de waarheid uit haar krijgen. Dan zou ze het liefst in een gat in de grond verdwijnen. ‘Waar leggen we morgenochtend aan?’
‘Hoezo?’ vroeg hij scherp. ‘Hoop je dat het bij de villa is zodat je met de helikopter terug kunt naar Heraklion?’
‘Alleen als ik je daarmee niet kwets.’
‘Hoe zou je dat kunnen?’
Ze had hem boos gemaakt en dat was wel het laatste wat ze wilde. ‘Volgens mij ben jij ook moe. De operatie van Kris en alles daaromheen heeft zijn sporen achtergelaten. Ga naar bed, Andreas. Ik zie je morgen.’