Home>>read Zonovergoten Romance & Italiaans Geluk free online

Zonovergoten Romance & Italiaans Geluk(39)

By:Rebecca Winters


Met pijn in het hart pakte ze haar mobieltje om te kijken of haar ouders of Jasmin hadden gebeld terwijl ze onder de douche stond. Geschrokken zag ze dat de enige boodschap van Andreas was.

Ze verheugde zich op elke gelegenheid om naar Milos te vliegen en haar schatten van baby’s in de armen te sluiten. Dit keer wilde ze het echter kort houden en met haar mobieltje wat foto’s van de tweeling maken voor haar ouders. Daarna wilde ze de piloot vragen haar naar Heraklion te vliegen voor een onverwacht bezoekje. Ze zouden het heerlijk vinden om te zien hoe hun kleinzoons waren gegroeid.

Ze moest even weg bij Andreas. Over een paar dagen werd Kris geopereerd. Als hij hersteld was, zou ze haar baan bij Andreas opgeven en teruggaan naar Virginia.

Dan was hij vrij om te doen wat hij wilde. Als zij voorgoed weg was, hernam alles zijn gewone gangetje.

Twaalf uur later liep ze met haar weekendtas naar het dak van het kantoorgebouw en klom aan boord van de helikopter. Onderweg naar Milos zei ze tegen de piloot dat ze er maar kort wilde blijven en dat ze daarna door wilde vliegen naar Heraklion.

Bij de Simonides-villa stond Andreas haar op te wachten. In zijn witte, linnen shirt en zwembroek zag hij er afschuwelijk knap uit. Ze was er zo aan gewend hem op kantoor in kostuum te zien dat haar hart een slag miste.

Hij hielp haar uitstappen en toen zijn doordringende blik over haar heen gleed, smolt ze bijna weg. Ze droeg een vrolijke zomerrok, een mouwloze blouse in aardetinten, en witte espadrilles. Die outfit had hij nog niet eerder gezien.

‘Ik ben blij dat je er bent. Je ruikt net zo lekker als je eruitziet.’

‘Dank je.’ Op zo’n complimentje was ze niet voorbereid en haar maag kromp samen. ‘Ik heb een nieuwe mangoshampoo gekocht. De piloot vond het ook lekker en hij wil hem voor zijn vrouw kopen.’

Zijn witte glimlach was betoverend. ‘Ik weet dat je niet kunt wachten om de jongens te zien. Ze zitten in hun nieuwe zitjes op de patio. Kom maar mee.’

Ze kende de weg langs verschillende trapjes en bloembedden naar het rechthoekige, iriserend blauwe zwembad maar al te goed.

Het bezit van de Simonides was veel mooier dan ze het vanuit de lucht had gezien toen ze de eerste keer hierheen waren gevlogen. Elke witte villa was omgeven door bloemen en groen, aaneengeschakeld tot vlak bij de zee met het witte strand. Ze bleef staan en keek rond.

‘O, Andreas… ik weet dat ik mezelf herhaal maar het is hier zo mooi dat het bijna onwerkelijk is.’ Dat was hij ook. ‘Met een toegewijde vader als Leon moeten de jongens wel de gelukkigste kinderen van de wereld zijn.’

‘Het werkelijke wonder is dat ze hun start in het leven hebben gemaakt met jou en je familie. Ze wachten op je.’

‘Ik kan niet wachten ze te zien.’ Ze volgde hem het laatste trapje af. Daar zaten ze in hun zitjes onder een bloeiende passiebloem, zachtjes schommelend op het ritme van een kinderversje.

Ze wilde naar hen toe rennen maar ze hield zich in, bang hen aan het schrikken te maken. Ze droegen dezelfde, blauwe zonnepakjes. Geen schoentjes of sokjes, daar was het te warm voor.

‘Wat zijn ze gegroeid!’

Grinnikend maakte Andreas Kris los en gaf hem aan haar. ‘Kijk eens wie daar is.’

‘O, mijn kleine schat.’ Ze nam hem in haar armen en overlaadde hem met kussen. Intussen maakte Andreas Nikos los en hield hem tegen zijn brede schouder.

‘Ik heb je gemist,’ neuriede ze tegen de baby terwijl ze hem zacht wiegde. Toen keek ze hem aan. ‘Weet je nog wie ik ben?’ Hij knipperde. ‘Ik vrees dat hij me niet meer kent, Andreas.’ Ze fronste.

‘Geef hem even de tijd. De zon is zo fel. Hier. We ruilen.’ Met zijn ene arm pakte hij Kris terwijl hij met zijn andere Nikos aan haar gaf.

‘Hoe kan het dat je zo lief bent?’ Ze kuste zijn buikje. ‘Neem je soms pilletjes om lief te zijn?’ Ze tilde hem boven haar hoofd.

Andreas’ vrolijke lach schalde door de lucht. ‘Nu herkent Kris je stem. Zie je wel? Hij rekt zijn halsje om je te kunnen zien.

‘Denk je?’ riep ze blij. Ineens slaakte Nikos opgewonden kreetjes. ‘Dat begint er meer op te lijken.’ Toen ze hem op zijn wangetjes kuste, lachte hij.

‘Ik zou ook lachen als je me zo kuste,’ zei Andreas uitdagend. Hij was weer in een speelse bui.

Blozend negeerde ze zijn opmerking. ‘Ik weet niet of dit wel zo’n goed idee was. Hoe kan ik ooit nog weggaan?’

‘Je hoeft nergens heen. Estelle komt zo met hun flesjes. Als wij ze hebben gevoed, legt zij ze in bed.’

‘Misschien kunnen jullie dat beter doen. Ik wil niet dat mijn aanwezigheid hen van streek maakt en de vooruitgang die Leon heeft geboekt tenietdoen.’

‘Het is goed voor ze je om de paar dagen te zien,’ mompelde hij, haar zorgen wegwuivend. ‘Het geeft hen een veilig gevoel te weten dat je niet uit hun leventjes bent verdwenen.’