‘O, ja?’
‘Ja, dat weet je best. Je hoeft me echt niet te sparen.’
Het gordijn werd opzij geschoven en twee verplegers kwamen binnen om hen los te maken. ‘Jullie zijn klaar.’ Ze gingen zitten. ‘Rustig aan. Voor jullie het ziekenhuis verlaten, kun je in de volgende ruimte iets te drinken krijgen.’
Toen ze weer alleen waren, liet Gabi zich van het bed glijden. ‘Ik wacht nog steeds op een antwoord.’
Andreas had zijn hemdsmouw naar beneden gerold en was ook opgestaan. ‘De arts kon niet beloven dat er geen risico’s aan de operatie zaten.’
‘Natuurlijk niet. Dat is bij geen enkele operatie het geval.’
‘Mijn broer wordt momenteel overspoeld door emoties.’
Wie niet? Ze voelde dat hij zich zorgen maakte maar dat verborg hij. ‘De zorg voor de tweeling is fysiek uitputtend, hoe lief ze ook zijn, en zijn verdriet komt daar nog bij.’
Peinzend keek hij haar aan. ‘Het heeft geen zin om ons zorgen te maken. We kunnen toch niets doen, dus laten we maar naar huis gaan en ons ontspannen.’
Hij trok zijn jasje aan. Bedoelde hij werkelijk dat ze naar haar appartement zouden gaan om daar de rest van de dag samen door te brengen? Daar kon geen sprake van zijn. Hij had een speelse kant die haar onverwachts kon overvallen maar sinds ze van Deline had gehoord dat hij een serieuze vriendin had, weigerde ze het spelletje mee te spelen.
Nadat ze een sapje en een broodje hadden gehad, bracht de limo hen naar kantoor waar ze met zijn privélift naar haar etage gingen. Met bonzend hart liep ze naar haar suite.
Ze deed de deur open en keek hem aan. ‘Dank je dat je me tot hier hebt gebracht voor het geval ik flauw zou vallen maar zoals je ziet, gaat het prima met me. Mocht jij duizelig zijn, in de receptie op kantoor staat een hele comfortabele bank.’ Haar mond vertrok in een glimlach. ‘Dat weet ik uit ervaring want ik heb er een halve dag zitten wachten tot jij me wilde ontvangen.’
Hij haalde diep adem. ‘Het spijt me dat je zo lang hebt moeten wachten.’
‘Mij niet,’ zei ze vrolijk. ‘Het gaf me de tijd om Anna te observeren. Wie had toen kunnen denken dat ik haar nog eens tijdelijk zou vervangen?’
Toen hij nog steeds geen aanstalten maakte om te weg te gaan, zei ze: ‘Dank je dat je ook bloed hebt gegeven, Andreas. Ik ben blij dat ik er niet alleen heen hoefde. Ik zie je morgen, dan gaan we het feest plannen dat je voor Anna wilt geven zodra ze hersteld is van haar knieoperatie.’
Voor ze zo zwak werd dat ze van gedachten zou veranderen, liep ze snel naar binnen en wilde de deur dichtdoen.
‘Niet zo snel.’ Hij zette zijn voet tussen de deur en liep vervolgens bliksemsnel naar binnen. Haar hart ging zo tekeer dat ze bang was dat hij het kon horen.
‘Wat is er?’
‘Wat denk je?’ vroeg hij poeslief.
O. Ze deinsde achteruit. ‘I-Ik weet het niet,’ stotterde ze.
Hij liep naar haar toe. ‘Toen ik je na onze avond op Papafragas in het resort op Apollonia achterliet, hield ik een vrouw in mijn armen die zich helemaal aan me gaf. Niet veel later hoorde ik dat ze ineens het eiland had verlaten. Toen ik haar achterna ging, was ze veranderd. Sindsdien hoop ik dat ze weer terugkomt maar dat is niet gebeurd. Ik wil weten waarom.’
Ze probeerde een antwoord te bedenken en streek over haar heupen. Zijn doordringende ogen volgden elk gebaar. Alleen de waarheid zou hem tevredenstellen maar dan gaf ze zichzelf bloot.
Tijdens de lange stilte verscheen er een grimas op zijn knappe gezicht. ‘In het ziekenhuis zei je dat er geen andere man in je leven is. Is dat een leugen of ben je verliefd op je baas?’
Niet te geloven! Ze had zijn trots gekwetst door te doen alsof ze moeilijk te krijgen was, want dat was waar dit verhoor over ging.
‘Nee,’ zei ze uiteindelijk zo beheerst mogelijk. ‘Net zomin als jij heb ik iemand voor wie ik iets geheim moet houden.’ Dat zei ze met opzet om te zien of hij een schuldige reactie zou vertonen. Nu kon hij zijn relatie met de vrouw die Deline had genoemd opbiechten maar hij zei niets.
‘Als dat zo is, waarom ren je dan direct weg na kantoortijd? Waarom eten we nooit samen behalve op Milos als we naar de tweeling gaan?’ Hij vestigde zijn blik op haar mond. ‘Vind je me ineens afstotelijk?’
Ze was met stomheid geslagen. ‘Op die absurde vraag weiger ik te antwoorden.’ Het was maar goed dat niemand hen hoorde want anders zou men nog denken dat hij haar man was die hun huwelijksproblemen op een rijtje zette.
‘Bewijs het maar. Ik heb gezegd dat ik de rest van de dag graag met jou wil doorbrengen, hier of in mijn penthouse.’
Hij liet zich niet afschepen. Ze beet op haar lip. ‘Nou, nu je toch hier bent…’
‘Dat vind ik ook,’ maakte hij haar zin af, en hij trok zijn jasje uit en gooide het over een stoel. ‘Als we honger krijgen, kunnen we iets uit het restaurant laten komen.’