Reading Online Novel

Zonovergoten Romance & Italiaans Geluk(32)



De vorige dag had ze Leon alle babyspulletjes gegeven dus ze hoefde alleen haar eigen weekendtas mee te nemen naar de pier. Groepjes toeristen zochten hun weg naar het punt van inscheping.

Het was lang geleden dat ze ergens heen was gegaan zonder de kinderen en ze voelde zich leeg. Misten ze haar ook? Haar ogen brandden. Haar ouders hadden elkaar tenminste nog en konden hun verdriet delen. Ze waren elkaars grote liefde.

Ze dacht aan de tijd toen zij de zorg voor de tweeling had, toen ze Andreas nog niet had leren kennen en blij was geweest vrijgezel te zijn. Nu restten haar slechts dromen over een god die uiteindelijk toch menselijk bleek te zijn. Meer dan ooit verlangde ze ernaar haar carrière weer op te pakken.

‘Gabi?’

Nu verbeeldde ze zich ook al dat ze dingen hoorde. Ze liep door. Toen ze haar naam voor de tweede keer hoorde, draaide ze zich om. Het lukte haar niet een kreet te onderdrukken. Haar weekendtas viel op de grond.

Andreas keek naar haar door tranen bevlekte gezicht. ‘Dat dacht ik wel,’ zei hij schor.

Haar mond was droog. Wat was hij knap in zijn witte broek en blauwe shirt met opgerolde mouwen.

‘Is er iets mis met de kinderen? Waarom heeft Leon me niet gebeld? Hij heeft mijn nummer.’

Onderzoekend keek hij haar aan. ‘Kan er geen groet meer af? Hoe gaat het met je? Is het geen prachtige dag?’

Ze bloosde. ‘Een man met jouw verantwoordelijkheden komt niet hiernaartoe om een praatje te maken, tenzij er een noodgeval is.’

‘Dat zie je verkeerd, en bovendien is het niet eerlijk.’ Nonchalant stond hij voor haar. ‘Waarom veroordeel je me? Wat is er veranderd sinds we elkaar voor het laatst hebben gezien?’

Voor hem niets. Hoewel hij een serieuze vriendin had, bleef hij de playboy spelen. Waarom ook niet? Hij wist niet dat ze van Rand had geleerd dat dat spelletje ook door twee mensen kon worden gespeeld.

‘Niets. Vorige week heb ik je al verteld dat ik weer aan het werk wilde als Leon de baby’s bij zich neemt.’

Afwezig wreef hij over zijn wang. ‘Ik ben degene die je naar Milos heeft gebracht. Waarom heb je niet gewacht tot ik je weer terug had gebracht?’

Ze glimlachte gemaakt. ‘Andreas – ik ben een zelfstandige vrouw, en kan heel goed voor mezelf zorgen.’

Spottend keek hij haar aan. ‘Is het niet bij je opgekomen dat ik dat graag voor je had willen doen?’

Het feit dat hij hier was bewees dat hij hoopte daar verder te kunnen gaan waar ze op het strand waren gestopt. Als zijn vriendin wist dat hij met andere vrouwen flirte, was ze heel tolerant. Gabi wilde dat niet.

‘Het doet er niet toe of dat bij me is opgekomen. Je bent de meest genereuze persoon die ik ooit heb ontmoet maar je staat ook aan het hoofd van jullie familiebedrijf. Nu Leon met zijn kinderen is herenigd, hebben jij en ik andere dingen te doen. Thuis wacht me een promotie dus ik wil de eerste de beste vlucht terug nemen.’

Zijn zilverkleurige ogen boorden zich in de hare. ‘Maakt één dag extra echt zoveel uit?’

Gezien de opschudding die hij veroorzaakte door zo onverwachts hier op te duiken, had ze niets anders willen antwoordden dan: ja. ‘Mijn baas verwacht me dus ik ben bang van wel. Als je me nu wilt excuseren, de mensen gaan al aan boord.’

‘Laat ze,’ zei hij. ‘Mijn boot brengt je waarheen je maar wilt.’

Zonder een spier te vertrekken, doorstond ze zijn blik. Hij had een plan, hij stond erop haar naar haar ouders te brengen. Het had geen zin tegen hem in te gaan. Als ze haar hoofd erbij hield, kon ze wel een paar uur met hem alleen zijn. Het spelletje nog even verder spelen, daar kwam het op neer.

‘Oké. Ik geef het op. Hallo, Andreas. Leuk je te zien. Wat brengt jou op zo’n zonnige dag naar dit eiland?’

Hij barstte in lachen uit. ‘Dat is beter.’

‘Ik ben blij dat je dat vindt.’ Zijn charisma deed haar temperatuur stijgen. ‘Ik ben op weg naar Heraklion om mijn spullen te pakken en daarna vlieg ik naar huis.’

Zonder te vragen, pakte hij haar weekendtas. ‘Als je met mij meegaat, ben je lang voor de veerboot op Kreta.’

Ze liepen de andere kant op naar een slanke speedboot die aan de pier lag afgemeerd. De familie Simonides had voor elke gelegenheid een andere boot. Dit keer zouden ze met z’n tweeën aan boord zijn. Bij de gedachte opnieuw met hem alleen te zijn, raakte ze ongewild weer opgewonden. Als ze niet oppaste, verloor ze haar zelfbeheersing opnieuw.

Aan boord zei hij haar het reddingsvest aan te trekken. Intussen maakte hij de touwen los en ging achter het stuurwiel zitten. Voor hij kon starten, gaf ze hem ook een reddingsvest. ‘Gelijke monniken…’ plaagde ze. ‘Ken je die uitdrukking?’

‘Ik weet nog een betere.’ Hij lachte. ‘Ga nooit in discussie met een vrouw die een wapen heeft.’ Geamuseerd trok hij het vest aan. Ze was opgelucht. Als er, wat de hemel verhoede, onderweg naar Kreta iets gebeurde, droeg hij tenminste ook een reddingsvest.